2mh

Bonjour et bienvenue
- Toetsstof 
- Herhalen avoir/être
- Herhalen bezittelijk vnw (H1)
- Herhalen ww op -er, bijv nw
- Iets nieuws: het aanwijzend vnw

Lesdoel
Voorbereiden voor de toetsweek
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour et bienvenue
- Toetsstof 
- Herhalen avoir/être
- Herhalen bezittelijk vnw (H1)
- Herhalen ww op -er, bijv nw
- Iets nieuws: het aanwijzend vnw

Lesdoel
Voorbereiden voor de toetsweek

Slide 1 - Tekstslide

Toetsstof:
Blz 88 t/m 91
Aanwijzend vnw op blz 131

Slide 2 - Tekstslide

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' 
Grammaire 'Avoir' 
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 3 - Sleepvraag

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
etes
sommes
suis

Slide 4 - Sleepvraag

Mnl.ev.
Vrl.ev.
Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Bezittelijk voornaamwoord
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses

Slide 5 - Sleepvraag

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep alleen de juiste bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
maison
ma 
mon
mes
ton
ta
ses

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
sa
son
ses
votre
vos

Slide 8 - Sleepvraag

Sleep de juiste bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les chiens
sa 
leur
mes
son
ma
vos

Slide 9 - Sleepvraag

Je / J'
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
Regelmatige werkwoorden op -er
aime
aiment
aimons
aime
aimes
aime
aimez
aiment
aime

Slide 10 - Sleepvraag

Het aanwijzend voornaamwoord
Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 11 - Tekstslide

aanwijzend voornaamwoord in het nederlands 
DIE, DEZE ,DAT en DIT zijn de 4 nederlandse aanwijzende voornaamwoorden 

Slide 12 - Tekstslide

Een aanwijzend voornaamwoord is..:
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 13 - Quizvraag

Aanwijzend voornaamwoord
mannelijk met klinker / h
cet
mannelijk
ce
vrouwelijk
cette
meervoud
ces

Slide 14 - Tekstslide

Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
1. ____ fille a de bonnes notes en français.
Ce
Cet
Cette
Ces

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
2. Je n'aime pas ____pantalon.
ce
cet
cette
ces

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
3. ____ chaussures ne me plaisent pas.
Ce
Cet
Cette
Ces

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep het juiste aanwijzend voornaamwoord naar de juiste plaats.
4. Tu as fini ____ exercice.
ce
cet
cette
ces

Slide 18 - Sleepvraag