3.2 Wie is de baas?

Welkom!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen 3.2 - Wie is de baas?
  • Korte uitleg
  • Samenvattende opdrachten 3.2 maken
  • Samenvattende opdrachten nakijken
  • LessonUp
  • Herhalen leerdoelen 3.2 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2 Wie is de baas?
  1. Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.
  2. Je weet wat een arbeidsovereenkomst is.
  3. Je weet hoelang een proeftijd mag duren.
  4. Je weet wat het verschil is tussen een vaste baan en een tijdelijke baan.
  5. Je weet wat een flexibele baan is.

Slide 3 - Tekstslide

Bedrijf
Werkzoekende
Solliciteren
Vacature
De arbeidsmarkt
(herhaling)

Slide 4 - Tekstslide

Aangenomen! 
Maar dan?

Slide 5 - Tekstslide

Werkgever
Werknemer
Werkgever & Werknemer

Slide 6 - Tekstslide

Werkgever
Werknemer
Werkgever & Werknemer
Arbeidsovereenkomst

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden, zoals:
  • Hoeveel uur per week;
  • Wat je loon is, en;
  • Hoeveel vakantiedagen.

Slide 8 - Tekstslide

1. Samenvattende vragen 3.2 maken!
Maak zelfstandig de samenvattende vragen van hoofdstuk 3.2
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

2. Samenvattende vragen 
klassikaal nakijken!

Slide 10 - Tekstslide

Pak je laptop erbij!

Slide 11 - Tekstslide

Bart werkt als vakkenvuller bij de AH, Bart is een...
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 12 - Quizvraag

Een voorbeeld van een arbeidsvoorwaarde is het aantal uur dat je per week werkt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Bram heeft zijn eigen bakkerij met meerdere mensen die voor hem werken. Bram is een...
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 14 - Quizvraag

Wat is géén voorbeeld van een arbeidsvoorwaarde?
A
Hoeveel uur je per week werkt
B
Of je baas aardig is.
C
Hoeveel vakantie dagen je hebt.
D
Wat je loon is.

Slide 15 - Quizvraag

Tijdens een proefperiode kan je als werknemer elk moment stoppen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Hoelang mag een proeftijd maximaal duren?
A
1 maand
B
2 maanden
C
3 maanden
D
4 maanden

Slide 17 - Quizvraag

Als er een einddatum in je arbeidscontract staat dan heb je een..
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan
C
Flexibele baan
D
Deeltijdbaan

Slide 18 - Quizvraag

Verschil tijdelijke & vaste baan
  • Vaste baan = arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (zonder einddatum in contract)
  • Tijdelijke baan = arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (met einddatum in contract)

Slide 19 - Tekstslide

In het contract van Pim staat dat hij bij de Jumbo werkt tot 23 maart 2023.
Pim heeft een...
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor baan heb je als je alleen werkt op de momenten dat een bedrijf je nodig heeft?
A
Deeltijdbaan
B
Vaste baan
C
Flexibele baan
D
Tijdele baan

Slide 21 - Quizvraag

Kees werkt bij de Efteling via een uitzendbureau. Wie betaalt zijn loon dan?
A
Het uitzendbureau
B
De Efteling

Slide 22 - Quizvraag

Loon via een uitzendbureau
Bedrijf                             Uitzendbureau                               Werknemer
Betaald
Betaald

Slide 23 - Tekstslide

Zet begrippen bij de juiste betekenis!
Werknemer
Werkgever
Proeftijd
Iemand die in dienst is van een baas en betaald werk doet.
Iemand die een of meer mensen in loondienst heeft
Een periode waarin werknemer en werkgever kunnen opzeggen als het niet bevalt.

Slide 24 - Sleepvraag

Flexibele baan
Vaste baan
Tijdelijke baan
Je werkt alleen op momenten dat het bedrijf je nodig heeft.
Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dus zonder einddatum.
Werk voor bepaalde tijd, tot een besproken einddatum.

Slide 25 - Sleepvraag

Leerdoelen 3.2 Wie is de baas?
  1. Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.
  2. Je weet wat een arbeidsovereenkomst is.
  3. Je weet hoelang een proeftijd mag duren.
  4. Je weet wat het verschil is tussen een vaste baan en een tijdelijke baan.
  5. Je weet wat een flexibele baan is.

Slide 26 - Tekstslide