onethisch: bedreigen, manipuleren, chanteren of geweld uitoefenen
ethisch: psychologische technieken (de principes van Cialdini), argumenteren
Slide 2 - Tekstslide
Kern theorieboek pagina 103
Standpunt, argumenten en betoog
argumenteren: met taal proberen een ander te overtuigen
standpunt: dat waar je ander van wil overtuigen. Andere woorden: mening, visie, opvatting, stelling, claim of conclusie.
argumenten: uitspraken die een standpunt ondersteunen of aantonen dat een (andere) mening onjuist is. Woorden als omdat, want, aangezien en immers geven aan dat er een argument volgt.
Alle argumenten bij elkaar noem je de argumentatie, het betoog of de redenering.
Slide 3 - Tekstslide
De schoolleiding adviseert met nadruk....
A
Standpunt
B
Argument
Slide 4 - Quizvraag
Aan welk(e) woord(en) kun je dit zien?
A
schoolleiding
B
adviseert
C
met nadruk
Slide 5 - Quizvraag
Ik vind het een goed voorbeeld van een slechte aanpak.
A
Standpunt
B
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Aan welk(e) woord(en) kun je dit zien?
A
ik vind
B
goed voorbeeld
C
slechte aanpak
Slide 7 - Quizvraag
Aangezien we in dit geval maar beperkt plaats hebben, ....
A
Standpunt
B
Argument
Slide 8 - Quizvraag
Aan welk(e) woord(en) kun je dit zien?
A
aangezien
B
in dit geval
C
maar
Slide 9 - Quizvraag
Het gaat straks regenen (1), ik zou maar een paraplu meenemen (2).
A
1 = standpunt
2 = argument
B
1 = argument
2 = standpunt
Slide 10 - Quizvraag
Gisteren lukte het je ook al niet (1), stop er nou maar mee!(2).
A
1 = standpunt
2 = argument
B
1 = argument
2 = standpunt
Slide 11 - Quizvraag
Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden (1). Dan daalt de criminaliteit (2).
A
1 = standpunt
2 = argument
B
1 = argument
2 = standpunt
Slide 12 - Quizvraag
Snelle e-bikes zijn vaker betrokken bij ongelukken (1): mij zul je niet op zo'n ding zien.
A
1 = standpunt
2 = argument
B
1 = argument
2 = standpunt
Slide 13 - Quizvraag
Kern theorieboek pagina 103
Tegenargument en weerlegging
Twee manieren om andermans argumentatie aan te vallen:
Persoon A: 'Het gaat regenen, neem een paraplu mee.'
tegenargument: laat zien waarom het standpunt onjuist is
Persoon B: 'Nee, die raak ik onderweg altijd kwijt.'
weerlegging:laat zien dat het argument onjuist is
Persoon C: 'Nee, in onze regio blijft het droog.'
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging.
A
Een tegenargument richt zich op een standpunt en een weerlegging op een argument.
B
Een tegenargument richt zich op een voorargument en een weerlegging op een standpunt.
Slide 15 - Quizvraag
Wat vind je het sterkst om de argumentatie van een ander aan te vallen?
Tegen-argument
Weer-legging
Slide 16 - Poll
Kern theorieboek pagina 103
Feiten en niet-feiten
feitelijke uitspraak: waar of onwaar (kun je checken)
waarderende uitspraak: een mening over wat goed of slecht, mooi of lelijk is
standpunten en argumenten kunnen feitelijk óf waarderend zijn
feitelijke uitspraken worden doorgaans aanvaardbaarder gevonden dan niet-feitelijke uitspraken
Slide 17 - Tekstslide
De Rijn is de langste rivier van Europa.
A
Feitelijke uitspraak: waar
B
Feitelijke uitspraak: onwaar
C
Waarderende uitspraak
Slide 18 - Quizvraag
Het eten van groente en fruit vermindert de kans op kanker.
A
Feitelijke uitspraak: waar
B
Feitelijke uitspraak: onwaar
C
Waarderende uitspraak
Slide 19 - Quizvraag
Bij een lekkere gegrilde vis hoort een droge witte wijn.
A
Feitelijke uitspraak: waar
B
Feitelijke uitspraak: onwaar
C
Waarderende uitspraak
Slide 20 - Quizvraag
Voedingssupplementen verhogen de weerstand.
A
Feitelijke uitspraak: waar
B
Feitelijke uitspraak: onwaar
C
Waarderende uitspraak
Slide 21 - Quizvraag
Vliegvakanties zijn schadelijker voor een duurzame wereld dan het eten van vlees.
A
Feitelijke uitspraak: waar
B
Feitelijke uitspraak: onwaar
C
Waarderende uitspraak
Slide 22 - Quizvraag
Meedoen is belangrijker dan winnen.l
A
Feitelijke uitspraak: waar
B
Feitelijke uitspraak: onwaar
C
Waarderende uitspraak
Slide 23 - Quizvraag
Feitelijke uitspraak: waar of onwaar
Waarderende uitspraak
De Rijn is de langste rivier van Europa.
Eten van groente en fruit vermindert de kans op kanker.
Voedingssupple-menten verhogen de weerstand.
Meedoen is belangrijker dan winnen.
Vliegvakanties zijn schadelijker voor een duurzame wereld dan het eten van vlees.
Bij een lekkere gegrilde vis hoort een droge witte wijn.
Slide 24 - Sleepvraag
Wat is het belangrijkste verschil tussen een meningsverschil beslechten en een meningsverschil oplossen?