7.1 Soorten

Soort
Een groep organismen die zich onderling onderling geslachtelijk voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Soort
Een groep organismen die zich onderling onderling geslachtelijk voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen

Slide 1 - Tekstslide

Naamgeving van soorten
  1. Geslachtsnaam
    Dit wordt altijd met een hoofdletter aangegeven!
  2. Soortnaam
  3. Ondersoort (niet altijd!)
    Dit is zijn organismen van dezelfde soort die vaak in een ander gebied voorkomen en in uiterlijk verschillen van elkaar, maar niet genoeg om tot een eigen soort te worden gerekend

Slide 2 - Tekstslide

Ordening
Organismen worden bij elkaar gebracht in steeds grotere groepen

Hoe bepaal je welke organismen bij elkaar horen en welke niet?

Slide 3 - Tekstslide

Ordening

Slide 4 - Tekstslide

Tolerantie

Slide 5 - Tekstslide

Kunnen soorten 3 en 4 in hetzelfde gebied leven?

Slide 6 - Open vraag

Wie heeft het grootste tolerantiegebied?

Slide 7 - Open vraag

Wie heeft hoogste optimumtemperatuur?

Slide 8 - Open vraag

Leg uit hoe tolerantiegrenzen een van de redenen kan zijn voor het verdwijnen van soorten door klimaatverandering?

Slide 9 - Open vraag

Populatiedichtheid
Populatiegrootte

Slide 10 - Tekstslide

Veranderingen in populatiegrootte

Slide 11 - Tekstslide

Exoten
Organismen die zich hebben gevestigd in een land waar ze oorspronkelijk niet vandaan komen 

  • Direct of indirect ingevoerd door de mens
  • Kunnen zich onafhankelijk voortplanten!

Slide 12 - Tekstslide

Draagkracht

Slide 13 - Tekstslide

In een achtertuin groeien de grassen 'Carex pendula' en 'Carex flacca'. Behoren deze tot dezelfde populatie?
A
Ja, want ze leven in hetzelfde gebied
B
Nee, het gebied is te klein voor een populatie
C
Ja, want het zijn beide grassen
D
Nee, want ze behoren niet tot dezelfde soort

Slide 14 - Quizvraag

Waardoor kon de Grauwe gans in Nederland een plaag worden?
A
alleen doordat er een overmaat aan voedsel is
B
alleen doordat er weinig predatoren in het gebied zijn
C
alleen doordat de ganzen maar een deel van het jaar in NL verblijven
D
alleen door het overmaat aan voedsel en het geringe aantal predatoren in het gebied

Slide 15 - Quizvraag

Welke soortnaam is correct geschreven?
A
pinus mugo
B
Pinus mugo
C
pinus Mugo
D
Pinus Mugo

Slide 16 - Quizvraag

1 = Betta pallifina,
2 = Crataegus splendens
3 = Betta splendens
Welke van deze drie soorten zijn het meest aan elkaar verwant?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
huh?

Slide 17 - Quizvraag