1 maart groep 6 werkwoorden-lidwoorden-hotel Hallo

Nederlands
Dinsdag 1 maart 2021
MP3
Francien van Beusekom
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Dinsdag 1 maart 2021
MP3
Francien van Beusekom

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag:
  • Liedje
  • Praten over de vakantie
  • Het Jeugdjournaal, heb je gekeken?
  • Werkwoorden herhalen en 'aan het....'
  • Lidwoorden
  • Hotel Hallo

Slide 2 - Tekstslide

Liedjes zingen

Slide 3 - Tekstslide

Praten over de vakantie.
Hoe was je vakantie?
................................
Wat heb je gedaan?
...............................

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk:
Kijk tenminste 3x per week het 
Jeugdjournaal.
Vul de vragen in op het werkblad.

Slide 5 - Tekstslide

Het Jeugdjournaal

Kijk tenminste 3x per week naar het Jeugdjournaal.
Dit is op televisie om 8. 45 uur of om 19.00 uur.
In het weekend is het alleen om 19.00 uur. Je kunt ook op internet kijken op www.jeugdjournaal.nl
Datum dat ik gekeken heb:
………………………………………..
De presentator vandaag is:
………………………………………..
Noem 3 onderwerpen van het Jeugdjournaal van vandaag:
…………………………………………
…………………………………………
…………………………………………
Het onderwerp dat ik het leukste of interessantste vond:
…………………………………………
Het weerbericht is:
…………………………………………











Slide 6 - Tekstslide

Wat is goed?
A
Jij sta
B
Hij danst
C
Ik zwemm
D
Wij verhuizt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Ik lacht
B
Hij hoort
C
Wij renn
D
Kijkt jij?

Slide 8 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Ik prat
B
Jij snappt
C
Hij drinke
D
Jullie eten

Slide 9 - Quizvraag

De leraar ........(weten) het soms ook niet.

Slide 10 - Open vraag

Hij ............(schaatsen) naar de overkant

Slide 11 - Open vraag

Ik ben aan het.......
lopen
rennen
fietsen
slapen
zingen
huilen
zwemmen
I am...........
walking
running
cycling
sleeping
singing
crying
swimming

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf op in het Nederlands:
I am working

Slide 13 - Open vraag

Schrijf op in het Nederlands:
I am eating

Slide 14 - Open vraag

Schrijf op in het Nederlands:
I am running

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Enkelvoud (singular)
The
De deur
Het paard
Enkelvoud (singular)
A/An
Een deur
Een paard
Meervoud (plural) 
The
De paarden
De deuren

Slide 17 - Tekstslide

      DE
(singular)
De hond
De neus
De tuin
De grap
De computer
De school
De juf
De boot
De broek
De vriend
De auto
De fiets
De stad
De stap
De televisie
De pet
De taal
De baard

Slide 18 - Tekstslide

      HET
(singular)
Het paard
Het vriendje
Het mes
Het water
Het hondje
Het land
Het schaap
Het scherm
Het kind
Het oor
Het huis
Het verhaal
Het bootje
Het ijs
Het boek
Het werk
Het hart
Het hotel

Slide 19 - Tekstslide

Het-woorden

Slide 20 - Woordweb

De-woorden

Slide 21 - Woordweb

..........ijs
A
De
B
Het

Slide 22 - Quizvraag

..........hond
A
De
B
Het

Slide 23 - Quizvraag

..........huis
A
De
B
Het

Slide 24 - Quizvraag

..........school
A
De
B
Het

Slide 25 - Quizvraag

..........deur
A
De
B
Het

Slide 26 - Quizvraag

..........school
A
De
B
Het

Slide 27 - Quizvraag

.........land
A
De
B
Het

Slide 28 - Quizvraag

..........stad
A
De
B
Het

Slide 29 - Quizvraag

..........school
A
De
B
Het

Slide 30 - Quizvraag

..........deurtje
A
De
B
Het

Slide 31 - Quizvraag

Kijk goed naar deze woorden:
de baard
de pet
het programma
de televisie
vriendelijk
gemeen
het woord
het scherm

Slide 32 - Tekstslide

Schrijf op:

Slide 33 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 34 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 35 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 36 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 37 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 38 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 39 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide