Negatieve getallen instructie par. 9.5 + afronding

H. 9 
NEGATIEVE GETALLEN
  • Welkom 
  • Stand van zaken thuiswerk
  • Herhaling par. 9.1 t/m 9.4
  • Leerdoel par. 9.5
  • Instructie + samen maken par. 9.5
  • Afsluiting
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H. 9 
NEGATIEVE GETALLEN
  • Welkom 
  • Stand van zaken thuiswerk
  • Herhaling par. 9.1 t/m 9.4
  • Leerdoel par. 9.5
  • Instructie + samen maken par. 9.5
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Thuiswerk deze week
(zonder rekenmachine)
  • Afmaken par. 9.5 
  • Oefenen voor de test van vrijdag door de oefentoets te maken + extra oefening/samenvatting                                                                                Als je een achterstand hebt, zorg dat je die voor de meivakantie niet meer hebt. DOE DIT VOOR JEZELF!

Slide 3 - Tekstslide

POSITIEF EN NEGATIEF

Slide 4 - Tekstslide

Thermometer
 Verticale getallenlijn

  • Op de verticale getallenlijn staan de negatieve getallen onder de 0.

Slide 5 - Tekstslide

Positief of negatief
  • Op de verticale getallenlijn staan de positieve getallen boven de 0.

  • Op de verticale getallenlijn staan de negatieve getallen onder de 0.

Slide 6 - Tekstslide

REGELMAAT
  • In de regelmaat hiernaast komt er steeds 4 bij.
  • Als je de getallen achter elkaar zet, krijg je onderstaande getallenrij:  -11, -7, -3, 1,  5,  9,  13

Slide 7 - Tekstslide

Bij een regelmaat komt er steeds hetzelfde bij of 
gaat er steeds hetzelfde vanaf. 
  • Bij een regelmaat komt er steeds hetzelfde bij of gaat er steeds hetzelfde vanaf.

  • De stappen omhoog of omlaag zijn evengroot. 

Slide 8 - Tekstslide

TEGENGESTELDE GETALLEN
Twee getallen die even ver van het getal nul liggen, noem je tegengestelden van elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

KLEINER DAN OF GROTER DAN

Slide 10 - Tekstslide

Hoe hoger hoe groter.
Hoe lager hoe kleiner
  • Hoe lager je op de getallenlijn gaat, hoe kleiner de getallen worden.

  • Hoe hoger je op de getallenlijn gaat, hoe groter de getallen.


Slide 11 - Tekstslide

Groter dan >       
Kleiner dan <
7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetjes:
De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Slide 12 - Tekstslide

De krokodil wil de prooi die het grootst is.

Slide 13 - Tekstslide

Van < kun je een k maken van kleiner dan

Slide 14 - Tekstslide

Groter dan of kleiner dan?
Denk ook aan kouder = kleiner

Slide 15 - Tekstslide

par. 9.3 BLOKJES IN DE KETEL

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoel
  • Ik weet hoe de temperatuur verandert als er blokjes in de ketel worden gedaan.

Slide 17 - Tekstslide

Warme en koude blokjes
  • Als de heks warme blokjes in de ketel gooit, dan wordt de temperatuur in de ketel hoger.

  • Als de heks koude blokjes in de ketel gooit, dan wordt de temperatuur in de ketel kouder.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

par. 9.4 HEKSENTAAL GEBRUIKEN

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Voorbeeld warme blokjes erbij

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld koude blokjes erbij

Slide 25 - Tekstslide

Kort samengevat
erbij warm blokje is warmer
+ (+) = +
erbij koud blokje is kouder
+ - = -
KGT:
eruit warm blokje is kouder
- + = -
eruit koud blokje is warmer
- - = +

Slide 26 - Tekstslide

par. 9.5 GRAFIEKEN

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoel par. 9.5
  • Ik kan punten waarvan de tweede coördinaat negatief is aflezen en tekenen.

Slide 28 - Tekstslide

Theorie basis
Voorbeeld

Slide 29 - Tekstslide

Theorie kader
Voorbeeld

Slide 30 - Tekstslide

EZELSBRUGGETJE
Horizontaal = Horizon

Slide 31 - Tekstslide

EZELSBRUGGETJE
Denk aan de ladder

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link