Afsluiting: moduletoets H7, 8 en 9

Afsluiting: Uitleg H7, 8 en 9


Verhoudingen
Procenten
Procentuele toename en afname
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Afsluiting: Uitleg H7, 8 en 9


Verhoudingen
Procenten
Procentuele toename en afname

Slide 1 - Tekstslide

Verhoudingen
Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden. 
Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken.

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.
Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Slide 2 - Tekstslide

Percentage
Breuk
Verhouding
1%
  1  
100
1 op de 100
20%
             1
             5
1 op de 5
5%
             1 
            20
1 op de 20
15%
            
            20
3 op de 20
80%
              4
              5
4 op de 5
70%
              7 
             10
7 op de 10
Percentage
decimaal
25%
0,25
12,5%
0,125
40%
0,4
20%
0,2
65%
0,65
4%
0.04
5%
0,05
2,5%
0,025

Slide 3 - Tekstslide

Begin 8.2
3 verschillende manieren:

Eerst naar 1% 
Met een decimaal getal
Met een verhoudingstabel

Slide 4 - Tekstslide

Naar 1 %
Eerst delen door 100
Dan keer het aantal procent dat je nodig hebt

Ik wil 22% van 600 gram uitrekenen
1% van 600 gram = 6
22 x 6= 132

Slide 5 - Tekstslide

Met een decimaal getal
Eerst van % een decimaal getal maken
Dan het decimaal getal vermenigvuldigen met het getal dat je wil hebben

Ik wil 22% van 600 gram uitrekenen
22% = 0,22
0,22 x 600 = 132

Slide 6 - Tekstslide

Met een verhoudingstabel

Slide 7 - Tekstslide

Toegepast rekenen
Als je rekent met afname of toename in procenten moet je eerst bedenken wat je gaat berekenen. Dit kunnen de volgende 4 dingen zijn:

1. de afname
2. de toename
3. het nieuwe totaal
4. het oude totaal

Als je dit weet kun je de juiste formule/berekenwijze toepassen.

Slide 8 - Tekstslide

Afname omrekenen naar procenten
Je kunt uitrekenen welk percentage er bij een afname hoort. Let goed op welke informatie gegeven is! 
Stap 1: 
Reken het oude totaal uit (100%)
Stap 2: 
Reken de procentuele afname uit door: 
afname : totaal x 100% = afname in procenten

Slide 9 - Tekstslide

Afname omrekenen naar procenten (voorbeeld)
Bouchra betaal €32 voor een lamp. Ze heeft €8 korting gekregen. Hoeveel procent korting heeft Bouchra gekregen? 
Stap 1: 
Reken het oude totaal uit (100%)
Stap 2: 
Reken de procentuele afname uit door: 
afname : totaal x 100% = afname in procenten

Slide 10 - Tekstslide

Toename omrekenen naar procenten
Je kunt uitrekenen welk percentage er bij een afname hoort. Let goed op welke informatie gegeven is! 
Stap 1: 
Reken eerst de toename uit.
Stap 2: 
Reken de procentuele toename uit door: 
Maak gebruik van een verhoudingstabel

Slide 11 - Tekstslide

Afname omrekenen naar procenten (voorbeeld)
Honkbalvereniging THV had vorige jaar 400 leden. Dit jaar heeft de honkbalvereniging 460 leden. Met hoeveel procent is het aantal leden toegenomen?
Stap 1: 
Reken eerst de toename uit.
Stap 2: 
Reken de procentuele toename uit door: 
aantal leden
        400
           60
percentage
       100%

Slide 12 - Tekstslide

Oude totaal berekenen
Het oude totaal is altijd 100. Je moet dus bij het oude totaal terugrekenen naar 100%. 

Stap 1: 
Reken de nieuwe prijs uit. 
Stap 2: 
Reken het oude totaal (100%) uit
Dit is de prijs met de korting eraf
Dit doe je met een verhoudingstabel
percentage
            100%
...
Dit is de prijs met de korting eraf of het percentage dat bij de nieuwe prijs hoort

Slide 13 - Tekstslide