Paragraaf 1.2 - Onderzoeken

1.2 Onderzoeken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

1.2 Onderzoeken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1.2.1 Je kunt uitleggen waarom je onderzoek doet bij nask.
1.2.2 Je kunt benoemen wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
1.2.3 Je kunt beschrijven hoe je voorzichtig aan onbekende stoffen moet ruiken.
1.2.4 Je kunt uitleggen waarom je bij natuurkunde en scheikunde nooit mag proeven van een stof.
1.2.5 Je kunt beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Bij natuurkunde en scheikunde doe je onderzoek. Met onderzoek kun je dingen ontdekken. Bij onderzoek moet je goed opletten wat er gebeurt. Je moet dus goed waarnemen.

Slide 3 - Tekstslide

Zintuigen


Bij natuurkunde en scheikunde leer je niet alleen theorie uit het boek. Je gaat ook zelf onderzoek doen (afbeelding 1). Op die manier ontdek je dingen over stoffen en natuurverschijnselen.

Bij onderzoek moet je precies waarnemen wat er gebeurt.
Waarnemen doe je met je zintuigen (afbeelding 2). Met je zintuigen kun je:
• zien;
• horen;
• ruiken;
• voelen;
• proeven.
Bij onderzoek mag je altijd zien, horen en voelen. Voor ruiken en proeven gelden speciale regels.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bij natuurkunde en scheikunde doe je soms onderzoek.
Waarom doe je onderzoek?
A
om iets te maken
B
om iets te onderzoeken
C
om iets terug te vinden
D
om iets van buiten te leren

Slide 7 - Quizvraag

Voorzichtig ruiken
De damp van sommige stoffen is giftig. Als je die damp inademt, dan kun je ziek worden. Daarom mag je nooit zomaar ruiken aan een stof. Je moet altijd voorzichtig zijn met ruiken. Voorzichtig ruiken doe je zo:
• Houd de fles een beetje van je af.
• Haal de dop van de fles.
• Wuif met je hand boven de fles, zodat de damp wordt verdeeld in de lucht.
• Snuif een beetje van die lucht op.
Zo adem je nooit te veel slechte stof in (afbeelding 6).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Nooit proeven!



Sommige stoffen bij natuurkunde en scheikunde zijn giftig. Je kunt er heel erg ziek van worden. Daarom mag je nooit proeven van een stof!

Slide 10 - Tekstslide

Voor welke twee waarnemingen gelden speciale regels?

Slide 11 - Open vraag

Onderzoek doen
Bij natuurkunde en scheikunde doe je onderzoek om dingen te ontdekken. Een onderzoek begint met een onderzoeksvraag. Daarin staat wat je wilt ontdekken. Een voorbeeld van een onderzoeksvraag is: wat is de temperatuur van kokend water? Soms mag je zelf een onderzoeksvraag bedenken.
  

Na het onderzoek heb je iets ontdekt. Je hebt dan een conclusie. De conclusie van het onderzoek is het antwoord op je onderzoeksvraag. Een conclusie kan zijn: de temperatuur van kokend water is 100 graden Celsius.

Slide 12 - Tekstslide

Welke waarnemingen mag je bij een onderzoek altijd doen?
A
horen en proeven
B
ruiken en voelen
C
proeven en voelen
D
horen en zien

Slide 13 - Quizvraag

Onthoud
Onderzoek doe je om dingen te ontdekken.
  

Waarnemen doe je met je zintuigen.
Met je zintuigen kun je zien, horen, ruiken, voelen en proeven.
Bij onderzoek moet je voorzichtig ruiken.
Bij onderzoek mag je nooit proeven.

De onderzoeksvraag is: wat je wilt ontdekken.
De conclusie van een onderzoek is: wat je hebt ontdekt.

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
Wat: lees paragraaf 1.2
Huiswerk: opdrachten 1 t/m 12 van paragraaf 1.2 & Test jezelf
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!
Hulp: Geen
Tijd: 50 minuten lang
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 15 - Tekstslide