M&M Hoofdstuk 4 Steden: 4.2

Hoofdstuk 4
4.2: Hoe groeit een stad?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
4.2: Hoe groeit een stad?

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan jij na deze les?
- Uitleggen wat een hoe een stad groeit:
- Wat is de stadskern?
- Wat zijn stadswijken?
- Wat is de stadsrand?
- Hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?
- Wat zijn push- en pullfactoren?
- Wat is infrastructuur?
- Wat is het verschil tussen urbanisatie & suburbanisatie?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de Randstad?
A
De wijken aan de buitenkant van een stad
B
Een stad die aan een andere stad is gegroeid.
C
Een gebied in het Westen van NL met veel steden
D
Een gebied in het Noorden van NL met veel steden

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer is een stad
een megastad?
A
Als het meer dan 1000 km2 groot is
B
Als het meer dan 1 miljoen inwoners heeft
C
Als het meer dan 10 miljoen inwoners heeft
D
Als het bij de top 5 grootste steden hoort

Slide 4 - Quizvraag

Waarom is Dokkum wel een stad en waarom is Drachten geen stad?

Slide 5 - Open vraag

Hoe groeit een stad?
Een stad ontstaat uit een dorp of bij een nieuwe stad: de stadskern.
- Veel voorzieningen (musea,
   restaurants enz) en pleinen.

Daarom omheen ontstaan nieuwe stadswijken. Vooral woningen.

Aan de buitenkant van de stad: stadsrand -> veel flats en industriegebieden

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de bevolkingsdichtheid?
A
Hoeveel mensen er in een stad wonen.
B
Hoe dicht mensen op elkaar wonen.
C
Hoe dichtbij mensen bij de stadskern wonen.
D
Hoeveel mensen er in een bepaald gebied wonen.

Slide 7 - Quizvraag

Bevolkingsdichtheid
Hoeveel mensen wonen er in een bepaald gebied.

Bereken je dus:

Aantal mensen  : het aantal km2

In steden een hoog getal, zoals je op de kaart kan zien.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een pullfactor?
A
Een soort fabriek
B
Een reden om ergens weg te gaan.
C
Een soort zwembad
D
Een reden om ergens naartoe te verhuizen.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom verhuizen mensen?
Pullfactoren = redenen voor mensen om naar een gebied toe te verhuizen.
- Banen, welvaart, veiligheid.

Pushfactoren = redenen om ergens weg te gaan.
- Armoede, oorlog

Slide 10 - Tekstslide

(Sub)urbanisatie
= Gebouwen en diensten in een plaats die je kan gebruiken.

Scholen, restaurants, winkels, supermarkten, bussen, fietspaden, wegen, enzovoorts

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat: Opdrachten 4.2 maken (4.2.1 t/m 4.2.3)

Wat heb je nodig: Laptop + Paspoort21
Vragen/klaar? Hand opsteken, docent komt helpen/nakijken.

Laatste 10 minuten: controle lesdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Kan jij dit?
- Uitleggen wat een hoe een stad groeit:
- Wat is de stadskern?
- Wat zijn stadswijken?
- Wat is de stadsrand?
- Hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?
- Wat zijn push- en pullfactoren?
- Wat is infrastructuur?
- Wat is het verschil tussen urbanisatie & suburbanisatie?

Slide 13 - Tekstslide