3. Is de ene cultuur beter dan de andere?

H4 Pluriforme Samenleving
§3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

  1. Terugblik §1-2
  2. Aan de slag
  3. Afsluiten

Hoe is Nederland pluriform geworden?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H4 Pluriforme Samenleving
§3 Is de ene cultuur beter dan de andere?

  1. Terugblik §1-2
  2. Aan de slag
  3. Afsluiten

Hoe is Nederland pluriform geworden?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen §4.3 Aan het einde van de les...
  • Kun je het begrip cultuur uitleggen in eigen woorden en voorbeelden noemen bij het begrip.
  • Kun je bij dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur voorbeelden noemen en de begrippen uitleggen in eigen woorden.
  • Kun je opnoemen welke migratie motieven er zijn en voorbeelden noemen bij de verschillende motieven.
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat de begrippen integratie, assimilatie en segregatie inhouden. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde ik de vorige les?
  • Stereotype
  • Vooroordeel
  • Discriminatie
Terugblik vorige les

Slide 3 - Tekstslide

  • Beeldvorming: de media beïnvloedt het beeld en onze voorstellingen van bepaalde personen en groepen mensen
  • Stereotype: een vaststaand beeld over een groep mensen
  • Vooroordeel: een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
  • Discriminatie: het maken van onderscheid op basis van kenmerken die er niet toe doen
Sleep de kenmerken naar het juiste woord.
Stereotype
Vooroordeel
Mening niet gebaseerd op feiten. 
Kan zowel positief als negatief zijn.
Kenmerk van de groep wordt sterk overdreven.
Kan leiden tot discriminatie.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Vergeet niet alle begrippen uit te leggen!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Cultuur: Het geheel van waarden, normen, rituelen en uitingsvormen die mensen met elkaar delen en als vanzelfsprekend beschouwen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Waar moet jij aan denken bij de Nederlandse cultuur? Zoek daar een foto van.
Waar moet jij aan denken bij de Nederlandse cultuur? Zoek daar een foto van.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur
Dominante cultuur: alle waarden en normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuilen
Zuil: een groep van gelijkgestemden.




Jaren '60 --> De Nederlandse dominante cultuur veranderde in snel tempo.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontzuiling

  • Minder afhankelijk van Kerk en familie.
  • Betere opleidingen.
  • Mensen worden zelfstandiger.
  • Mensen gaan meer aan zichzelf denken.
    "individualisering"


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subcultuur
Subcultuur: Binnen een subcultuur zijn sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken anders

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woonplaats
  • Dorp/stad
Soorten subculturen
Herkomst
  • Migratie-achtergrond
  • Etnische
     
    subcultuur 
Religie
  • Kerk/ moskee/ synagoge
  • Feesten
  • Muziek
  • Werk
  • Politiek

Slide 13 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over de oorsprong van sommige subculturen. Geef aan waar de oorsprong van de subcultuur ligt.
Migratie motieven
Mensen uit een etnische subcultuur delen waarden, normen en andere cultuurkenmerken, zoals taal, op grond van afkomst.

  • Koloniale verleden
  • Werk gastarbeiders (+ gezinshereniging)
  • Asiel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feyenoorders 
Motorrijders Hells Angels
Cheerleaders
Musici klassieke muziek
Religieuzen
Voorbeelden van Subculturen in Nederland

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behoor jij tot een subcultuur? Zo ja, welke?

Behoor jij tot een subcultuur? Zo ja, welke?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tegencultuur
Tegencultuur: Soms zet een groep mensen zich af tegen de dominante cultuur. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden
tegenculturen

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de plaatjes naar de juiste cultuurgroep. 
Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kortom: veel diversiteit
Vraag: is dat een probleem? 
Hoe leven we samen? 

>>>>

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • Migranten nemen een deel van de dominante cultuur over, maar behouden ook veel dingen van de eigen cultuur.
  • Er is sprake van een uitwisseling tussen de subculturen van nieuwkomers             en de dominanten Nederlandse cultuur. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Hele eigen cultuur wordt vervangen door 
de dominante cultuur waar je woont. 
Je past je dus helemaal aan.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Er is een sterke scheiding tussen de 
verschillende groepen.
Meer scheiding leidt tot meer vooroordelen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van assimilatie, segregatie of integratie? Leg uit.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van assimilatie, segregatie of integratie? Leg uit.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is Nederland
pluriform geworden?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen §4.3 Aan het einde van de les...
  • Kun je het begrip cultuur uitleggen in eigen woorden en voorbeelden noemen bij het begrip.
  • Kun je bij dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur voorbeelden noemen en de begrippen uitleggen in eigen woorden.
  • Kun je opnoemen welke migratie motieven er zijn en voorbeelden noemen bij de verschillende motieven.
  • Kun je in eigen woorden uitleggen wat de begrippen integratie, assimilatie en segregatie inhouden. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies