Formuleren 6: Trappen van vergelijking

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Je leert op de juiste manier met hen/hun, dat/wat en waarmee/met wie verwijzen

Je leert de trappen van vergelijking goed gebruiken in combinatie met als of dan.

Uitleg

Nederlands

Op je Chromebook:

opdracht 1 t/m 8

Klaar? opdracht 9 en 10

Hebben we alle doelen behaald?

opdracht 1 t/m 8

LET OP!

Komende maandag moet je uiterlijk een nieuw leesboek meehebben.

Komende dinsdag leg ik je de bijpassende opdracht uit.

Eisen:

- verhalend boek

- zelfde of hoger niveau dan vorig leesboek

- niet van dezelfde schrijver als vorig leesboek

Leerdoel vorige les

Je leert op de juiste manier met hen/hun, dat/wat en waarmee/met wie verwijzen

Leerdoel deze les

Je leert de trappen van vergelijking goed gebruiken in combinatie met als of dan.

Trappen van vergelijking

Je hebt de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.

Stellende trap

Je schrijft het woord zo eenvoudig mogelijk.

Bijvoorbeeld:

groen

of

raar

Vergrotende trap

Je zet -er achter het woord om het te vergroten, je zet -der als het woord eindigt met een r.

Bijvoorbeeld:

groener

raarder

Overtreffende trap

Je zet -st of -ste erachter.

Eindigt het woord met -st, of -sch, dan zet je er meest voor.

groenst

raarste

meest fantastische

Aan de slag:

Open je Chromebook

Maak nu online opdracht: 1 t/m 8 van §6.6

De eerste 15 minuten in stilte (rood)

Klaar? Maak opdracht 9 en 10 ook

Huiswerk: afmaken 1 t/m 8