Blok 8 les 1 en 2 Denken en leren

Blok 8 PDO
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blok 8 PDO

Slide 1 - Tekstslide

Toetsstof:
Boeken: 
Basis- en werkboek 'Opvoeding en ontwikkeling'
Hoofdstuk 4 'Denken en leren' 4.2 vervalt. Is behandeld in het vorige blok.

Basis- en werkboek 'Didactiek, communicatie en organisatie'
Hoofdstuk 7 'Communicatie en reflectie'



Toetsvorm: digitaal 
    
Belangrijke informatie voor dit blok

Slide 2 - Tekstslide

Nodig bij de komende 4 lessen:

* Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling

* Telefoon om deel te nemen aan de quizvragen tijdens de les

* Eventueel pen en papier voor aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Wat wordt er in dit hoofdstuk behandeld?
4.1 Hersenen zijn regelkamers                  (les 1)
4.3 Oudere kinderen leren anders            (les 2)

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag behandelen?
- Doelen van deze les
- 4.1  
- Huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

                      Doelen van deze les:
-je hebt kennis opgedaan hoe hersenen werken.

-je weet dat de twee hersenhelften elke een andere taak hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Activeren van voorkennis:

Noem twee dingen die je weet over het onderwerp 'Hersenen'

Slide 7 - Open vraag

4.1 Hersenen zijn regelkamers

Slide 8 - Tekstslide

De titel van deze paragraaf zegt alles:
                 ~Hersenen zijn regelkamers~

d.w.z. dat elk deel van de hersenen 
een eigen taak heeft. Alle stukjes 
zijn nodig om je brein goed te 
laten functioneren.
4.1 Hersenen zijn regelkamers

Slide 9 - Tekstslide

De hersenen bestaan dus uit twee hersenhelften. 

Interessante test: (Stroop-test) Tip: ook leuk om in midden- en bovenbouw groepen af te nemen .   

Opdracht: Maak in tweetallen het opdrachtenblad.


4.1 Hersenen zijn regelkamers
Verklaring waarom het zo moeilijk is:  je rechter hersenhelft is gefocust op de kleur, terwijl je linkerhelft focust op de woorden.  Je brein heeft nu meer tijd nodig. 

Slide 10 - Tekstslide


Rechter- en linker hersenhelft; Welke is bij jou dominant?
Opdracht: Doe de test op de site hieronder genoemd.

https://www.123test.nl/brein/

Bespreek de uitslag met je buurman/buurvrouw.
Bewaar de uitslag. Je kunt er in de toekomst rekening mee houden.

4.1 Hersenen zijn regelkamers

Slide 11 - Tekstslide

Hersenfeitjes:​​

-hersenen blijven zich vanaf geboorte ontwikkelen, eerst zintuigen, dan taal en motoriek​

​-verbindingen maken (associaties) bijv. ezelsbruggetje en herhalen (patroonherkenning)

​-afwijken van de ‘vaste paden‘ stimuleert creativiteit en nieuwe verbindingen​

​-een gebied ontwikkelt zich pas als het eraan toe is​

​-brein bij jonge kinderen ontwikkelt zich beter door beloning.​ Het brein bij oudere kinderen (vanaf 12 jaar) ontwikkelt zich beter door ​negatieve feedback











4.1 Hersenen zijn regelkamers

Slide 12 - Tekstslide

4.1 Hersenen zijn regelkamers

Slide 13 - Tekstslide

Vraag:
 -Werken met ezelsbruggetjes werkt goed om iets te onthouden. Wie kan een voorbeeld geven van een ezelsbruggetje wat je nog steeds gebruikt?

-Op basisscholen wordt er ook gebruik gemaakt van ezelsbruggetjes om kennis is te laten slijpen. Wie kan een voorbeeld geven?
4.1 Hersenen zijn regelkamers

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Een ezelsbruggetje is een voorbeeld van ....
A
creativiteit
B
een overgang
C
informatie onthouden door te verbinden
D
een domme oplossing

Slide 16 - Quizvraag

Wat is patroonherkenning?
A
Herkennen van een structuur.
B
De opbouw van de hersenen.
C
Verbinding tussen de hersenhelften.
D
Als iets eenmaal goed werkt dan blijven de hersenen dat zo doen.

Slide 17 - Quizvraag

Welke stellingen zijn juist?
1. Een 7-jarige reageert het best op positieve feedback.
2. Een 13 -jarige reageert niet zo goed op negatieve feedback.
A
1 en 2
B
1 is juist en 2 is onjuist
C
1 is onjuist en 2 is juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Welke begrippen horen NIET bij de rechterhersenhelft?
A
Ritme en kleur
B
Ruimtelijk inzicht en 3D
C
Woorden en volgorde
D
Zintuigen en dagdromen

Slide 19 - Quizvraag

We gaan in de komende 3 sheets kijken naar de volgende fasen:

6 tot 10 jaar: in de wereld staan
10 tot 12 jaar: logisch denken
13 tot 20 jaar: problemen oplossen
4.3 Oudere kinderen leren anders

Slide 20 - Tekstslide

                                                                  Volgende fase: concreet operationele fase

- Geheugen en concentratie worden beter​
- Psychisch opereren
- Eerst nadenken dan actie (psychische operatie)
- Minder impulsief​
- Magisch denken neemt af
- Minder naïviteit

Opdracht: lees blz. 96 bovenste alinea
Welk voorbeeld van magisch denken vervalt rond de leeftijd van 8 jaar?


4.3 Oudere kinderen leren anders
6 tot 10 jaar: in de wereld staan

Slide 21 - Tekstslide


- Voldoende taalvaardig om ingewikkelde begrippen uit te leggen​
- Logisch denken is ontwikkeld​
- Zelfstandig kennis opdoen​
- Beter abstract denken (nadenken over dingen die je niet ziet/voelt)​
- Reflecteren (bewust van wat anderen denken/doen) 
- rollenspellen en discussie aantrekkelijk en uitdagend




4.3 Oudere kinderen leren anders
10 tot 12 jaar: logisch denken

Slide 22 - Tekstslide

                                                                   Volgende fase: formeel operationele fase

- Actief oplossen van problemen d.m.v strategieën​
- Veel nadenken over abstracte zaken ​en wereldse problemen​
- Veel slaap nodig, worden laat moe ​door hormonen

Vraag: Lees blz. 100 en 101. Hoe merkte jij jouw overstap naar deze fase? Hoe uitte zich dat?









4.3 Oudere kinderen leren anders
13 tot 20 jaar: problemen oplossen

Slide 23 - Tekstslide

                        Belangrijk om te onthouden:

Fasen in deze besproken periode:
Concreet operationele fase: 6 tot 12 jaar
Formeel operationele fase 12 tot 15 jaar
4.3 Oudere kinderen leren anders

Slide 24 - Tekstslide

              filmpje terugkijken: de theorie van Piaget 
                                                     cognitieve ontwikkeling

4.3 Oudere kinderen leren anders

Slide 25 - Tekstslide

Welke fase kwam voor deze
concreet operationele fase?
A
formeel operationele fase
B
pre operationele fase
C
post operationele fase

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

facultatief huiswerk :
-maak de opdrachten van 4.1  in je werkboek. 

-lees 4.3  ter voorbereiding op de volgende les. 
Dan herkent je brein tijdens de les de informatie en verwerk je het beter.

                                                                    ~Succes~

Kijktip: https://www.bnnvara.nl/dewerelddraaitdoor/videos/17589  Werking van het brein door Eric Scherder

Voor de volgende les neem je je basisboek en je werkboek Opvoeding en ontwikkeling mee

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide