Libre Service, 3ème classe, Grammaire II, unités 5 et 6

Libre Service, 3ème classe, unités 5 et 6
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Libre Service, 3ème classe, unités 5 et 6

Slide 1 - Tekstslide

Le comparatif + Le Superlatif (vergelijkende trap + overtreffende trap)
1) Le comparatif + le Superlatif 
( de vergelijkende en de overtreffende trap)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zeg je: de kat is dikker
A
Le chat est gros
B
Le chat est plus gros
C
Le chat est le plus gros
D
Le chat est le plus grosse

Slide 3 - Quizvraag

De hond is minder oud:
A
Le chien est aussi vieille
B
Le chien est aussi vieux
C
Le chien est plus vieux
D
Le chien est moins vieux

Slide 4 - Quizvraag

Het meisje is even groot als ik:
A
La fille est plus grande que moi
B
La fille est plus grand que moi
C
La fille est aussi grande que moi
D
La fille est aussi grand que moi

Slide 5 - Quizvraag

Deze taart (m) is lekkerder
A
Ce gateau est plus bon
B
Ce gateau est plus meilleur
C
Ce gateau est le plus bon
D
Ce gateau est meilleur

Slide 6 - Quizvraag

Deze jongens zijn minder sportief
A
Ces garçons sont aussi sportifs
B
Ces garçons sont aussi sportives
C
Ces garçons sont moins sportives
D
Ces garçons sont moins sportifs

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zeg je: De kat is mooier

Slide 8 - Open vraag

Dat is de beste muziek:
A
C'est la meilleure musique
B
C'est la plus meilleure musique
C
C'est la plus bonne musique
D
C'est la meilleure bonne musique

Slide 9 - Quizvraag

Dit is het gelukkigste meisje:
A
C'est la plus heureuse fille
B
C'est la fille la plus heureuse
C
C'est une plus heureuse fille
D
C'est une fille plus heureuse

Slide 10 - Quizvraag

Elle est (het gelukkigst)
Vertaal tussen de haakjes

Slide 11 - Open vraag

De boodschap is
het minst serieus
A
Le message est plus sérieux
B
Le message est moins sérieux
C
Le message est le plus sérieux
D
Le message est le moins sérieux

Slide 12 - Quizvraag

Deze taart is het grootst
Vertaal:

Slide 13 - Open vraag

2) Aanwijzend voornaamwoord:
CE-CET-CETTE-CES

Slide 14 - Tekstslide

ENKELVOUD
MEERVOUD
ces
cette
Ce
cet

Slide 15 - Sleepvraag

Aanwijzend voornaamwoord
Die, dat, deze, dit ---> Ce, cet, cette, ces


Enkelvoud
Meervoud
Mannelijk
Ce
Ces
Mannelijk met h of klinker
Cet
Ces
Vrouwelijk
Cette
Ces

Slide 16 - Tekstslide

ce
cet
cette
ces
Tu aimes ..... style?

Slide 17 - Sleepvraag

Ce/cet match est très important.
A
ce
B
cet

Slide 18 - Quizvraag

J'achète ces/cet/ce/cette modèles.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 19 - Quizvraag

Kies: ce, cet, cette of ces bij...
hôtel
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 20 - Quizvraag

chemise
bateau
tables
hôpital
ami
cette
ces
ce
cet
cet

Slide 21 - Sleepvraag

3) Bezittelijk vnw

Slide 22 - Tekstslide

Geef voorbeelden van
Franse bezitt.v.n.w

Slide 23 - Woordweb

zijn
ons
jullie

hun


jouw

mijn
notre,notre,nos
leur, leur,leurs
mon,ma,mes
votre,votre,vos
ton,ta,tes
son,sa,ses

Slide 24 - Sleepvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) amies
A
mon
B
ma
C
mes
D
mas

Slide 25 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(zijn) valise
A
son
B
sa
C
ses

Slide 26 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) langue
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 27 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) bottes
A
son
B
sa
C
ses

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(hun) prof
A
leur
B
leurs
C
votre
D
vos

Slide 29 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jullie) profs
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 30 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezitt.v.n.w?
(ons) devoirs
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 31 - Quizvraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
(mijn) élèves

Slide 32 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
(jouw) amie

Slide 33 - Open vraag

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
(hun) prof de maths

Slide 34 - Open vraag

Ik ken de grammatica van unités 5 en 6
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll