3HA - Sprechen K3

Kapitel 3 - Sprechen

Sprachmittel Unterwegs
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 3 - Sprechen

Sprachmittel Unterwegs

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan in het Duits de weg vragen en wijzen 
en
de sch, sp en st 
uitspreken

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
- Wiederholung Modalverben  - HW Seite 142 und 143 
- Sprechen
Seite 112, 113, 114 und 116
Aufgabe 26, 28 und 29 samen
Aufgabe 30, 31 und 116 met zijn tweeën (hulp blz 149 en 150)
Klaar? Quizlet K3 Sprachmittel

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling Modalverben in de tegenwoordige tijd
Grammatikübersicht Seite 149, 150
können - kunnen
müssen - moeten
dürfen - mogen
wollen - willen
wissen - weten

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer moet ik?

Slide 5 - Open vraag

Mag ik u iets vragen?

Slide 6 - Open vraag

De metro rijdt elke 15 minuten.

Slide 7 - Open vraag

Welke stelling is op jou van toepassing?
A
Ik vind dit nog moeilijk (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (kwestie van oefenen)
C
Ik snap en kan dit (bijna alles goed)
D
Ik kan het een ander uitleggen

Slide 8 - Quizvraag

HANDIGE TIP!
Stap 1: Leer de stam van de verleden tijd, dus konn-, muss-, durf-, woll- & wuss-.
Stap 2: Leer de uitgangen van de verleden tijd, dus: -te, -test, -te, -ten, -tet, -ten.

Slide 9 - Tekstslide

HANDIGE TIP!
Stap 1: Leer de stam van de verleden tijd, dus konn-, muss-, durf-, woll- & wuss-.
Stap 2: Leer de uitgangen van de verleden tijd, dus: -te, -test, -te, -ten, -tet, -ten.          

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden Präteritum
früher - vroeger
letzte - laatste
gestern - gisteren
damals - toen

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
Kies de juiste vorm!

Slide 12 - Tekstslide

Warum ...... (können) du letzte Woche nicht kommen?
A
konnte
B
konntest
C
konntet
D
konnten

Slide 13 - Quizvraag

Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
durfte
B
durftest
C
durftet
D
durften

Slide 14 - Quizvraag

Früher ....... (dürfen) ich nur bis 12 Uhr ausgehen.
A
durfte
B
durftest
C
durftet
D
durften

Slide 15 - Quizvraag

Ich hatte schlechte Launa. Ich ........... (können) nicht lernen.
A
konnte
B
konntest
C
konntet
D
konnten

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht 2
Zet het Modalverb in de verleden tijd. 

Slide 17 - Tekstslide

Früher ........ (dürfen) mein Opa drinnen rauchen.

Slide 18 - Open vraag

Ich ...... (können) letzte Woche leider nicht mitgehen.

Slide 19 - Open vraag

Warum ...... (wollen) er nicht met dem Auto nach Spanien fahren?

Slide 20 - Open vraag

Sie hatte 38 Grad Fieber. Sie (enkelvoud) ...... (dürfen) nicht nach draußen gehen.

Slide 21 - Open vraag

Welke stelling is op jou van toepassing?
A
Ik vind dit nog moeilijk (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (kwestie van oefenen)
C
Ik snap en kan dit (bijna alles goed)
D
Ik kan het een ander uitleggen

Slide 22 - Quizvraag