Verkleinwoorden hm1a

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Noteer het verkleinwoord van:

scherm

Noteer het verkleinwoord van:

varken

Noteer het verkleinwoord van:

ring

Noteer het verkleinwoord van:

paling

Verkleinwoorden

Vaak hoor je hoe je een woord moet verkleinen

Let op:

1. ng wordt soms nk 

paling = palinkje

kring = kringetje

Noteer het verkleinwoord van:

pizza

Noteer het verkleinwoord van:

café

Noteer het verkleinwoord van:

foto

Verkleinwoorden

Vaak hoor je hoe je een woord moet verkleinen

Let op:

2. woorden die eindigen op klinker (a, é, o en u), wordt de klinker verdubbeld

pizza = pizaatje

coupé = coupeetje

Noteer het verkleinwoord van:

kiwi

Verkleinwoorden

Vaak hoor je hoe je een woord moet verkleinen

Let op:

3. woorden die eindigen op -i verandert de -i in -ie

kiwi = kiwietje

Noteer het verkleinwoord van:

smiley

Noteer het verkleinwoord van:

pc

Noteer het verkleinwoord van:

gat

Verkleinwoorden

paling = palinkje

kring = kringetje

pizza = pizzaatje / coupé = coupeetje / accu = accuutje

kiwi = kiwietje

party = party'tje

smiley = smileytje

pc = pc'tje

gat = gaatje