6.1 Over zeeen en oceanen 2025

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.1 Over zeeën en oceanen 
1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.1 Over zeeën en oceanen 
1

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
1. Intro
2. Leerdoelen
3. Theorie 
5. Huiswerk
2

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
3

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven hoe de geografische omstandigheden in de Republiek leidden tot veranderingen op het gebied van voedselvoorziening en handel, waardoor Amsterdam steeds meer uitgroeide tot stapelmarkt. 

- Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven en je kunt uitleggen welke rol deze handelscompagnieën speelden in de wereldhandel

4

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Tijd van Regenten en Vorsten (1600-1700)
5

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
stijgende zeespiegel + stijging grondwater 
commerciële landbouw:
- veeteelt
- vlas (linnen), meekrap (rode kleurstof), hennep (touw) 

uitzonderlijke economische structuur (vanaf ME)

graantekort
6

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Maar er moest toch ergens graan vandaan komen....
7

Slide 7 - Tekstslide

Waar kocht Nederland het graan in de zestiende en zeventiende eeuw?

Slide 8 - Open vraag

Graan werd gehaald uit het Oostzeegebied. Deze ontzettend winstgevende handel werd de Moedernegotie genoemd. 
8

Slide 9 - Tekstslide

fluitschepen
9

Slide 10 - Tekstslide

Antwerpen was tot 1585 dé handelsstad van Europa...

Waarom werd Amsterdam dan toch dé handelstad van de wereld in de 17e eeuw?

Slide 11 - Tekstslide

Theorie
*Een groot deel van deze handel ging via Amsterdam. Dit kwam omdat Antwerpen werd veroverd door de Spanjaarden (1585). 
Migratiestroom naar de republiek: handelaren, scheepsbouwers etc. 

Deze stad kon zo uitgroeien tot het centrum van het handelskapitalisme en van de wereld. Handelaren brachten goederen - zoals graan, wijn en wol - naar Amsterdam om het tegen een hogere prijs te verkopen. 

Dit alles werd opgeslagen op de Amsterdamse zolders en in de pakhuizen. Amsterdam werd de stapelmarkt van Europa. 
10

Slide 12 - Tekstslide

11

Slide 13 - Tekstslide

Handelskapitalisme: Eerst investeren met als doel om winst te maken. 

Stapelmarkt: Stad of haven waar goederen worden opgeslagen in afwachting van tekorten en hogere prijzen elders. 
12

Slide 14 - Tekstslide

Theorie
Veel ondernemers investeerden hun winsten uit de moedernegotie in handelscompagnieen: onderneming van handelaren die investeringen, risico's en winsten met elkaar delen. 

Deze wilden ook reizen organiseren naar Azië. Portugal had hier vooralsnog het monopolie op.
13

Slide 15 - Tekstslide

Wat waren de twee meest beroemde handelscompagnieën van de 17e eeuw?

Slide 16 - Open vraag

VOC: Verenigd Oostindische Compagnie, opgericht in 1602. 
WIC: West-Indische Compagnie, opgericht in 1621. 
14

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent het begrip moedernegotie
A
Graanhandel vanuit gebieden aan de Oostzee
B
Specerijenhandel vanuit gebieden aan de Indische Oceaan
C
Slavenhandel van Afrika richting Amerika

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit wat een handelsmonopolie betekent

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Leg uit wat een handelscompagnie is

Slide 21 - Open vraag

Lees de tekst handelscompagnieën en beantwoord de volgende vragen:
1. Waar investeerde de Nederlanders de winst van de moedernegotie in?
2. Waarom kun je zeggen dat de tocht van Houtman zowel geslaagd als niet geslaagd is? 
3. Amsterdam leed verlies na de ontdekking van de route naar Indonesië. Verklaar dit en beschrijf hoe ze dit probleem hebben aangepakt. 


Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen nabespreken
1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.

(2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven.)

(3. Je kunt beschrijven hoe Engeland en Frankrijk reageerden op de economische voorspoed van de Republiek.)
18

Slide 23 - Tekstslide