paragraaf 3.1: Chili beeft

Hoe is jouw geografisch beeld na het zien van het filmpje geography Chili? Tijd voor kahoot!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoe is jouw geografisch beeld na het zien van het filmpje geography Chili? Tijd voor kahoot!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven en verklaren waarom Chili vaak getroffen wordt door aardbevingen.
  • Je kunt beschrijven en verklaren wat er gebeurt bij subductie van een oceanische plaat.
  • Je kunt beschrijven en verklaren hoe het Andesgebergte is ontstaan.
  • Je kunt 3 verschillende plaatbewegingen noemen en beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

opg 1: Epicentrum en hypocentrum

Slide 3 - Tekstslide

Hypocentrum en epicentrum
het verschil:
Hypocentrum is de plek in de aardkorst waar de aardbeving ontstaat. (haard)

Epicentrum is de plek aan het aardoppervlak waar de trillingen van een aardbeving het sterkst voelbaar zijn.

Slide 4 - Tekstslide

  • opg 1b en 1c: 3 plaatbewegingen

  • subductie, de oceanische plaat duikt onder de continentale plaat. Deze beweging veroorzaakte de 3 grote bevingen (1c)
  • transforme platen, platen bewegen langs elkaar.
  • divergentie, platen bewegen uit elkaar.

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 1d:

directe slachtoffers

Vallen door de beving zelf.
indirecte slachtoffers

Vallen later als gevolg van gebrek aan bijvoorbeeld voeding en huisvesting of medische zorg.

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 2a: convergentie: botsen, maar de platen zijn even zwaar, dus er duikt er geen weg.
subductie: botsen, maar de oceanische plaat is zwaarder dan continentale plaat en duikt 
er onder.

Slide 7 - Tekstslide

2 soorten platen:
opgave 2b
Nazcaplaat is een oceanische plaat die bestaat uit oceanische korst, gesteente is basalt en dit is zwaarder dan...

continentale korst die bestaat uit landkorst, graniet is lichter dan basalt.
Vulkanen in Chili zijn gevolg van subductie.

Waarom? Nazcaplaat = dunner, maar zwaarder door basalt
Zuid-Amerikaanse plaat = dikker, maar lichter door graniet
Subductie

Slide 8 - Tekstslide

Graniet                 Basalt

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 2c:
1= oceanische plaat
2= continentale plaat
3= subductie
4=magma
5= trog
6=mantel
7=vulkaan

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

opgave 3b: Seismisch gat
  • Seismisch gat: Als in een gebied al een lange tijd geen aardbeving is geweest en in de omliggende gebieden wel.

  • Een aardbeving verlicht de druk op een bepaald punt. Maar niet alle gebieden kennen even vaak aardbevingen.

Slide 13 - Tekstslide

3c. Waarom is hier sprake van een seismisch gat?
Tussen de twee gebieden met een groen cirkel is sinds 1835 geen aardbeving geweest.

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 4a: Platentektoniek

Slide 15 - Tekstslide

4a.Tektoniek is het bewegen van aardplaten

Slide 16 - Tekstslide

opgave 4b en 4c
Nazcaplaat duikt in het westen van Zuid-Amerika onder de
continentale korst hier is het aardbevingsrisico het hoogst.
Vulkanen in Chili zijn gevolg van subductie.

Waarom? Nazcaplaat = dunner, maar zwaarder door basalt
Zuid-Amerikaanse plaat = dikker, maar lichter door graniet
Subductie

Slide 17 - Tekstslide

WL is de afstand vanaf O-meridiaan, het westen ligt hier verder vandaan. Hier bevindt zich de breuklijn en zijn de aardbevingen ondiep.
5a/b: epicentra zijn weergegeven, want het zijn de plekken aan het aardoppervlak waar bevingen hebben plaatsgevonden

Slide 18 - Tekstslide

5f: Algemene regel: hoe verder van de breuklijn, hoe dieper de aadbevingshaard (hypocentrum)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

opg 6: Chili het andesgebergte
6a. Wat voor een gebergte is het Andesgebergte? Jong gebergte

6b.Hoe zie je dat? Hoge, kale en spitse toppen en diepe dalen.

Slide 21 - Tekstslide

opgave 7

Slide 22 - Tekstslide

opgave 8d: De temperatuur in het dal aan de voet van de Andes is hoger dan de temperatuur in het dal van de Alpen (In de Alpen is het op dezelfde hoogte dus kouder).

Slide 23 - Tekstslide


2. Hoogteligging

  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
  • de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.

De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Slide 24 - Tekstslide

Waarom is er op de afbeelding sprake van een seismisch gat?

Slide 25 - Open vraag

Als een plaat onder een ander wegduikt dan heet dat ... ?
A
Destructie
B
Subliminatie
C
Substitutie
D
Subductie

Slide 26 - Quizvraag

Waarom zinkt de Nazcaplaat?
A
continentale plaat is van basalt en dus lichter
B
continentale plaat is van basalt en dus zwaarder
C
oceanische plaat is van basalt en dus lichter
D
oceanische plaat is van basalt en dus zwaarder

Slide 27 - Quizvraag

Als twee platen naar elkaar toe bewegen dan heet dat .... ?
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Convectie
D
Confederatie

Slide 28 - Quizvraag

De Andes is het op een na hoogste gebergte op aarde. Wat is het hoogste gebergte?
A
De Mount Everest
B
De Alpen
C
De Pyreneeën
D
De Himalaya

Slide 29 - Quizvraag

Het epicentrum....
A
bevindt zich in de aardkorst
B
aan het aardoppervlak

Slide 30 - Quizvraag