10.3 en 10.4 Relaties en Ziek van de liefde (Paulien)

Wat weet je nog van 10.1 en 10.2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van 10.1 en 10.2

Slide 1 - Tekstslide

Primair geslachtskenmerk
Secundair Geslachtskenmerk
Borsthaar
Baard in de keel
Schaamhaar
Schaamlippen
Balzak
Penis
Borsten
Vagina

Slide 2 - Sleepvraag

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Hormoonklieren

Slide 3 - Quizvraag

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke verandering?

Tanden wisselen
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling

Slide 4 - Quizvraag

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

De baby herkent zijn oma.
A
Geestelijk
B
Lichamelijk

Slide 5 - Quizvraag

De hypofyse produceert
A
Testosteron
B
Oestrogenen
C
Hormonen die werking teelballen, eierstokken en groei regelen
D
Zaadcellen en eicellen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe komt het dat je lichaam een groeispurt (= snelle lengtegroei) doormaakt in de puberteit?
A
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je overal celdeling krijgt.
B
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in je botten krijgt.
C
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in de groeischijven van je botten krijgt.

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer kun je de primaire geslachtskenmerken bij de mens zien?
A
Vanaf de geboorte
B
Tijdens de puberteit
C
Als de mens volwassen geworden is

Slide 8 - Quizvraag

Waar wordt oestrogeen geproduceerd?
A
Hypofyse
B
Hypothalamus
C
Eierstokken
D
Nieren

Slide 9 - Quizvraag

Hypofyse
Hormoon
Hormoon
Bloed

Slide 10 - Sleepvraag

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Het groeihormoon komt in het bloed.
Het groeihormoon komt in het bot.
De hypofyse maakt het groeihormoon.
De cellen in je botten reageren op het groeihormoon en gaan delen.

Slide 11 - Sleepvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Met welke letter wordt de groeischijf aangegeven? 
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quizvraag

10.3
Relaties

Slide 13 - Tekstslide

10.3 leerdoelen
In 10.3 leer je:
  • Dat je verschillende relaties kunt hebben met mensen om je heen (waarden en normen)
  • Dat relaties gebaseerd zijn op normen en waarden
  • verschillende soorten liefdesrelaties
  • wat er bedoeld word met geslachtsgemeenschap en orgasmes

Slide 14 - Tekstslide

10.3 Begrippenlijst
  • contact, relaties, waarden en normen
  • heteroseksueel, homoseksueel, biseksueel, lesbisch
  • vrijen, klaarkomen, orgasme, zaadlozing, eikel, clitoris, zelfbevrediging, masturberen, geslachtsgemeenschap

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Waarden en normen
Waarden : Geven aan wat je belangrijk vindt (bijv, trouw, eerlijkheid, behulpzaamheid)

Normen: Het zijn algemeen aanvaarde gedragsregels die horen bij een bepaalde waarde (bijv. als je verkering hebt ga je niet met een ander zoenen, je liegt niet, als iemand iets laat vallen help je even met oprapen).

Slide 17 - Tekstslide

Relaties
  • Alles wat je met andere mensen doet, heet contact.
  • Alle banden die je met mensen hebt, zijn relaties
  • Hoe je met je elkaar omgaat, hangt af van Normen en waarden.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

                     10.4
Ziek van de liefde

Slide 22 - Tekstslide

10.4 leerdoelen
je leert:
  • wat de belangrijkste SOA's zijn
  • hoe SOA's zich verspreiden en hoe je dat kunt voorkomen
  • wat het HIV virus is en wat dit met AIDS te maken heeft
  • Waarom we inenten tegen HPV

Slide 23 - Tekstslide

10.4 begrippen
  • Seksueel Overdraagbare Aandoening, geslachtsziekte, onveilig vrijen
  • HIV, AIDS, seropositief, hiv-remmers
  • Soa-test, condoom
  • HPV

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide