H5 1900 - 1945 Historische Letterkunde

Ok, Welke 
Britse
schrijfster
is dit? 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Ok, Welke 
Britse
schrijfster
is dit? 

Slide 1 - Tekstslide

Tekst
1900 - 1945?
Waar denk je aan?

Slide 2 - Woordweb

technologische snufjes/ vooruitgangsgeloof
grote werkloosheid en armoede
russische revolutie - opkomst communisme
verlagen van steun (uitkering)
klasseloze maatschappij
Beurskrach 1929
Titanic
Jordaanoproer 1934

Slide 3 - Sleepvraag

combineer de literaire stroming en de uitleg
timer
5:00
neoromantiek
expressionisme
vorm of vent /ventisme
De nieuwe zakelijkheid
modernisme
vluchten uit de werkelijkheid als reactie op alle technologische ontwikkelingen
strakke architectuur - korte, zakelijke zinnen - objectief taalgebruik
uiting geven aan wat je ervaart; niet wat je ziet in eigen, subjectieve werkelijkheid
zowel het werk van iemand als het persoonlijk leven dienen het schrijverschap
stream of consciousness: associatieve en warrige gedachten. Onzekere mens in onzekere wereld

Slide 4 - Sleepvraag

Welke Britse schrijfster is dit?

Slide 5 - Open vraag

Welke stromingen horen in de 19e eeuw?
A
Naturalisme en modernisme
B
Realisme en modernisme
C
Neo-romantiek en realisme
D
Realisme en romantiek

Slide 6 - Quizvraag

Welke stromingen ontstaan in de 20e eeuw?
A
Romantiek en Nieuwe Zakelijkheid
B
Neo-romantiek en Nieuwe Zakelijkheid
C
Modernisme en Naturalisme
D
Romantiek en realisme

Slide 7 - Quizvraag

Arthur van Schendel (1874-1946)
  • Neoromantiek




Een zwerver verliefd (1904)

Het fregatschip Johanna Maria (1930)
De wereld een dansfeest (1938)
2

Slide 8 - Tekstslide

Wat maakt Fregatschip Johanna Maria typisch neo-romantisch?
A
De hoofdpersoon bereikt zijn doel
B
De schrijver laat zijn gevoelens de vrije loop
C
De schrijfstijl is sober en zakelijk
D
De droom van de hoofdpersoon blijft onvervuld

Slide 9 - Quizvraag

Slauerhoff
A
Neo-romantiek
B
Modernisme
C
Nieuwe Zakelijkheid

Slide 10 - Quizvraag

J. Slauerhoff
'Woningloze'
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak
Voor de eigenhaard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door de stormwind meegenomen.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat vóór de nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee 'k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.

Slide 11 - Tekstslide

Willem Elsschot
A
Neo-romantiek
B
Modernisme
C
Nieuwe Zakelijkheid
D
Expressionisme

Slide 12 - Quizvraag

Nieuwe Zakelijkheid
Kijkvraag bij de video:

Noteer minimaal 3 kenmerken van literatuur in de Nieuwe Zakelijkheid

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Willem Elsschot: Kaas
  • We lezen een fragment uit Kaas (p. 146-147).
  • Zoek van elk kenmerk van de Nieuwe Zakelijkheid een voorbeeld uit de tekst.

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwe Zakelijkheid
Overige stromingen
Uiten van gevoelens
Actualiteit als onderwerp
Subjectief
Objectief
19e eeuw
20e eeuw
Sober en functioneel
Gedetailleerd

Slide 16 - Sleepvraag

Martinus Nijhoff
A
Romantiek
B
Nieuwe Zakelijkheid
C
Modernisme

Slide 17 - Quizvraag

Ik ging naar Bommel om de brug te zien
Martinus Nijhoff

Slide 18 - Tekstslide

De moeder de vrouw

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd -
laat mij daar midden uit oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

De moeder de vrouw                                                                (Martinus Nijhoff) 

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd -
laat mij daar midden uit oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.


Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Slide 19 - Tekstslide

Tijdlijn maken
Maak een tijdlijn met behulp van de volgende begrippen:

nieuwe zakelijkheid - renaissance - naturalisme - oudheid - modernisme - jaren '50/'60 - expressionisme - middeleeuwen - verlichting - neo-romantiek - romantiek - realisme - jaren '90 - ventisme - 

Slide 20 - Tekstslide

De 'stream of consciousness' hoort bij:
A
het expressionisme
B
het naturalisme
C
de Nieuwe Zakelijkheid
D
het modernisme

Slide 21 - Quizvraag

Met de stijl bedoelen we de manier van schrijven
De taal is spreektaal, zodat je echt de indruk krijgt dat er iemand aan het woord is. 
Stream of consciousness : ze laat haar gevoelens, gedachten de vrije loop. Er zitten gaten in haar herinneringen en je krijgt hapsnap wat te horen over haar belevenissen en haar ervaringen.

Slide 22 - Tekstslide

vragen 1900-1945 - 1

1. Noem twee redenen waarom mensen het in deze tijd moeilijk vonden om de werkelijkheid goed te begrijpen.
2. Leg uit hoe het literaire genre ‘neoromantiek’ aan zijn naam komt.
3. Wat is het verschil tussen ‘vorm’ en ‘vent’?
4. Bij welke stroming hoort de term ‘stream of consciousness’ en waarom?
5. Noem drie kenmerken van de Nieuwe zakelijkheid.

Slide 23 - Tekstslide

Expressionisme =

Slide 24 - Open vraag

Het kernbegrip dat bij Modernisme hoort =

Slide 25 - Open vraag

en als je 'stream of consciousness' in eigen woorden uitlegt, betekent het

Slide 26 - Open vraag

Noem twee schrijvers die de neo-romantiek vertegenwoordigen

Slide 27 - Open vraag

'Kaas' wil ik wel/niet lezen omdat...

Slide 28 - Open vraag