Les 3: Crimineel gedrag en straffen

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van de les
Regels en wetten
Groepsopdracht 'regels bij geloven'
Theorie
Vragen bij theorie
De rechtszaak (video) + opdracht
Exit ticket 'Een rechtzaak voorbereiden'

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

  • kan je je verplaatsen in een rechter en bereid je een rechtszaak voor aan de hand van een casus

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REGELS EN WETTEN

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels en wetten 
De regels en afspraken die in Nederland gelden zijn opgeschreven.

Dat zijn wetten, waar iedereen zich aan moet houden.

De wetten staan in hele dikke boeken met kleine letters en lastige zinnen:
de wetboeken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels in de Nederlandse samenleving

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie horen bij de Nederlandse samenleving?

Slide 9 - Open vraag

Voorkennis vraag
Waarvoor heeft een samenleving regels nodig?

Slide 10 - Open vraag

Voorkennis vraag
Schrijf 2 voorbeelden van regels op.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke consequenties kunnen er zijn als je de regels niet volgt?
A
Een waarschuwing
B
Een boete
C
Een gevangenisstraf
D
Alle drie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke wetten
heb je zelf te maken?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij welke wet?
De Milieuwet
De Wegen-
verkeerswet
De wet op gebruik van alcohol 
(de Drank- en horecawet
tot 18 jaar mag je geen alcohol bij je hebben
de bestuurder van een auto of scooter van rechts heeft voorrang
je mag geen alcohol verkopen aan jongeren tot 18 jaar
een brommerrijbewijs is verplicht
zonder vergunning afval verbranden is verboden
je mag geen giftige stof in het water lozen

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wetboeken
Wetsartikelen
De regels en afspraken die in wetboeken staan, worden wetsartikelen genoemd.
Hoeveel wetartikelen zijn er in Nederland ongeveer?
Ongeveer 1250 wetsartikelen. Klik hier om alle wetten te bekijken. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het recht
Vrouwe Justitia draagt een blinddoek
In haar ene hand heeft ze een weegschaal
In haar andere hand houdt ze een zwaard
Wat betekent de blinddoek?
Justitia kan niet zien wie er voor haar staat. Het maakt dus niet uit wie of wat je bent. Iedereen is voor de wet gelijk.
Wat betekent de weegschaal?
Justitia weegt af wat het belangrijkste is. Daarbij gebruikt ze de wetten als hulpmiddel. Wat weegt zwaar? Wat weegt minder zwaar? Pas dan geeft ze een oordeel.
Wat betekent het zwaard?
Justitia geeft een oordeel. Anders gezegd: zij spreekt een vonnis uit. Dat kan ook een straf zijn. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De rechter
Overtreed je de wet? Dan kun je met de rechter te maken krijgen.
De rechter past dan het strafrecht toe.
Je kunt dan een straf krijgen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Privaatrecht 
Privaatrecht
Heb je een conflict met iemand anders? Of met een bedrijf? Of met de overheid? Dan kun je de rechter vragen om een beslissing te nemen. De rechter bepaalt dan wie er gelijk heeft. Er wordt niet gestraft.
Strafrecht
Overtreed je de wet? Dan kun je met de rechter te maken krijgen. 
Je kunt een straf krijgen. 
Rechter
De rechter onderzoekt een zaak en past de wet toe. Niemand mag de rechter voorschrijven hoe de wet moet worden toegepast, want de rechter is onafhankelijk. De rechter moet iedereen gelijk behandelen en eerst goed afwegen en dan pas oordelen. 
Alleen de wetten en regels gelden
De rechter bekijkt per geval:
- Wat zijn de feiten? Hoe zit de zaak in elkaar?
- Wat staat er in het wetboek?
- Welke sanctie past daarbij?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:

Een rechter is onafhankelijk?
A
De overheid vertelt wat de rechter moet oordelen
B
De officier van justitie bepaalt de straf
C
Niemand mag de rechter voorschrijven hoe de wet moet worden toegepast
D
Je mag als verdachte zelf voorschrijven hoe de rechter de wet moet toepassen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kun je met de rechter te maken krijgen? Noem 2 dingen.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de rechter bij een conflict tussen mensen, of tussen mensen en bedrijven?
A
Niks
B
Bepaalt wie er gelijk heeft
C
Geeft een straf
D
Neemt geen beslissing

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht (in Nederland)
Als je verdacht wordt van een overtreding of misdrijf krijg je te maken met het strafrecht. De politie en het Openbaar Ministerie onderzoeken de overtreding. De uitkomst van het onderzoek geven ze aan de rechter. 

