TKB havo 2 -6.1 Slavernij in de 19e eeuw-1

6.1 Slavernij in de 19e eeuw
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6.1 Slavernij in de 19e eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika.
  • Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië. 

Slide 2 - Tekstslide

6.1 Slavernij in de 19e eeuw


Kunnen we de driehoekshandel nog invullen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Driehoekshandel
  • Nederland -->  zeilschepen beladen met wapens, buskruit, drank en textiel over de Atlantische Oceaan naar West-Afrika.

  • West Afrika -->  er worden slaven hebben ingekocht en met de lading menselijke handelswaar naar Curaçao, Sint Eustatius en Suriname. 

  • Caribisch gebied -->verkopen van de slaven aan plaatselijke slavenhouders.  Inkopen  suiker, koffie, katoen, cacao of tabak 

  • Nederland -->

Slide 5 - Tekstslide

Begin 19e eeuw was het aantal slaven toegenomen
Oorzaak: 
- gestegen vraag naar producten (suiker, koffie, tabak, cacao en katoen)

Slechte omstandigheden
- zwaar werk, nauwelijks vrije dagen, wonen, voedsel

Gevolg:
- sterftecijfer hoger dan geboortecijfer

Gevolg:
-  mensen blijven vervoeren vanuit Afrika

Slide 6 - Tekstslide

Eind 18e eeuw

  • Slaven komen in aanmerking met idealen Franse revolutie
  • 1791 in Saint- Domingue revolutie-> 1804 Haïti
  • Andere koloniën: Europeanen onderdrukten deze opstanden hard

Slide 7 - Tekstslide

Ook Nederland heeft zich schuldig gemaakt aan slavernij
  • Suriname en Antillen
  • 1806: 70% Surinaamse bevolking tot slaaf gemaakten
  • werken op plantages: koffie-, hout-, katoenplantages

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Leefgemeenschappen in jungle
Marron
  • Iemand die als slaaf van een plantage is gevlucht en als vrije op een afgelegen plek in een eigen gemeenschap leeft
  • Andere slaven bevrijden
  • Plantages aanvallen

Slide 10 - Tekstslide

In 19e eeuw nam onrust in Suriname af

  • Marrons hadden vrede gesloten met Nederlandse bestuur
  • Besef bij plantage eigenaren
  • Paramaribo: zichzelf vrijgekochten en afstammelingen zwarte vrouwen en witte meesters
  • Tegenstellingen waren minder scherp

Slide 11 - Tekstslide

Antillen
  • ongeveer 35% bevolking onvrij
  • plantageslavernij minder belangrijk
  • werk in haven/zeezout winnen
  • Minder vluchtmogelijkheden
  • 1795 opstand in Curaçao -> slaaf Tula

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Bestuderen theorie + bronnen 6.1
maken: opdr. 1 t/m 7
klaar: nakijken en verbeteren 
             keuzewerk (leren SO/PW, afmaken HW, lezen...)

Slide 13 - Tekstslide