Schooltaalwoorden les 20

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Schooltaalwoorden les 20

giphy.com

Wanneer de examens naderen, _________ hij zich volledig op school. De voetbaltrainingen laat hij achterwege.

1. suggereert
2. symboliseert
3. focust
4. verkondigt

Mijn vader ______________ om dit jaar eens naar een andere bestemming op vakantie te gaan.

1. suggereerde
2. symboliseerde
3. focuste
4. verkondigde

Het feit dat je een gratis smartphone krijgt als je dit bericht doorstuurt naar 10 personen, is een ______ .

1. begrip
2. fabel
3. verband
4. analyse

Er is geen enkel _________ tussen gewelddadige games en agressief gedrag.

1. begrip
2. categorie
3. analyse
4. verband

Meester Piet _______ altijd de meest ongeloofwaardige verhalen.

1. focuste
2. typeerde
3. verkondigde
4. symboliseerde

Het Atomium ________ een ijzerkristal dat 165 miljard keer is uitvergroot.

1. symboliseert
2. typeert
3. verkondigt
4. focust

Ook al zijn Bob en Stef tweelingbroers, ze hebben helemaal niets ________ .

1. compleet
2. gemeenschappelijk
3. doeltreffend
4. feilloos

De leerkracht had helemaal geen _______ voor het laattijdig indienen van de opdracht.

1. begrip
2. analyse
3. categorie
4. effect

Wesley Sonck maakte een uitgebreide _________ van de voetbalwedstrijd.

1. effect
2. categorie
3. begrip
4. analyse

Onze hond is een _________ middel tegen ongewenste inbrekers

1. compleet
2. individueel
3. doeltreffend
4. gemeenschappelijk

Suzanne is grote fan van de serie 'Friends'. Ze was ________ van de kaart toen ze het overlijden vernam van Matthey Perry

1. feilloos
2. gemeenschappelijk
3. compleet
4. doeltreffend

Voor deze loopwedstrijd zijn de deelnemers opgesplitst in 4 verschillende _________ .

1. verbanden
2. begrippen
3. effecten
4. categorieën

De verschillende nota's hebben helemaal geen ______ op het gedrag van Philippe.

1. begrip
2. analyse
3. effect
4. verband

Ik vind hem helemaal niet sympathiek. Die arrogante houding ________ hem wel.

1. symboliseert
2. verkondigt
3. suggereert
4. typeert

Alle proeven verliepen ______ voor de atleet. Zo behaalde hij uiteindelijk een gouden medaille.

1. doeltreffend
2. feilloos
3. compleet
4. gemeenschappelijk