Pro Caelio tekst b (32)

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Kern van de Pro Caelio?

Wat is geen aanklacht tegen Caelius?

1. Organiseren opstanden in Napels
2. Het vergiftigen van Clodia
3. Het hebben van een affaire met Clodia
4. Het doden van een Egyptische gezant

Wat is geen onderdeel van de verdedigingsstrategie van Cicero

1. Het ophemelen van het karakter van Caelius
2. Het afbranden van Clodia
3. Het afbranden van de aanklagers
4. Het weerleggen van de argumenten van de aanklagers

Quod quidem facerem vehementius,

1. Dit zal ik ongetwijfeld heftiger doen
2. Dit zal ik ongetwijfeld heftig doen
3. Dit zou ik ongetwijfeld heftiger doen
4. Dit zou ik ongetwijfeld heftig doen

Het Bijwoord

Positus: stellende trap (normaal)

altus, -a, -um ≈ alte 

fortis, forte ≈ fortiter 

comperativus: vergelijkende trap (normaler)

altior, altiores ≈ altius 

superlativus: overtreffende trap (normaalst)

altissimus, -a, -um ≈ altissime 

nisi intercederent mihi inimicitiae cum istius mulieris virs

1. Als voor mij niet vijandschap met die man tussenbeide kwam
2. Als voor mij niet vijandschap met deze man tussenbeide kwam
3. Als voor mij niet vijandschap met die man tussenbeide gekomen zou zijn
4. Als voor mij niet vijandschap met deze man tussenbeide gekomen zou zijn

Leg uit waarom facerem en intercederent in de conjunctivus staan.

fratre volui dicere. Semper hic erro.

1. ik wil broer zeggen. Altijd vergis ik me hier
2. Ik wilde broer zeggen. Altijd vergis ik me hier.
3. Ik zou broer willen zeggen. Altijd vergis ik me hier.
4. Ik wilde broer zeggen. Altijd vergiste ik me hier.

Nunc agam modice nec longius progrediar quam me mea fides et causa ipsa coget.

Nu zal ik me inhouden en ik zal niet langer voortgaan dan dat mijn plicht en de zaak zelf mij zal dwingen.

Let op: cogere is een mk-stam en het futurum van de mk stam gaat als volgt: cogam, coges, coget, cogemus, cogetis, cogent

Nec enim muliebris umquam inimicitias mihi gerendas putavi

want ik heb niet ooit gemeend dat vijandschap met een vrouw gevoeld moest worden door mij,

praesertim cum ea,

vooral niet met haar

gerandas + esse = gerundivum van verplichting 

r. 14-15

quam omnes semper amicam omnium potius quam cuiusquam inimica putaverunt. 

Die allen altijd eerder als een vriendin van allen dan als een vijandin van iemand hebben beschouwd

Let op: putare + ACI (r. 13) = menen

putare + 2 accusativi (r. 15) = beschouwen als

cuiusquam = onbepaald voornaamwoord

Vier verschillende opties:

1. aliquis, aliquid                                                iemand, iets

2. quisquam, quidquam/quicquam         iemand, iets 

3. quisque, quidque/quicque.                     ieder, elk

3. quidam, quidam                                           een zeker iemand, iets,     

                                                                                   sommigen