H. 9 Negatieve getallen instructie 9.5 + afronding

H. 9 
NEGATIEVE GETALLEN
  • Welkom 
  • Thuiswerk vorige week
  • Thuiswerk deze week
  • Herhaling par. 9.1 t/m 9.4 (kort)
  • Leerdoel par. 9.5 
  • Instructie par. 9.5 (kort)
  • Wat jullie nog te vragen hebben
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H. 9 
NEGATIEVE GETALLEN
  • Welkom 
  • Thuiswerk vorige week
  • Thuiswerk deze week
  • Herhaling par. 9.1 t/m 9.4 (kort)
  • Leerdoel par. 9.5 
  • Instructie par. 9.5 (kort)
  • Wat jullie nog te vragen hebben

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Thuiswerk deze week
(ZONDER REKENMACHINE!)
  • Oefenen voor de test van morgen door de oefentoets en extra oefening/samenvatiing (en/of gemengde opgaven)  te maken        Als je een achterstand hebt, zorg dat je die vandaag inhaalt
  • par. 9.1 t/m 9.5 afmaken
  • herkansing H. 11 maken (test 2 in LessonUp)

Slide 3 - Tekstslide

POSITIEF EN NEGATIEF

Slide 4 - Tekstslide

Positief of negatief
  • Op de verticale getallenlijn staan de positieve getallen boven de 0.

  • Op de verticale getallenlijn staan de negatieve getallen onder de 0.

Slide 5 - Tekstslide

Horizontale getallenlijn
  • Op de horizontale getallen-lijn staan de positieve getallen rechts van de 0.

  • Op de horizontale getallen-lijn staan de negatieve getallen links van de 0.

Slide 6 - Tekstslide

Bij een regelmaat komt er steeds hetzelfde bij of 
gaat er steeds hetzelfde vanaf. 
  • Bij een regelmaat komt er steeds hetzelfde bij of gaat er steeds hetzelfde vanaf.

  • De stappen omhoog of omlaag zijn evengroot. 

Slide 7 - Tekstslide

TEGENGESTELDE GETALLEN
Twee getallen die even ver van het getal nul liggen, noem je tegengestelden van elkaar.

Slide 8 - Tekstslide

KLEINER DAN OF GROTER DAN

Slide 9 - Tekstslide

Hoe hoger hoe groter.
Hoe lager hoe kleiner
  • Hoe lager je op de getallenlijn gaat, hoe kleiner de getallen worden.

  • Hoe hoger je op de getallenlijn gaat, hoe groter de getallen.


Slide 10 - Tekstslide

Groter dan >       
Kleiner dan <
7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetjes:
De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Slide 11 - Tekstslide

De krokodil wil de prooi die het grootst is.

Slide 12 - Tekstslide

Van < kun je een k maken van kleiner dan

Slide 13 - Tekstslide

Groter dan of kleiner dan?
Denk ook aan kouder = kleiner

Slide 14 - Tekstslide

BLOKJES IN DE KETEL

Slide 15 - Tekstslide

Theorie
Voorbeeld

Slide 16 - Tekstslide

Warme en koude blokjes
in de ketel

  • Als de heks warme blokjes in de ketel gooit, dan wordt de temperatuur in de ketel hoger.

  • Als de heks koude blokjes in de ketel gooit, dan wordt de temperatuur in de ketel kouder.

Slide 17 - Tekstslide

Denk ook aan
+ - = -
+ - moet wel in het midden naast elkaar staan!
- 16 - 12 = 
80 - 80 =
-7 - 9 = 

Slide 18 - Tekstslide

9.3 BLOKJES UIT DE KETEL

Slide 19 - Tekstslide

Theorie
Voorbeelden

Slide 20 - Tekstslide

Warme en koude blokjes
uit de ketel
  • Als de heks warme blokjes uit de ketel haalt, dan wordt de temperatuur in de ketel lager.

  • Als de heks koude blokjes uit de ketel haalt, dan wordt de temperatuur in de ketel warmer.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

9.4 AFTREKKEN

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 34

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 35

Slide 25 - Tekstslide

Theorie
Voorbeeld 1:
eruit warme blokjes

Slide 26 - Tekstslide

Theorie
Voorbeeld 2:
eruit koude blokjes

Slide 27 - Tekstslide

- 4 - 9 = -13
7 - - 3 = 10

Slide 28 - Tekstslide

Kort samengevat
erbij warm blokje is warmer
+ (+) = +
erbij koud blokje is kouder
+ - = -
eruit warm blokje is kouder
- + = -
eruit koud blokje is warmer
- - = +

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Alles doorelkaar

2 - 6 = 

-6 + 1 = 

4 - 8 =

-3 - 7 =





5 + -2 = 

-3 + -8 =

-2 - -7 =

-5 - - 2 = 
-4
-5
-4
-10
3
-11
5
-3

Slide 32 - Tekstslide

0

Slide 33 - Video

Leerdoel par. 9.5
  • Ik kan punten waarvan de tweede coördinaat negatief is aflezen en tekenen.

Slide 34 - Tekstslide

Theorie 
Voorbeeld

Slide 35 - Tekstslide

EZELSBRUGGETJE
Horizontaal = Horizon

Slide 36 - Tekstslide

EZELSBRUGGETJE
Denk aan de ladder

Slide 37 - Tekstslide

VERANTWOORDELIJKHEID
Neem jezelf en wiskunde serieus, voel je verantwoordelijk

Dat betekent dat je de opdrachten ook echt in je schrift hebt gemaakt.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Vragen of extra instructie
Leerlingen die 100% zeker weten dat ze par. 9.1 t/m 9.5 begrepen hebben, kunnen de les verlaten.

De leerlingen die vragen of extra uitleg willen, kunnen blijven. 

Slide 42 - Tekstslide