In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Par. 8.2 Bloed stroomt
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Startopdracht:
Pak je boek, lees blz. 104 en 105 en maak opdracht 5 op blz. 106.
Doe dit alleen en in stilte.
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 8.2 les 1 - bloedvaten en dubbele bloedsomloop
Je kunt de functie van de grote en kleine bloedsomloop beschrijven en benoemen welke organen betrokken zijn.
Je kunt de drie soorten bloedvaten van een mens en hun kenmerken beschrijven (functies, onderscheid naar ligging, bloeddruk, bouw van de wand, aan- of afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed in deze vaten).
BI/K/9 (5)
Slide 5 - Tekstslide
Lees blz. 105, neem de tabel over in je schrift en vul in.
- In de aorta en longslagader zitten slagaderkleppen/halvemaanvormige kleppen.
- Kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terug stroomt.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
bloedvaten op het hart
Lopen aan de buitenkant van het hart!
kransslagaders: voorzien het hart (de hartspier) van zuurstof
kransaders: voeren co2 en andere afvalstoffen af
Slide 25 - Tekstslide
Namen van bloedvaten
Bloedvaten worden genoemd naar het orgaan waar ze naartoe of vanaf stromen
Uitzonderingen!
bovenste holle ader: vanaf armen, hals en hoofd
onderste holle ader: verzamelader vanaf romp en benen
aorta: grote slagader vanuit het hart, splitst in bijv. armslagader
poortader: ader tussen darmen, maag naar de lever
Slide 26 - Tekstslide
Poortader
- Verbindt de maag, dunnedarm en dikkedarm met de lever.
- Voedingsstoffen, die vanuit het verteringsstelsel in het bloed terecht komen, worden via de poortader eerst richting de lever vervoerd.
- Via de leverader komen de opgenomen voedingsstoffen pas in de bloedcirculatie terecht.
Slide 27 - Tekstslide
In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? Sleep de juiste naar erheen.
Slagader
Ader
Haarvat
Slide 28 - Sleepvraag
In de tekening hiernaast zie je een stukje van de bloedsomloop met de drie typen bloedvaten.
Hoe heten de bloedvaten 1, 2 en 3?
1.
2.
3.
Ader
Slagader
Haarvaten
Slide 29 - Sleepvraag
1) Kleine bloedsomloop =
Hart - - hart
2) Grote bloedsomloop =
Hart - - hart
hele lichaam
longen
Slide 30 - Sleepvraag
In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit
Slide 31 - Sleepvraag
Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat
Slide 32 - Quizvraag
In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
Slide 33 - Quizvraag
Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Video
Startopdracht:
1. Wat gebeurt er met fibrinogeen bij de bloedstolling?
2. Welk mineraal is er nodig om hemoglobine te maken?
3. Welke bloedvaten bevatten kleppen en wat is de functie daarvan?
timer
4:00
Slide 36 - Tekstslide
Leerdoelen les 3 - hartslag, bloeddruk en hart- en vaatziekten
Je kunt de dikte van de wanden van de boezems en kamers beschrijven in relatie tot hun functie.
Je kunt uitleggen hoe de druk in de kamers en slagaders verandert tijdens de hartslag.
Je kunt benoemen wat mogelijke gevolgen zijn van een te hoge of lage bloeddruk.
Je kunt veel voorkomende oorzaken van een hartinfarct en hartritmestoornissen opnoemen. BI/K/9 (5)
Slide 37 - Tekstslide
Je hart klopt
Je hart pomp het bloed door je lichaam. Een hartslag bestaat uit 3 stappen:
1. De boezems knijpen samen en pompen het bloed naar de kamers.
2.De kamers knijpen samen en pompen het bloed naar de longslagader en de aorta.
3. Het hart neemt een pauze, waarin de boezems weer vollopen met bloed uit de aders.
Slide 38 - Tekstslide
Wanden in het hart
Linkerkamer heeft de dikste wand. Deze kamer pompt het zuurstofrijke bloed namelijk het hele lichaam rond. Daarom is de wand van de linkerkamer ook gespierder en dus dikker dan dat van de rechterkamer. De rechterkamer pompt het zuurstofarme bloed naar de longen.
De boezems hebben een relatief dunne wand.
Slide 39 - Tekstslide
Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.
Bovendruk: als de kamers samentrekken
Onderdruk: tijdens de hartpauze
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Hartinfarct
Een hartinfarct wordt veroorzaakt door slagaderverkalking in de kransslagaders.
Gevolg: deel van de hartspier krijgt onvoldoende zuurstof en sterft af.
Behandeling: dotteren of bypassoperatie.
Slide 42 - Tekstslide
Bypassoperatie
Dotteren (stent plaatsen)
Slide 43 - Tekstslide
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.2
Maken: Par 8.2: opdr. 11 t/m 35
Par 8.3: opdr. 2 t/m 6
Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf