3.6.1 Omrekenen. Breuken, Kommagetallen en Procenten (uitleg)

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISK

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek (Staart rekenen of Smart rekenen of foutloos rekenen), Chromebook, JdW-map, schrift met wiskunde rijtjes papier, pen, potlood, liniaal of geodriehoek, gum. 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
3.6.1 Omrekenen. Breuken, Kommagetallen en Procenten 
Leerdoelen: 
Wat zijn procenten?
Omrekenen : Breuken, Kommagetallen en Procenten 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Piet heeft 30 procent van de batterij van zijn telefoon gebruikt. Hoeveel procent heeft hij nog over?
A
20 procent
B
80 procent
C
70 procent
D
50 procent

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van dit raster is blauw?
A
10 procent
B
20 procent
C
25 procent
D
50 procent

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent
is uitputbaar?
A
37,3 procent
B
58 procent
C
50 procent
D
80 procent

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent
is
hernieuwbaar?
A
42 procent
B
58 procent
C
50 procent
D
80 procent

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent is het kommagetal 0,25
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zet je 0,33 om naar percentage?
A
0,333%
B
330%
C
33%
D
3,3%

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 0,05 in procenten?
A
0,05%
B
5%
C
0,5%
D
50%

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is 1,5 in procenten?
A
15%
B
0,15%
C
150%
D
1,5%

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 0,2 als percentage?
A
2%
B
20%
C
0,2%
D
200%

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zet je 0,75 om naar een percentage?
A
0,075%
B
75%
C
7,5%
D
0,75%

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

schrijf als kommagetal:
36%
A
3,6
B
0,036
C
0,36
D
0,0036

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 75% als kommagetal?
A
0,90
B
0,75
C
0,25
D
0,50

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van 65% een kommagetal.
A
6.5
B
0.6
C
0.065
D
0,65

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 25% in kommagetal?
A
0,10
B
0,5
C
0,25
D
0,75

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf als kommagetal:
1,5%
A
0,15
B
1,5
C
0,015
D
0,0015

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 20% op als kommagetal?
A
0,2
B
0,5
C
1/2
D
1/5

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 60% op als kommagetal?
A
6/10
B
3/5
C
0,6
D
6/100

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 23% als kommagetal
A
2,3
B
0,2
C
0,023
D
0,23

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf als kommagetal:
15%
A
0,15
B
1,5
C
0,015
D
15

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 33% als kommagetal
A
33,0
B
3,30
C
0,33
D
0,033

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 1,7% als kommagetal
A
0,17
B
0,017
C
0,0017
D
1,7

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het kommagetal die hoort bij 18%?
A
1,8
B
0,18
C
18
D
0,018

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt breuken en decimale getallen vergelijken

2/7 < 0,56
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt breuken en decimale getallen vergelijken

3/4 < 0,36
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt breuken en decimale getallen vergelijken

1/10 < 0,01
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt breuken en decimale getallen vergelijken

3 3/17 < 4,01
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies