Koude Oorlog 2025

oefenvragen 
de Koude Oorlog
2025 
klas A3A
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

oefenvragen 
de Koude Oorlog
2025 
klas A3A

Slide 1 - Tekstslide

Op deze bron zien we De Koude Oorlog verbeeld.
Leg deze afbeelding uit en beschrijf daarin alles
wat je ziet op de bron.
Geef zo antwoord: Ik zie in de bron.....dat betekent.....

Slide 2 - Open vraag

Wat waren de drie afspraken in 1945 in Jalta en Potsdam?

Slide 3 - Open vraag

1. Bij welke politieke ideologie hoort deze vlag ?
2. Wat is de symboliek van de hamer en sikkel ?
3. Welk economisch systeem heeft zo een land ?
4. Welk economisch systeem heeft Nederland in 2025?
5. Wat is het grote verschil tussen deze twee economische systemen?

Slide 4 - Open vraag

1. Welke twee 'blokken' herken je op de afbeelding?
2. Hoe zijn deze ontstaan?
3. Welke begrip past er bij de zwarte lijn tussen
het blauwe en het rode gebied?

Slide 5 - Open vraag

Waarom wordt de Koude Oorlog de Koude Oorlog genoemd?
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Geen echte oorlog maar wel veel dreiging, spanning en irritatie.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 6 - Quizvraag

De Koude Oorlog begint:
A
Na de verovering van Berlijn door de Russen
B
De dood van Roosevelt (april 1945)
C
De nederlaag van Japan
D
Na WOII in 1945

Slide 7 - Quizvraag

Tekst
Tekst
Westblok
Oostblok

Kapitalisme
Het Westen

Communisme
Het Oosten

Dictatuur

Democratie

Censuur (kritiek op overheid is verboden)

Slide 8 - Sleepvraag

A. Leg uit wat het Wirtschaftwunder is (blz. 22 tekstboek).
B. Leg uit (zelf bedenken) waarom het voor Duitsland en Europa heel prettig was dat Duitsland tussen 1945 en 1955 toch weer een(economisch) sterk land werd.

Slide 9 - Open vraag

 
Wirtschaftwunder en planeconomie
1949: wat gebeurde er toen?
West-Duitsland --> Wirtschaftwunder (economisch wonder)
West-Duitsland werd al heel snel economisch gezond en strek.
Oost-Duitsland --> planeconomie
-planeconomie is een economisch systeem waarbij de regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd moet worden.
Dit hoort bij het communistische systeem. 

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer de BRD (West-Duitsland) en de DDR (Oost-Duitsland) in 1949 eigen landen worden krijgen zij allebei een eigen regering en ambassades in het buitenland. De BRD komt zelfs bij de NAVO in 1955 en de DDR bij het Warschaupact - ook in 1955. Maar zijn deze twee landen daarmee ook onafhankelijk, of worden ze eigenlijk nog steeds bestuurd door Amerika en Rusland? Geef je eigen mening.


Slide 11 - Open vraag

Na 1949 wordt het duidelijk dat de verdeling van Duitsland niet verliep zoals gepland. De vier zones willen niet samen werken, vooral de Westerse zones willen niet samen werken met de Russische zone. Hierdoor wordt er gesproken om Duitsland weer samen te voegen tot één land. Maar hier is vooral Frankrijk erg op tegen. Geef 1 reden waarom Frankrijk tegen de hereniging van Duitsland zou zijn?

Slide 12 - Open vraag


Wat is de beste samenvatting van de Trumanleer?
A
Communisme moet altijd en overal bevochten worden, ook in landen die ver van de Verenigde Staten liggen.
B
Als een land communistisch dreigt te worden, mag de Verenigde Staten dat land helpen om het communisme tegen te houden.
C
De westerse invloedssfeer is de sterkste, en dat moet zo blijven.
D
Elk Europees land dat dat wil, krijgt Marshallhulp.

Slide 13 - Quizvraag

Dominotheorie
Trumanleer
Leren
Dominotheorie. Als 1 land communistisch wordt volgen andere landen ook.  

Slide 14 - Tekstslide

a. Omschrijf wat je ziet op de bron.
Ik zie in de bron.....................dat betekent.............................
b. Leg het begrip Dominotheorie uit met behulp van deze bron.

Slide 15 - Open vraag

leren

  • In 1945 is er een enorme oorlogsschade in heel Europa
  • Tijdens periode van armoede is communisme een aantrekkelijk idee
  • Trumanleer (tegen communisme)
  • Marshallhulp. Economische hulp aan naoorlogs Europa. Ook voor de verslagen vijand Duitsland. 

Trumanleer: Idee dat de VS mogen ingrijpen zodra een land communistisch dreigt te worden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

1. Amerika vindt dat heet Europa geholpen moet worden. Waarom was dit ook goed voor Amerika?
2. Maar er was ook angst voor...............?
3. Het Marshallplan was er voor West-Europa en voor Oost-Europa. Waarom deed Oost-Europa toch niet mee?
4. Waarom vonden de Amerikanen het belangrijk dat er werd samengewerkt in Europa? (zelf bedenken)

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

In dia 19 zie je een beeldbron.

1. Wie is de persoon op de prent?
2. Welk symbool staat er op de pijp?
3. Wat is de betekenis van dit symbool?
4. Door wie is de bron gemaakt? De Amerikanen of de Russen? Beargumenteer je keuze.





Slide 20 - Open vraag

5. Wat is de boodschap die de tekenaar wil meegeven?
Ik zie in de bron (omschrijf de beeldelementen) ..............................
Dat betekent (geef nu een uitleg).................................................................
Probeer eerst zelf een goed antwoord te geven.
Kijk daarna pas naar mijn antwoord.
Dit is een goede oefening voor de toets.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

In dia 41 zie je een beeldbron. De gele pijlen geven aan wat belangrijk is.

1. Wanneer is de bron gemaakt? Bekijk je tijdbalk en beargumenteer je keuze.
2. Wie zijn deze personen en waarom boksen zij tegen Europa en Azië?
3. Wat is de boodschap die de tekenaar wil meegeven? Ik zie in de bron............dat betekent...........





Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

In dia 43 zie je een beeldbron

1. Welke leider uit welk land zien we op de bron?
2. Waarom zou deze leider het Marshallplan willen blokkeren?



Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

In dia 26 zie je een beeldbron
1. Kijk goed naar de bron. Door wie is deze gemaakt? Een Westers land of een Oostblok land? beargumenteer je keuze met beeldelementen uit de bron.
2. Wat is het 'Iron curtain' en waarom is dat 'Made in Moscow'?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide


Lees dia 28 goed door.
1. Wat bedoelde Churchill met een ijzeren gordijn?
2. Welke verandering is er in Oost-Europa volgens Churchill opgetreden?
3. Welke twee machtsblokken staan volgens Churchill tegenover elkaar?
4. Waarom is er volgens Churchill in het Oosten geen democratie?


Slide 29 - Open vraag

In deze bron zien we een verwijzing naar het eerste conflict.
1. Welke was dat? en wanneer was dat?
2. Wat was de reden voor dit eerste conflict?
3. Hoe eindigt dit eerste conflict?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

(Engelse tekst op de bommen: mag niet gebruikt worden omdat de vijand misschien terug zal slaan)

A.) Door wie denk je is de bron gemaakt (persoon uit welk land)? Beargumenteer waarom.
B.) Wanneer is de bron gemaakt? Beargumenteer waarom.
C.) Bij welk onderwerp past deze bron? Beargumenteer waarom.
D.) Waarom en door wie wordt er met pijl en boog op elkaar geschoten? Leg je antwoord uit.
E.) Wat is de boodschap die de tekenaar aan de kijker wil meegeven?


Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

A: in de tekst wordt over twee systemen gesproken. Welke twee systemen zouden hiermee bedoeld worden?
B. Noem bij beide systemen een land dat zo bestuurd wordt.
C: Het tweede deel van de tekst gaat over de steun die de V.S. moet geven? Aan wie wil de V.S. steun geven?
D: Waarom zou de VS steun geven aan deze landen?

Slide 34 - Open vraag