Unit 1 Comparisons

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Comparisons
Explanation
Applied practice
Homework

Slide 2 - Tekstslide

Comparisons - bijvoeglijke naamwoorden

1 lettergreep: -er / -est
quick - quicker - quickest

2 lettergrepen (-le, -er, -ow, -y): -er / -est
simple - simpler - simplest
clever - cleverer - cleverest

2 lettergrepen (geen -le, -er, -ow, -y): more / most
famous - more famous - most famous

3 of meer lettergrepen:
popular - more popular - most popular
Vergelijken: ... than 

Overtreffen: the ...
I am quicker than you

I am the quickest

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wow! This is by far ___ (large) house I have ever seen!

Slide 6 - Open vraag

That was wrong. You should be ___ (careful) in the future.

Slide 7 - Open vraag

Music is my ___ (big) inspiration!

Slide 8 - Open vraag

I am ____ (smart) my younger brother.

Slide 9 - Open vraag

This year's line-up is ___ (impressive) than last years.

Slide 10 - Open vraag

Any questions so far?
Time for an exercise!

Slide 11 - Tekstslide

People Comparisons
1. Bedenk eerst 6 ajectives: tall, short, etc.

2. Schrijf per persoon 3 zinnen op vanuit het ik perspectief. 
I am taller than ...

3. Schrijf per persoon 3 zinnen op vanuit het perspectief van iemand anders
.. is shorter than me


Slide 12 - Tekstslide

Homework

Slide 13 - Tekstslide