H6 Rechtstaat ter discussie

H6 Rechtsstaat ter discussie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H6 Rechtsstaat ter discussie

Slide 1 - Tekstslide

Rechtsstaat ter discussie
Hoofdvraag: Tot welk punt mogen we de rechten van burgers inperken om de samenleving veiliger te maken?
  • We kijken naar discussies op vier terreinen:
  • botsende grondrechten;
  • uitbreiding van opsporingsbevoegdheden;
  • veranderingen in de rechtsspraak;
  • strenger straffen.

Slide 2 - Tekstslide

Botsende grondrechten
Grondrechten kunnen botsen. Daarom staat bij sommige grondrechten: “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”.  --> Dat betekent dat een beperking van een grondrecht door de overheid soms mogelijk is.
Bijvoorbeeld:
Mag je alles zeggen (vrijheid van meningsuiting) over mensen met een bepaalde religie (vrijheid van godsdienst)?
Mag een christelijke school (vrijheid van onderwijs) een homoseksuele leraar weigeren (gelijkheidsbeginsel)?

Slide 3 - Tekstslide

Bij het grondwetsartikel over de vrijheid van meningsuiting staat het zinnetje ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid van de wet’.
Dit betekent dat:
A
iedere burger zelf de verantwoordelijk-heid heeft om te bepalen waar de grens van de wet ligt.
B
beperkingen van grondrechten soms toegestaan zijn.
C
het artikel ook in het Wetboek van Strafvordering moet zijn opgenomen.
D
het Openbaar Ministerie bij kwesties over meningsuiting geen maatregelen mag nemen.

Slide 4 - Quizvraag

Uitbreiding opsporingsbevoegdheden
Sinds de invoering van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) mag de politie:
inbreken om naar bewijsmateriaal te zoeken.
infiltreren in misdaadorganisaties (waarbij de politie zelf strafbare feiten mag plegen).

Slide 5 - Tekstslide

Welke van de beweringen is of zijn juist?
I. De georganiseerde misdaad is de laatste tientallen jaren sterk geprofessionaliseerd en daarom
hoeft de politie zich niet meer aan
alle regels te houden.
II. De georganiseerde misdaad is door de Wet BOB beter te bestrijden.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 6 - Quizvraag

Uitbreiding opsporingsbevoegdheden
Op dit moment ligt er een wetsvoorstel Computercriminaliteit III om cyberaanvallen en andere cybercriminaliteit tegen te gaan.
Dankzij deze wet mag de politie straks ook inbreken op computers (hacken) om bewijsmateriaal te verzamelen.

Slide 7 - Tekstslide

Uitbreiding opsporingsbevoegdheden
Sinds de invoering van de Wet terroristische misdrijven:
kun je eerder worden aangemerkt als verdachte.
mag de AIVD anonieme getuigenverklaringen gebruiken in rechtszaken.
mag de politie in veiligheidsrisicogebieden preventief fouilleren.

Slide 8 - Tekstslide


Volgens de Wet opsporing terroristische misdrijven is nu ook het voorbereiden van terroristische misdrijven strafbaar.
Met welk grondbeginsel van de rechtsstaat kan deze aanpassing in strijd zijn?
A
De ne bis in idem-regel.
B
De onafhankelijkheid van de rechtspraak.
C
De trias politica.
D
De fundamentele rechten van burgers die zijn vastgelegd in de grondwet.

Slide 9 - Quizvraag

Uitbreiding spreekrecht: Maximaal drie slachtoffers of nabestaanden van zware misdrijven. Dit mag eventueel ook schriftelijk worden gedaan.
Wat vind jij van deze veranderingen?

Geef je mening en onderbouw deze met ten minste twee argumenten

Slide 10 - Open vraag

Dankzij de Wet OM-afdoening mag het OM bij minder zware delicten zelf een straf opleggen. Hierdoor wordt de werkdruk bij rechters verlaagt.

Wat vind jij van deze verander? Geef je mening en onderbouw deze met ten minste twee argumenten.

Slide 11 - Open vraag

Zwaarder straffen?
Er is in de samenleving voortdurend discussie over de vraag of straffen hoog genoeg zijn.

Drie feiten:
De maximale tijdelijke straf is verhoogd van twintig naar dertig jaar.
Rechters zijn zwaardere straffen gaan opleggen voor moord en doodslag.
Het aantal veroordelingen tot levenslang is sterk gestegen.

Slide 12 - Tekstslide

7. Nederland, de Vs en China
De VS is al heel lang een rechtsstaat. Eind 18e eeuw werden de machtenscheiding, het legaliteitsbeginsel en een groot aantal grondrechten vastgelegd in de Constitution of the United States’.

China wordt door westerse landen niet als een rechtsstaat gezien door de grote macht die ligt bij de Chinese Communistische Partij (CCP).

Slide 13 - Tekstslide

Grondrechten
Grondrechten zijn in beide landen vastgelegd in de grondwet.
In beide landen vindt klassenjustitie en rassenjustitie plaats.

In China wordt corruptie steeds harder aangepakt.
In China worden de rechten van minderheden op grote schaal geschonden.
Zowel in China als in de VS is sprake van klassenjustitie, maar ook in Nederland vindt dit (in mindere mate) plaats.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

In de VS
Uitlokking is toegestaan.

Vergaande opsporingsbevoegdheden door Patriot Act (bij terroristische misdrijven).
Guantánamo Bay: schending mensenrechten bij verdachten van terroristische misdrijven

Slide 16 - Tekstslide

Strafvervolging in de VS
Plea Bargaining




Three Strikes and You’re out Law



--> Zo kreeg iemand in de VS levenslang na het stelen van een paar sokken en een ander voor een pizzapunt

Wanneer de advocaat en de officier van justitie een deal maken  over de hoogte van de straf.

Als je voor de derde keer in de fout gaat, wordt de strafmaat aanzienlijk hoger.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De onafhankelijkheid van rechters: VS
  • Lagere rechters worden gekozen door het volk.

  • Wetgeving en vonnissen kunnen door het Hooggerechtshof (Supreme Court) aan de grondwet worden getoetst. beslissende stem in burgerrechten
  • Juryrechtspraak: burgers beoordelen of iemand schuldig is, de rechter bepaalt de straf.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke bewering over de Amerikaanse strafwet Three Strikes and You’re Out is juist?
I. De wet is vooral bedoeld om veelplegers aan te pakken.
II. De wet is vergelijkbaar met de schikking die Nederlandse officieren van justitie kunnen aanbieden.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 21 - Quizvraag

Welke bewering over de Amerikaanse wetgeving is juist?
I. De strafwet Three Strikes and You’re Out maakt het mogelijk veelplegers te resocialiseren.
II. Plea bargaining staat op gespannen voet met de trias politica.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Benoem een voordeel en een nadeel van juryrechtspraak.

Slide 24 - Open vraag

In China
Formeel: recht op advocaat en eerlijk proces.
In de praktijk vinden martelingen plaats om bekentenissen af te dwingen.
Preventieve opsluiting: politieke activisten worden vastgezet zonder proces.

Slide 25 - Tekstslide

Rechters in China
Rechters zijn lid van de Chinese Communistische Partij (CCP).

Geen sprake van onafhankelijkheid bij rechtszaken tegen politieke dissidenten.

Juryrechtspraak wordt ingezet bij corruptiezaken tegen rechtbankfunctionarissen.

Slide 26 - Tekstslide

Welke van de beweringen is of zijn juist?
I. Uitlokking is toegestaan in de VS als methode voor het opsporen van crimineel gedrag.
II. In China zijn speciale juryrechtbanken ingesteld om de mensenrechten te bewaken.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 27 - Quizvraag