Formative Grammar - Genitive 's

The Genitive
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

The Genitive

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is de Genitive 's/'of'?
De genitive ('s of s') geeft bezit aan. Je gebruikt de genitive bij:
- Personen
- Woorden die te maken hebben met tijd en afstand
- Plaatsen
 

Slide 4 - Tekstslide

Practice
Hierna volgen oefeningen. Maak een genitive van de woorden tussen haakjes. Als antwoord geef je alleen de genitive, niet de hele zin. Let op je spelling!

Slide 5 - Tekstslide


They visited the (palace/queen) ____

Slide 6 - Open vraag

Excuse me, can you tell me where the (department/children) ____ is?

Slide 7 - Open vraag

The (bikes/boys) ____ looked pretty new.

Slide 8 - Open vraag

(parents/my friend) ____ are both teachers.

Slide 9 - Open vraag

The colour of (bike/my daughter) ____ is pink.

Slide 10 - Open vraag

(friend/Jess) ____ is also a teacher.

Slide 11 - Open vraag

Let’s go to (John) ____ .

Slide 12 - Open vraag

'Joy' is the (name/the school)______.

Slide 13 - Open vraag

These are the (pencils/boys)____.

Slide 14 - Open vraag

(Sister/Peter)____ is eight years old.

Slide 15 - Open vraag

I need some bread, could you get one at the (baker)___.

Slide 16 - Open vraag

Her office is at the (top/the building)_____

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maak de opdrachten van C & D Hoofdstuk 22

Slide 20 - Tekstslide