Hfst 1 Wat een talent 1.3. Lezen

Welkom! 
Zoek je plekje en pak je spullen. Zorg dat je elke les met je spullen op tafel klaar zit. 
Zodra ik absentie ga bekijken en spullen zijn niet op tafel, denk ik dat je ze niet bij je hebt. 

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Zoek je plekje en pak je spullen. Zorg dat je elke les met je spullen op tafel klaar zit. 
Zodra ik absentie ga bekijken en spullen zijn niet op tafel, denk ik dat je ze niet bij je hebt. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw:
Absentie
Hfst overzicht
Herhaling vorige les
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hfst overzicht: Wat een talent!
Les 1: Fictie
Les 3: Lezen
Les 2: Gedicht
Les 5: Woorden
Les 6: Spreken, kijken en luisteren
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling
Les 9 Media en onderzoek:  Daarna Toets Thema 1
Les 4: Schrijven en formuleren thema 1 en 2:  Daarna SO

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Wat hebben we de vorige twee lessen geleerd?

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen:
er van overtuigt zijn: je weet het niet zeker.
A
Waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Begrippen:
Het ver gaan schoppen: Je gaat veel bereiken
A
Waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Begrippen:
Onderschat: Gedacht dat het minder is dan in werkelijkheid
A
Waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Begrippen:
Heb me erbij neergelegd: Ik heb geaccepteerd dat het zo is
A
Waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is fictie:
A
Fictie zijn verzonnen verhalen. Denk aan films en sprookjes
B
Fictie is niet verzonnen. Kranten, recepten enz

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van fictie?
A
sprookjes
B
het nieuws
C
verhalen
D
films

Slide 10 - Quizvraag

Hfst 1 Wat een talent 1.3. Lezen
Pak je laptop --> Lessonup

Slide 11 - Tekstslide

Doel van de paragraaf: 
Ik kan een titel en een tussenkopje herkennen. 
Ik kan het onderwerp van een tekst vinden. 
Ik kan een alinea herkennen. 

Slide 12 - Tekstslide

Doel van deze les: 
Ik kan een titel en een tussenkopje herkennen. 


Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je vandaag gelezen?

Slide 14 - Woordweb

Bij welke vakken moet je veel lezen?

Slide 15 - Woordweb

Ga staan als je.....
Als je een (online) krant leest. 

Slide 16 - Tekstslide

Ga staan als je.....
Als je weleens in een (online) krant kijkt. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen kijken en lezen?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen kijken en lezen?
-
- Kijken: Je leest niet alle informatie.
- Lezen: Je leest alle letters echt. 
(opdracht 2)

Slide 19 - Tekstslide

Zonder te lezen.
Wat valt je op aan deze tekst?

Slide 20 - Tekstslide

Wat valt je op
aan de tekst?

Slide 21 - Open vraag

Zou je deze tekst willen lezen?
Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet?

Slide 22 - Tekstslide

Uitleg: Titel
- Elke tekst heeft een titel
- De titel noemt het onderwerp OF geeft een
aanwijzing over het onderwerp. 
- Letters zijn vaak groter gedrukt. 

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg: (tussen)kopje
- titel van een alinea
- ze vertellen waar een stukje tekst (alinea) over gaat. 
- is een deelonderwerp

Slide 24 - Tekstslide

Samen lezen: tekst opdracht 3
Regels: Als je een beurt krijgt, lees je hardop voor. Fouten maken mag, we zijn hier om te leren. 
Zorg dat je weet waar je bent, weet je het niet: 1 waarschuwing de volgende keer strafwerk (thuis de tekst overschrijven)

Slide 25 - Tekstslide

Samenwerken
Maken opdrachten op blz 20 en 21
opdracht 4 en 5
Lees opdracht 6

Stoplicht:

Rood = je werkt stil
oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen
groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken
Timer: de tijd die je voor de opdracht hebt. 
timer
8:00

Slide 26 - Tekstslide

Bespreken opdrachten: 
4 en 5

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting van de les

Slide 28 - Tekstslide

Doel van deze les: 
Ik kan een titel en een tussenkopje herkennen. 


Slide 29 - Tekstslide

Wat is een titel?
A
Een titel van een stukje tekst.
B
Het onderwerp van een alinea.
C
De titel noemt het onderwerp van de hele tekst.

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een titel van een krant?
A
Een tussenkopje
B
Een krantenkop
C
een deelonderwerp

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een (tussen)kopje?
A
Een titel
B
Het vertelt waar een gedeelte van de tekst eronder over gaat.

Slide 32 - Quizvraag

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 33 - Tekstslide