  • Een overtreding is een licht strafbaar feit.                                     
    Je kunt een overtreding per ongeluk maken.
  • Een misdaad of misdrijf is een ernstig strafbaar feit.                     
    Daarvoor kun je een gevangenisstraf krijgen.                             
    Een misdrijf is altijd opzettelijk.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een misdrijf is hetzelfde als een overtreding?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle misdrijven zijn even zwaar?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn lichte en zware misdrijven?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle misdrijven worden
even zwaar gestraft?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor een zwaar misdrijf
is de straf zwaarder?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruziemaken met je
broer is een misdrijf?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alleen zware misdrijven
noem je criminaliteit?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtszaak
Als je een strafbaar feit hebt gepleegd, kan er een rechtszaak volgen. Daarin vertelt de officier van justitie wat
er gebeurd is en welke straf de verdachte moet krijgen. De verdachte mag zich (laten) verdedigen. 
De rechter beslist over de zaak.

De rechtszaak

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sancties
  • De rechter kan een sanctie opleggen.
  • Een sanctie is de straf die bij een overtreding hoort.
  • Was het een lichte overtreding, dan is de straf niet zo zwaar.   Het kan een 
     boete zijn. Of een taakstraf. 
  • Was het een zware overtreding, met ernstige gevolgen? Dan 
     is de straf veel zwaarder. Het kan een gevangenisstraf zijn.
  • Het kan ook een voorwaardelijke straf zijn. Dat betekent: de straf gaat nog
     niet meteen in. Pas als je weer de wet overtreed.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Wat gebeurt als je voor de rechter moet komen? Sosha overvalt een bank en wordt door de politie opgepakt. Ze moet voor de rechtbank verschijnen. Gelukkig heeft ze ook nog een advocaat. Als Ricky Mountainsickness de bank gaat overvallen, neemt niemand hem serieus.

Duur 15 minuten
Opdracht
  • web opdracht Het Wetboek van Strafrecht.
  • zoek in het online wetboek van de volgende artikelen op om wat voor misdrijf het gaat en wat de maximale gevangenisstraf is: artikels 174, 208, 310 en 366.
  • klik hier om naar de site te gaan van Wetboek van Strafrecht. 
  • klik hier om naar de opdracht te gaan. Schrijf de jaartallen op die op de ... (puntjes) horen te staan.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

jeugdstrafrecht

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jeugdstrafrecht 

  • Voor jongeren van 12 tot 18 jaar geldt het jeugdstrafrecht, met speciale straffen en maatregelen.
  • De kinderrechter geeft minder zware straffen.
  • De maximale gevangenisstraf is 2 jaar (in het gewone strafrecht is de maximumstraf levenslang.
  • Kleine overtredingen handelt de politie meestal zelf af. Vaak gebeurt dat door middel van een Halt-project.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een strafblad
Als je ouder bent dan 12 jaar en een misdrijf hebt gepleegd, krijg je altijd een strafblad. Bij een overtreding niet altijd.
Met een strafblad sta je geregistreerd bij justitie en dat kan gevolgen hebben voor een toekomstige baan.

Strafblad: is de registratie van wetsovertredingen waarvoor iemand is veroordeeld.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXIT TICKET

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rechtsspraak 
  • Je gaat met je groep werken aan een rechtszaak 
  • Je bereidt je net als een rechter goed voor
  • Je luistert naar alle betrokken partijen
  • Je geeft aan wat jij vindt
  • Je leest uiteindelijk het oordeel van de rechter
  • klik hier om naar de site te gaan

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsopdracht
  • Je gaat informatie zoeken op internet over regels bij 
     verschillende geloven. 
  • Zoek minimaal 4 regels op die horen bij:
      - Moslims
      - Rooms-Katholieken
      - Joden 
  • Schrijf de regels op in de volgende slide.
timer
15:00

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 4 regels bij elk geloof op.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies