Herhalen H1 + H3

Afsluiten H1 + H3
H1 - organismen in de vier rijken
H3 - organismen leven samen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afsluiten H1 + H3
H1 - organismen in de vier rijken
H3 - organismen leven samen

Slide 1 - Tekstslide

Alle organismen herken je aan de 6 levenskenmerken. 
Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.
Voortplanten
Reageren
Uitscheiden
Voeden
Ademen
Groeien

Slide 2 - Sleepvraag

Noem twee levenskenmerken die je ziet

Slide 3 - Open vraag

Alle organismen worden in de biologie ingedeeld in vier rijken. Tot welk rijk behoort de VLIEG?
A
Plantenrijk
B
Dierenrijk
C
Schimmelrijk
D
Bacterierijk

Slide 4 - Quizvraag

Alle organismen worden in de biologie ingedeeld in vier rijken. Tot welk rijk behoort de KASTANJECHAMPIGNON?
A
Plantenrijk
B
Dierenrijk
C
Schimmelrijk
D
Bacterierijk

Slide 5 - Quizvraag

Alle organismen worden in de biologie ingedeeld in vier rijken. Tot welk rijk behoort de KASTANJEBOOM?
A
Plantenrijk
B
Dierenrijk
C
Schimmelrijk
D
Bacterierijk

Slide 6 - Quizvraag

Alle organismen worden in de biologie ingedeeld in vier rijken. Tot welk rijk behoort de YOGHURTBACTERIE?
A
Plantenrijk
B
Dierenrijk
C
Schimmelrijk
D
Bacterierijk

Slide 7 - Quizvraag

Het dierenrijk is ingedeeld in groepen door te kijken naar bepaalde kenmerken.

Tot welke groep horen de vissen, reptielen en zoogdieren?

Slide 8 - Open vraag

Door welk kenmerk horen de vissen, reptielen en zoogdieren bij dezelfde groep?

Slide 9 - Open vraag

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 10 - Sleepvraag

Juist of onjuist?

Een dier bestaat uit veel verschillende organen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak wordt een orgaan genoemd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Dieren zijn opgebouwd uit verschillende onderdelen. Zet de volgende onderdelen in de juiste volgorde van klein naar groot.
organisme - weefsel - orgaan - cel - orgaanstelsel

Slide 13 - Open vraag

Dier
Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 14 - Sleepvraag

Rijk: Bacteriën
Rijk: schimmels
Rijk: dieren
Rijk: planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand, 
celkern, geen bladgroenkorrels

Slide 15 - Sleepvraag

Welke stoffen komen vrij bij fotosynthese? Meerdere antwoorden zijn juist!
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Water
D
Zuurstof

Slide 16 - Quizvraag

Welk voedingsmiddel wordt gemaakt met behulp van bacteriën?
A
Bier
B
Brood
C
Margarine
D
Yoghurt

Slide 17 - Quizvraag

De bakker gebruikt gist om brooddeeg te laten rijzen. Kies uit: gist is een ......?
A
Bacterie
B
Dier
C
Plant
D
Schimmel

Slide 18 - Quizvraag

Kikkers leven graag in de buurt van een vijver met veel waterplanten en oeverplanten. Deze vijver
moet ondiep zijn en genoeg zonlicht krijgen. Het water bereikt dan eerder een temperatuur waarbij de
kikkers actief zijn.

Noem 2 niet-levende invloeden voor de kikker die in de tekst hierboven worden genoemd.

Slide 19 - Open vraag

Welk soort snavel heeft de vogel in de afbeelding en welk soort voedsel eet die vogel?

Slide 20 - Open vraag

Welke soort kiezen hebben vleeseters?
A
plooikiezen
B
knobbelkiezen
C
knipkiezen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van schutkleuren?
A
Zo zien de dieren er mooier uit
B
Zo zijn de dieren aantrekkelijker voor een partner
C
Zo worden dieren minder snel gezien
D
Zo worden de dieren sneller gezien

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van huidmondjes?
A
Water en mineralen vervoeren
B
Fotosynthese
C
Stoffen uitwisselen met de lucht
D
Glucose omzetten in andere stoffen

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer zijn de huidmondjes dicht?
A
Bij watertekort
B
Bij droogte
C
In de nacht
D
Bij regen

Slide 24 - Quizvraag

Met dit onderdeel kan de plant ademen
Hier worden water en voedingsstoffen opgenomen 
Hier maakt de plant glucose (suiker)
Hier zitten de voortplantingsorganen van de plant

Slide 25 - Sleepvraag

In welke richting vervoeren de bastvaten stoffen?
A
van de bladeren naar de wortels
B
van de wortels naar de bladeren
C
beide kanten op

Slide 26 - Quizvraag

Bastvaten vervoeren stoffen naar de wortels. Welke stof is dit?
A
Glucose
B
Mineralen
C
Koolstofdioxide
D
Water

Slide 27 - Quizvraag

Twee dezelfde planten staan in twee afgesloten glazen bakken. Plant 1 staat in het donker, plant 2
staat in het licht. In welke bak(ken)
vindt GEEN fotosynthese plaats?

A
Alleen in bak 1
B
Allen in bak 2
C
In bak 1 en 2
D
In geen van beide bakken

Slide 28 - Quizvraag

Maak een correcte voedselketen

Slide 29 - Sleepvraag

Mensen eten graag mosselen. Mosselen zijn belangrijk voor het leven in de zee. Ze filteren algen uit het water. Verder vormen de mosselbanken een schuilplaats voor jonge vissen en bieden ze een plaats waar andere planten en dieren kunnen leven.

In bovenstaande tekst wordt een voedselketen genoemd. Schrijf deze op.

Slide 30 - Open vraag

Juist of onjuist
De fotosynthese reactie is: glucose + koolstofdioxide → energie + zuurstof + water.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Juist of onjuist
De stoffen die ontstaan bij de verbranding worden gebruikt bij de fotosynthese.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Juist of onjuist
In de wortels van een tomatenplant vindt fotosynthese plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Als je plantaardig voedsel eet, eet je steeds andere delen van de plant. Welke delen van de plant je eet wanneer je onderstaand voedsel eet?
blad
stengel
wortel
bloem
vrucht

Slide 34 - Sleepvraag

Examen 2019:
Maak met de drie organismen een volledige voedselketen.

Slide 35 - Open vraag

Examen 2018
Kiezelwieren leven in het water en kunnen van koolstofdioxide, zuurstof maken. Hierbij vormen ze ook glucose. Ditzelfde stofwisselingsproces vindt ook plaats bij andere planten.

Hoe heet het stofwisselingsproces waarbij in kiezelwieren zuurstof gemaakt wordt?

A
fotosynthese
B
verbranding
C
vertering

Slide 36 - Quizvraag

Examen 2017
Bekijk de afbeelding hiernaast. een deel van een blad is uitvergroot. Hoe heet dit deel?


A
celkern
B
huidmondje
C
vacuole
D
bladnerf

Slide 37 - Quizvraag

Examen 2016
Peter onderzoekt organismen in een bos. Hij ziet een paddenstoel op een dode boomstronk. Een
paddenstoel is het voorplantingsorgaan van een schimmel.

Is deze schimmel een consument, producent of reducent?
A
consument
B
producent
C
reducent

Slide 38 - Quizvraag