Les 7

10 minuten lezen
Pak een krant of een tijdschrift en lees 10 minuten in stilte.
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
Pak een krant of een tijdschrift en lees 10 minuten in stilte.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

! sommige woorden horen bij meerdere tekstverbanden.
Conclusie
Chronologisch
Oorzaak-gevolg
Opsomming
Samenvattend
Overeenkomst
ook
dus
sinds
doordat
zodat
kortom
eveneens
vandaar
al met al

Slide 2 - Sleepvraag

Deze les
Aan het einde van deze les kun je de betekenis van woorden die je niet kent uit de tekst afleiden.

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw van deze les
Instructie over het onderwerp
Aan de slag met opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Waardoor raak je afgeleid tijdens het lezen?

Slide 5 - Woordweb

Wat doe jij als een tekst niet meer begrijpt?

Slide 6 - Open vraag

De draad kwijt tijdens het lezen?
  • Herlees de tekst
    Begin op een punt waar jet het nog begreep.
  • Lees een stukje vooruit
    Sla het stukje over en lees verder. Wellicht begrijp je het nu wel of heb je het stukje tekst niet nodig om de rest te begrijpen.
  • Lees langzamer, dan dringt de informatie beter door,

Slide 7 - Tekstslide

Onbekend woord 
Start:

  • Heb je het nodig om de tekst te begrijpen?
    Nee --> gewoon verder lezen.
  • Ja --> lees een stukje terug en verder. Vaak staat er :
  • een omschrijving van het woord
  • een voorbeeld van het woord
  • een woord dat hetzelfde betekent of juist het tegenovergestelde

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Onbekend woord
vervolg
  • Bekijk eventuele afbeeldingen of daar aanwijzingen voor de betekenis van het woord.
  • Bekijk het woord zelf. Wie weet herken je een deel van het woord en kun je de betekenis hierdoor raden.

Slide 10 - Tekstslide

Onbekend woord
laatste optie
  • Vraag een ander wat het betekent.
  • Zoek het woord op.

Slide 11 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik kan helemaal verkeerd begrepen worden.
Mensen nemen het figuurlijk taalgebruik soms te letterlijk.
Hierdoor krijgt de tekst een heel andere betekenis.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Als je iets wilt weten, moet je aan de bel trekken.
Met 'aan de bel trekken' wordt bedoeld: 'ergens aandacht voor vragen'.
Het betekent dus niet letterlijk 'aan een echte bel trekken'.

Slide 13 - Tekstslide

Je schaapjes op het droge hebben:
Genoeg geld hebben om van te leven.
Je schaapjes op het droge hebben:
Genoeg geld hebben om van te leven.
De hond in de pot vinden: 
Te laat zijn voor het eten waardoor alles op is.

Slide 14 - Tekstslide

1.Joost is zo gek als een _______.

2.Mijn opa rookt als een _______.

3.Inge slaapt als een _______.

4. Herman liet hem vallen als een _______.

5.Marije stond te trillen als een _______.

6.Jeffrey voelde zich zo slap als een _______.
vaatdoek
roos
deur
rietje
baksteen
ketter

Slide 15 - Sleepvraag

Aan de slag
 Starttaal Online - lezen - opbouwopdrachten - onbekende woorden en beeldspraak
Voorgaande opdrachten afronden:
- Verkennend en globaal lezen
- Tekstindeling
- samenhang - husseltaak

Klaar?
Verder met Starttaal Online -  taalverzorging - instaptoets maken

Slide 16 - Tekstslide

Dit heb ik deze les geleerd

Slide 17 - Open vraag

Volgende les
Samenvatten

Slide 18 - Tekstslide