oefenen met toetsvragen renaissance

oefenen met toetsvragen renaissance
1 / 4
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 4 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

oefenen met toetsvragen renaissance

Slide 1 - Tekstslide

De Groningse geleerde Rudolph Agricola (1444-1485) schreef over kunst:

“Bij beeldende kunst genieten we niet van wat we zien, maar van hoe het is weergegeven, omdat we daarin het talent van de kunstenaar herkennen.”

2p 2. Leg uit dat deze opvatting over kunst past bij de Renaissance en niet bij de middeleeuwen.

Slide 2 - Open vraag

bron
 Benvenuto Cellini (1500-1571), een kunstenaar uit Florence, schrijft in zijn autobiografie over voorwerpen die hij vindt in de wijngaarden rond Rome:

Ik was zo gelukkig nog een andere steen te bemachtigen, werkelijk de mooiste topaas die men ooit gezien had, zo groot als een dikke hazelnoot. Er was een Minervakopje in gesneden, zo onbeschrijflijk knap uitgevoerd dat hier de kunst de natuur toch wel evenaarde. Dan had ik nog een heel andere steen, een camee, waarop Hercules was afgebeeld terwijl hij de driekoppige Cerberus vastbindt.

 
Toelichting:

Minerva, Hercules en Cerberus zijn figuren uit de Romeinse mythologie.

Slide 3 - Tekstslide

VRAAG 2

Gebruik bron 1.

Deze bron past bij de Renaissance.

2p Toon dit aan met een verwijzing naar een kenmerkend aspect van die tijd.

Slide 4 - Open vraag