OSP - lesweek 12

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Semester: 3
Docenten: Prisca With en Frank van Aken
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Semester: 3
Docenten: Prisca With en Frank van Aken

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige week
Wat was het onderwerp van de les van vorige week ook alweer?

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Wat
Hoe lang
Opening en terugblik
15 minuten
Theorie over evalueren
20 minuten
Opdracht evalueren
25 minuten
Werken aan de eindopdracht
20 minuten
Afronden les
10 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou een begeleidingsmethodiek?

Slide 4 - Woordweb

Welke 4 kenmerken aan een methodiek waren er ook alweer?
d....
s....
p....
b....

Slide 5 - Woordweb

4 kenmerken aan een methodiek



  1. Een methodiek is doelgericht: je werkt naar een bepaald doel toe
  2.  Je werkt systematisch: dat betekent dat je volgens vooraf bedachte stappen werkt
  3. Je werkt procesmatig: de stappen die je zet sluiten op elkaar aan, je checkt dit ook
  4. Je werkt bewust: je weet wanneer en waarom je bepaalde dingen doet

Slide 6 - Tekstslide

Welke methodiek wordt er op je stage veel gebruikt?

Slide 7 - Woordweb

Terugblik vorige week
Wist je nog veel ?
Top! Blijf je in methodieken verdiepen. Methodisch werken is een kenmerk van een goede professional!

Veel vergeten?
Lees de theorie die in 'Methodisch begeleiden' staat. Kijk bij Thema 24 tot en met 27!

Slide 8 - Tekstslide

Ik heb de beginsituatie tot en met de 3 de ondersteuningsvragen af en ingeleverd via It's Learning (als inspanning voor mijn ontwikkelgesprek).
Ja
Nee
Ik heb het af, maar niet ingeleverd.

Slide 9 - Poll

Activiteitenplan
- Neem het hulpmiddel - onderdeel activiteitenplan zelfstandig binnen 5 minuten door.  Noteer je vragen.

Hoeveel activiteitenplannen maak je?
Hoe lang voer je de activiteiten uit? 
Moet je de activiteiten al bij dit onderdeel ''Ondersteuningsplan (OSP)'' uitvoeren?


timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
Je kunt aan het einde van de les een ondersteuningsplan op een passende manier evalueren

Slide 11 - Tekstslide

Wat is evalueren volgens jou?

Slide 12 - Woordweb

Definitie Evalueren
Evalueren is het verzamelen van informatie over een resultaat of proces, met als doel het te waarderen en er conclusies uit te trekken voor een volgende keer

bron: 'Methodisch begeleiden', Thema 6 (evalueren en bijstellen)

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om je ondersteuningsplan te evalueren?

Slide 14 - Woordweb

Evalueren van het ondersteuningsplan
Evalueren is de laatste stap van de methodische cyclus

Voorbeelden waarom je evalueert:
  1. Je wil je begeleiding een volgende keer beter laten verlopen 
  2. Je wil checken of de doelen die je hebt gesteld nog kloppen
  3. Je wil je handelen kunnen verantwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer evalueer je?
Binnen de ondersteuning aan cliënten spreken we van tussentijdse evaluaties en eindevaluaties.

Eindevaluaties vinden plaats bij bijvoorbeeld de afronding van de begeleiding of na het behalen van een doel. 

Tussenevaluaties vinden plaats tijdens de begeleiding.



Slide 16 - Tekstslide

Hoe evalueer je?
Houd rekening met productevaluatie en procesevaluatie

Productevaluatie zegt iets over het resultaat dat bereikt is: heeft de cliënt bijvoorbeeld nieuw gedrag aangeleerd?

Procesevaluatie zegt iets over de manier waarop het resultaat bereikt is: hoe vond de cliënt de begeleiding die geboden is, hoe vaak is de begeleiding geboden?

Voor een goede evaluatie is het belangrijk dat je op productniveau evalueert en op procesniveau




Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld verschil product- en procesevaluatie
Casus: een client wil leren hoe hij zelf op een veilige manier naar school kan fietsen

Productvragen zouden kunnen zijn:
Is het de client gelukt om zelf naar school te fietsen? Hoe vaak fietst de client naar school? Hoe veilig fietst de client naar school? Deze vragen gaan allemaal over het behaalde resultaat.


Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld verschil product- en procesevaluatie
Casus: een client wil leren hoe hij zelf op een veilige manier naar school kan fietsen

Productvragen zouden kunnen zijn:
Is het de client gelukt om zelf naar school te fietsen? Hoe vaak fietst de client naar school? Hoe veilig fietst de client naar school? Deze vragen gaan allemaal over het behaalde resultaat.

Procesvragen:
Hoe vindt de client de geboden begeleiding? Welke tussenstappen zijn er genomen om de client te leren fietsen? Hoe was de samenwerking tussen de client en de begeleider? Deze vragen gaan allemaal over de manier waarop de begeleiding is gegaan.

Slide 19 - Tekstslide

Check
Casus: je loopt stage op een woning waar mensen met psychiatrische problematiek wonen. Je hebt een cliënt 2 maanden begeleid bij het leren opruimen van zijn eigen kamer. 

Op de sheet hierna staan 6 vragen die je zou kunnen stellen bij de evaluatie. Aan jullie de opdracht om deze 6 vragen te slepen naar links (bij productvraag) of rechts (bij procesvraag)





Slide 20 - Tekstslide

Productvraag
Procesvraag
Hoe vaak ruimt de client zijn eigen kamer op?
Maakt de client zijn eigen bed op?
Wat vond de client moeilijk bij het opruimen?
Was de client gemotiveerd om zijn kamer op te ruimen?
Hoe vond de client de begeleiding die geboden is?
Waar heeft de client zijn vuile kleren gelaten?

Slide 21 - Sleepvraag

Bedenk een productevaluatie-vraag bij de casus

Slide 22 - Open vraag

Bedenk een procesevaluatie-vraag bij de casus

Slide 23 - Open vraag

Manieren van evalueren
Je kunt op verschillende manieren evalueren. Veel voorkomende manieren zijn:

  1. Mondeling door een gesprek met bijvoorbeeld cliënt, naastbetrokkenen, collega's  
  2. Schriftelijk door een enquête of vragenlijst
  3. Observatie

Kies een manier die bij je client past!

Slide 24 - Tekstslide

Manieren van evalueren - opdracht
Wie: jij met je buurman/buurvrouw

Wat: Bedenk 3 voordelen en 3 nadelen van elke evaluatiemethode

Hoe lang: 10 minuten

Klaar: 2 mogelijkheden. 1: lees theorie (Methodisch begeleiden, thema 6). 2: werk verder aan je eindopdracht

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn volgens jullie voor- en nadelen?

Slide 26 - Tekstslide

Meer weten over evalueren?
Lees 'Methodisch begeleiden' Thema 6 ('Evalueren en bijstellen)

Slide 27 - Tekstslide

Evalueren in je eindopdracht voor OSP
Uit de eindopdracht:

Slide 28 - Tekstslide

Evalueren in je eindopdracht voor OSP
In de rubric staan 2 criteria die gaan over evalueren:



Slide 29 - Tekstslide

Evalueren in je eindopdracht voor OSP
Voor je Eindopdracht voor OSP hoef je de evaluatie NIET echt te doen. Dit hoort bij de module evalueren (komt later in het schooljaar)

Voor je eindopdracht voor OSP moet je wel na gaan denken over wanneer je gaat evalueren, hoe je gaat evalueren, welke bronnen je daarvoor gaat gebruiken en welke product- en procesvragen je gaat stellen.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
Is het verschil tussen product- en procesvragen NIET duidelijk? Maak eerst opdrachten over dit onderwerp. Je krijgt deze opdrachten van de docent.

Is het verschil WEL duidelijk? Je mag de rest van de les aan de slag met wat voor jou het meeste nut heeft. Je zou kunnen werken aan:
  1. Werken aan de eindopdracht van OSP
  2. Werken aan een andere opdracht.

Slide 31 - Tekstslide

Ik snap het verschil tussen productevaluatie en procesevaluatie
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Welke lesstof is voor jou nog niet helemaal duidelijk geworden?

Slide 33 - Woordweb

Welke tips en/of tops heb je voor de docent?

Slide 34 - Woordweb

GPL vandaag
GPL 14:00 tot +/-14:30 uur in lokaal D253 - Uitleg projecten van Farida

Nadien ICM op uitnodiging.

Ga thuis zelfstandig verder met:
- OSP
- Examens voorbereiden  (B1-K1-W1 tot B1-K1-W3).
- Werken aan Nederlands, Engels, Rekenen of Burgerschap.

Denk na waar je trots op bent wat je hebt bereikt tot nu :). Deel dit vooral in je ontwikkelgesprek volgende week!


Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide