leerjaar 1 Fictie 6 april

Welkom!

Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.





1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.





Slide 1 - Tekstslide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

Boek niet bij je? Pak er een uit het kratje. 
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat de ik-vorm en de hij/zij-vorm is in een verhaal.
  • Ik kan deze begrippen koppelen aan mijn boek.




Slide 3 - Tekstslide

  • Uitnodiging schrijven
Vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Daar zitten we dan. Op een bankje. Met z´n tweeën. Ze kijkt recht vooruit. Ik kijk opzij en neem haar uiterlijk in mij op. Ze is prachtig. Ze kijkt mij aan, maar ik kan haar gevoel niet peilen. ´Ik denk echt dat dit de beste beslissing is,´ zeg ik zachtjes. `Ja, dat zal wel,´ zegt ze emotieloos. Ik hoopte op een ander antwoord, maar ik denk dat ze het allemaal nog niet beseft.

Slide 5 - Tekstslide

ik-vorm
Het verhaal is geschreven in de ik-vorm. Je weet wat de ik-vorm denkt en voelt.

Ik kijk opzij en neem haar uiterlijk in mij op.

Slide 6 - Tekstslide

Sia en Kian zitten op een bankje. Met z'n tweeën. Sia kijkt recht vooruit. Kian kijkt opzij en neem haar uiterlijk in zich op. Sia kijkt hem aan, maar hij kan haar gevoel niet peilen.
"Ik denk echt dat dit de beste beslissing is," zegt hij zachtjes.
"Ja, dat zal wel," zegt zij emotieloos. Hij hoopte op een ander antwoord, maar ze zal het nog niet allemaal beseffen. 

Slide 7 - Tekstslide

hij/zij-vorm
Als er geen ik-persoon in het verhaal voorkomt, is het geschreven in de hij/zij-vorm. Je weet vaak niet van beide personages wat ze denken. 

Slide 8 - Tekstslide

Samen lezen

Slide 9 - Tekstslide

Yessin en Ali zitten in groep 8. Ze zijn vrienden, maar ze hebben ook vaak ruzie. Yessin moet van Ali dingen doen die hij eigenlijk niet wil. Ze hebben gevochten en moeten bij meester Hans komen. Hieronder lees je wat er is gebeurd.

Ali, Dylano en Mert waren op het schoolplein naar hem toe gekomen, net toen ze gestopt waren met voetballen. Dylano klom op een hekje en ging daar zitten wiebelen. Mert was geheimzinnig dicht bij Yessin komen staan.
‘Jumbo na school,’ zei Ali.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Yessin.
‘Voetbalplaatjes. Je weet toch – die liggen achter de kassa. 


 
‘Dat is jatten,’ zei Yessin.
‘Voetbalplaatjes zijn van iedereen.’
Dat is onzin. De klanten betalen er zelf voor, het zit bij de prijs van de boodschappen in. Dat moest Ali zelf ook kunnen bedenken.
‘Het is stelen,’ hield Yessin aan. ‘Toch, Mert?’
Mert keek naar Ali, en Ali zei: ‘Durf je niet? Mietje.’
‘Ben ik niet, maar ik ga niet stelen.’
‘Kippenschijt.’ Dylano sprong van het hekje. ‘Wat is dat nou voor kippenschijt, man. Hij zit je te fokken, hoor, Ali.’
‘Yessin doet gewoon mee,’ zei Ali. En tegen hem: ‘Je wilt toch vrienden met me blijven?’
Toen liep hij weg; Dylano rende voor hem uit en Mert sjokte er braaf achteraan. Yessin kon niet achterblijven. Ali is de coolste jongen van de klas. Hij kan waanzinnig voetballen; hij wordt prof later. Zowat iedereen is vrienden met Ali, de jongens tenminste. Hij haalt niet zulke hoge cijfers als Yessin, dat niet, maar toch bepaalt hij wat er in de klas gebeurt. Als Ali vindt dat Sara weer eens een lesje nodig heeft, dan krijgt Sara een lesje. Hij hoeft maar met zijn vingers te knippen en Dylano en Mert beginnen haar te stangen, net zolang tot ze huilt. Yessin doet ook mee. Je haalt het niet in je hoofd om niet te doen wat Ali wil.
‘Dus na schooltijd bij de Jumbo,’ besloot Ali.
Yessin wilde niet. Maar dat kon hij niet zeggen, anders komt hij alleen te staan. Behalve Ali en zijn vrienden zitten er alleen maar meisjes in de klas. Nou ja, en Ilias – maar die telt niet.
‘Oké dan. Maar ik blijf buiten,’ zei hij. ‘Dan sta ik wel op de uitkijk. En ik hoef geen plaatjes.’















Slide 10 - Tekstslide

Dat is jatten,’ zei Yessin.
‘Voetbalplaatjes zijn van iedereen.’
Dat is onzin. De klanten betalen er zelf voor, het zit bij de prijs van de boodschappen in. Dat moest Ali zelf ook kunnen bedenken.
‘Het is stelen,’ hield Yessin aan. ‘Toch, Mert?’
Mert keek naar Ali, en Ali zei: ‘Durf je niet? Mietje.’
‘Ben ik niet, maar ik ga niet stelen.’
‘Kippenschijt.’ Dylano sprong van het hekje. ‘Wat is dat nou voor kippenschijt, man. Hij zit je te fokken, hoor, Ali.’
‘Yessin doet gewoon mee,’ zei Ali. En tegen hem: ‘Je wilt toch vrienden met me blijven?’






Slide 11 - Tekstslide

Toen liep hij weg; Dylano rende voor hem uit en Mert sjokte er braaf achteraan. Yessin kon niet achterblijven. Ali is de coolste jongen van de klas. Hij kan waanzinnig voetballen; hij wordt prof later. Zowat iedereen is vrienden met Ali, de jongens tenminste. Hij haalt niet zulke hoge cijfers als Yessin, dat niet, maar toch bepaalt hij wat er in de klas gebeurt. Als Ali vindt dat Sara weer eens een lesje nodig heeft, dan krijgt Sara een lesje. Hij hoeft maar met zijn vingers te knippen en Dylano en Mert beginnen haar te stangen, net zolang tot ze huilt. Yessin doet ook mee. Je haalt het niet in je hoofd om niet te doen wat Ali wil.

Slide 12 - Tekstslide

‘Dus na schooltijd bij de Jumbo,’ besloot Ali.
Yessin wilde niet. Maar dat kon hij niet zeggen, anders komt hij alleen te staan. Behalve Ali en zijn vrienden zitten er alleen maar meisjes in de klas. Nou ja, en Ilias – maar die telt niet.
‘Oké dan. Maar ik blijf buiten,’ zei hij. ‘Dan sta ik wel op de uitkijk. En ik hoef geen plaatjes.’
‘Op de uitkijk? In de vluchtauto zeker!’
Dylano barstte in lachen uit. ‘Nee hoor, dan wil ik je er niet bij hebben. Je doet mee of je doet niet mee. En anders sodemieter je maar op.’
‘Ja,’ zei Mert. ‘We hebben jou niet nodig, hoor.’
Ali legde hem met een blik het zwijgen op.
‘Laat dat mietje toch.’
En toen vloog Yessin hem aan. Hij laat zich niet uitschelden!
Vlak voordat ze in hun nekvel werden gepakt en naar de directeur gestuurd, prikte Ali zijn vinger onder Yessins oor, op het plekje waar het gevaarlijk is.
‘Eén woord en je bent dood.’









Slide 13 - Tekstslide

Wie is de hoofdpersoon uit dit verhaal?

Slide 14 - Open vraag

Is Ali’s oorlog geschreven in de ik-vorm of in de hij-vorm? Waarom?

Slide 15 - Open vraag

Denk je dat Yessin meegaat naar de Jumbo om voetbalplaatjes te stelen? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Kun je vrienden zijn met iemand voor wie je dingen doet die je eigenlijk niet wilt? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag




Na deze les...

  • Weet ik wat de ik-vorm en de hij/zij-vorm is in een verhaal.
  • Kan ik deze begrippen koppelen aan mijn boek.
Doel

Slide 18 - Tekstslide

Ik kan de ik-vorm en de hij-vorm herkennen in een verhaal.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Wat vind je nog lastig?

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
Leren voor de toets. Succes!

Slide 21 - Tekstslide