Spelling §3,4,5

Spelling
Eindletter -d of een -t
Meervouden
Verkleinwoorden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
Eindletter -d of een -t
Meervouden
Verkleinwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Eindletter -d of een -t

Slide 2 - Tekstslide

Staar......

Slide 3 - Tekstslide

Hon......

Slide 4 - Tekstslide

Naal......

Slide 5 - Tekstslide

Een......

Slide 6 - Tekstslide

Ban......

Slide 7 - Tekstslide

Wors......

Slide 8 - Tekstslide

Meervouden

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van:
Hotel

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van:
Wolf

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van:
Uur

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van:
Golf

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van:
Reus

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van:
Adres

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van:
Laars

Slide 16 - Tekstslide

Verkleinwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Duim

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Jaar

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Olifant

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Slang

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Koning

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Slang

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Ring

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord van:
Bank

Slide 25 - Tekstslide