Thema 5 les 1 steden en dorpen

Thema 5 Steden en dorpen
Pak je boekje thema 5 de stad en en log in met je laptop in lessonup
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 5 Steden en dorpen
Pak je boekje thema 5 de stad en en log in met je laptop in lessonup

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Wat weet je al: Verschil tussen dorpen en steden
  • Leerdoelen en lessonup
  • Geoclips: De stad groeit 
  • Stad bouwen: Via minecraft of een tekening maken
  • Afsluiting: Wat heb je deze les geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen les 1

  • Wat ga je vandaag leren:
  • Je kan drie verschillen noemen tussen een dorp en een stad.   
  • Je kan uitleggen wat dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen zijn.
  • Je kan uitleggen waarom in steden meer niet-dagelijkse voorzieningen voorkomen dan in een dorp.    
  • Je kunt uitleggen hoe een stad is opgebouwd

Slide 3 - Tekstslide

Waaraan herken je een stad?

Slide 4 - Woordweb

Waar herken je een dorp aan?

Slide 5 - Woordweb

Stad en dorp
  • Een dorp of een stad. bijvoorbeeld. In een stad:
  • is meer hoogbouw (flats en andere hoge gebouwen)
  • staan gebouwen dichter op elkaar dan in dorp. 
  • wonen meer mensen dan in dorp.
  • zijn meer voorzieningen dan in een dorp. 


Slide 6 - Tekstslide

Voorzieningen
  • Voorzieningen die je (bijna) dagelijks gebruikt zijn dagelijkse voorzieningen
  • de supermarkt, school, de bakker etc. 
  • Voorzieningen die je weinig of minder vaak gebruikt zijn niet-dagelijkse voorzieningen
  • de bioscoop, het zwembad, de kapper, schoenwinkels etc

Slide 7 - Tekstslide

Noem een dagelijkse voorziening die je vindt in Dedemsvaart

Slide 8 - Woordweb

  1. eerst een buurt. 
  2. dan een woonwijk.
  3. dan het stadsdeel.
  4. de stad.
  5. de voorstad.
  6. het stedelijk gebied.

De opbouw van een gebied 

Slide 9 - Tekstslide

Geoclip de stad
In deze aflevering kijken we naar de Geoclip de stad. 

  • Let goed op hoe de stad opgebouwd is.
  • Schrijf opvallende woorden op die je niet kent

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opvallende woorden?

Slide 12 - Woordweb

Minecraft
Je gaat een stad bouwen via Minecraft. Waar moet je stad aan voldoen?
  • Bouw een stad naar keuze, begin bij je centrum
  • Bouw dagelijkse voorzieningen en niet-dagelijkse voorzieningen. (voorbeelden?)
  • Bouw een buurt, een woonwijk, of flats, nieuwbouwwijken
  • Bouw een natuurgebied of park, grachten, 
  • Bouw een sportpark naar keuze.
  • Iemand anders moet herkennen dat het een stad is en geen dorp
  • Hier mag je de komende lessen aan werken. 

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen les 1

  • Kun je deze vier leerdoelen beantwoorden?
  • Je kan drie verschillen noemen tussen een dorp en een stad.   
  • Je kan uitleggen wat dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen zijn.
  • Je kan uitleggen waarom in steden meer niet-dagelijkse voorzieningen voorkomen dan in een dorp.    
  • Je kunt uitleggen hoe een stad is opgebouwd

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd over het verschil tussen een dorp en een stad?

Slide 15 - Open vraag


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 16 - Quizvraag


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 17 - Quizvraag