3HV chap. 2 les verbes en -IR

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

• Voca

Dans ce cours...

• Verbes en -IR

noem de uitgangen op -IR in de présent

Ils ... à quelle heure?

1. finis
2. finit
3. finissent
4. finissez

Tu ... quoi?

1. choisissons
2. choisis
3. choisissez
4. choisit

Nous ... le document.

1. remplissons
2. remplissez
3. remplissent
4. remplis

Il ... trop.

1. réfléchit
2. réfléchissons
3. réfléchis
4. réfléchissez

Vous ... vers 8 heures. (finir)

Je ... le rouge. (choisir)

Léa ne ... jamais bien. (réfléchir)

Nous ... le gagnant. (choisir)

Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Tu ... rempli le formulaire.

1. ai
2. as
3. a
4. ont

Les garçons ... fini leurs devoirs.

1. a
2. as
3. ont
4. avons

Vul de passé composé van het werkwoord tussen haakjes in.
Nous ... le test. (remplir)

Zet de zin in de passé composé.
Je finis mes devoirs.

Zet de zin in de présent.
Il a rempli le document.

Verbuga

Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden op -ir 

1. In de linkerkolom vink je alle tijden van présent & passé composé aan.
2. In de kolom helemaal rechts vink je 4 werkwoorden aan:                       choisir, finir, réfléchir en remplir.
3. Klik op confirmer.
4. Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen, in welke tijd en bij welke persoon. Vul je antwoord in.
5. Klik op suivant om naar de volgende vraag te gaan.