H13.1 "Geluid maken en ontvangen"

H13.1 "geluid maken en ontvangen"
T4
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H13.1 "geluid maken en ontvangen"
T4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt herkennen dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
  • Je kunt herkennen dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid bij echo berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de werking van een echolood beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Geluid is...
  • een trilling (let maar op;))
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen ( let maar op;))
  • verplaatst zich als een golf

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron.
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals light.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 8 - Quizvraag

Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel

Slide 10 - Quizvraag

0

Slide 11 - Video

drukverandering

Slide 12 - Tekstslide

geluid verplaats door.....
A
Muziek
B
elektronen
C
Golven

Slide 13 - Quizvraag

Een microfoon is een ........

A
Geluidsbron
B
Geluidsontvanger

Slide 14 - Quizvraag

Horen
  • Wat gebeurt er in ons oor als we iets horen?
  • Wat weten we al over geluid?
  • Kun je dat toepassen op het horen?

Slide 15 - Tekstslide

Hoe bereikt het geluid jouw oren?
De luchtdruk rondom het voorwerp verandert een klein beetje, waardoor de trillingen zich in alle richtingen bewegen. 

De trillingen bewegen door een tussenstof naar jouw oren. 

Meestal is die tussenstof lucht 

Slide 16 - Tekstslide

Tussenstof
de tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd. 

De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn. 

De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s

Slide 17 - Tekstslide

Geluid horen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je oren. 

Je trommelvlies gaat meetrillen met de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort' 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Hoe heet het onderdeel van het oor dat er voor zorgt dat geluid om wordt gezet in een elektrisch signaal?
A
Hamer
B
Stijgbeugel
C
Aambeeld
D
Slakkenhuis

Slide 21 - Quizvraag

Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Vacuüm
D
Vloeistoffen

Slide 23 - Quizvraag

geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 27 - Quizvraag

Hoelang doet geluid erover om van de éne kant van een voetbalveld, naar de andere kant te komen?
Een voetbalveld is 100 meter lang.

Slide 28 - Open vraag

Een geluid gaat in 0,012 seconden door een voorwerp van 0,6 meter dikte.
a. Bereken de geluidssnelheid door deze stof.
b. Van welke stof is dit voorwerp gemaakt?

Slide 29 - Open vraag

Echo
  • Geluid kan worden teruggekaatst.
  • Daardoor hoor je een geluid soms twee keer. 
  • Het teruggekaatste geluid noem je de echo

Slide 30 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen het uitzenden en weer opvangen van de puls zit 0,48s.


Bereken hoe diep de zee is.

Slide 31 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
t = 0,48s
v(geluid, zeewater) = 1510m/s

s = ? m
  • t(heen) = 0,48 : 2 = 0,24s
  • s = v x t
  • 1510 x 0,24 = 362,4m

Slide 32 - Tekstslide

In de bergen hoor je een echo van jezelf.
Het geluid doet er 4 seconde over om te horen.
Hoe groot is de afstand tussen jou en de berg die het geluid terug kaatst?
A
ongeveer 700 meter
B
ongeveer 1400 meter
C
ongeveer 350 meter
D
ongeveer 1000 meter

Slide 33 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 34 - Woordweb

Hebben we de leerdoelen behaald?
  • Je kunt herkennen dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
  • Je kunt herkennen dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid bij echo berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de werking van een echolood beschrijven.

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk 
maken vraag 1 t/m 10
Werkboek B

En neem volgende les
Werkboek B & je BINAS mee!

Slide 36 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?
Erg leerzaam, ik vond de controle vragen tussendoor erg fijn. Zo weet ik zeker dat ik het snap.
Leuk en leerzaam, maar erg lang. Nu moet ik veel opgaven thuis maken
Kunnen we niet gewoon doen zo als we altijd al les hadden?
Ik vind tot nu toe alle lessen natuurkunde verschrikkelijk. Ik zou het graag compleet anders zien.
Ik vind tot nu toe alle lessen natuurkunde verschrikkelijk. Waarom heb ik in hemelsnaam dit vak gekozen?

Slide 37 - Poll