SO KGT planten en dieren
1 / 29
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Gaat biologie over organismen?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Is een steen levenloos?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
Een stilzittende, bijna niet ademende sprinkhaan is dood.
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Als een boom elk jaar zwaarder wordt, noem je dat ontwikkeling.
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Een consultatiebureau verzorgt medische basiszorg bij alle kinderen van 0 tot 4 jaar. Het is een gratis instelling die adviserend werkt en openstaat voor alle kinderen vanaf de geboorte. De adviezen worden gegeven door een arts en een wijkverpleegkundige, ondersteund door een assistente. Eén van hun taken is het controleren van de groei (lengte en gewicht). Daarnaast worden bijvoorbeeld bewegingen zoals kruipen, zitten, staan en lopen gevolgd.
De kinderen worden het meest gecontroleerd in de periode tussen 0 en 1 jaar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een consultatiebureau verzorgt medische basiszorg bij alle kinderen van 0 tot 4 jaar. Het is een gratis instelling die adviserend werkt en openstaat voor alle kinderen vanaf de geboorte. De adviezen worden gegeven door een arts en een wijkverpleegkundige, ondersteund door een assistente. Eén van hun taken is het controleren van de groei (lengte en gewicht). Daarnaast worden bijvoorbeeld bewegingen zoals kruipen, zitten, staan en lopen gevolgd.
Kruipen, zitten, staan en lopen horen bij de ontwikkeling van een kind.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Beschermt de zaadhuid de bruine boon?
A
ja tegen uitdroging
B
nee dat is om vocht tegen te houden
C
ja tegen beschadiging
D
nee
Slide 8 - Quizvraag
Is de navel een wit rond vlekje op de bruine boon?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Noemen wij verandering in de bouw van een plant ontwikkeling?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Noemen wij het groter en zwaarder worden van de bladeren van de bruine bonenplant groei?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
Als een plantje nieuwe zij-wortels krijgt, is dit dan groei?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Een jongen krijgt een baard, is dit geestelijke ontwikkeling?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Een meisje krijgt borsten, is dit ontwikkeling?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noem je iets dat geen levenskenmerken meer vertoont?
A
Dood
B
Een organisme
C
Levenloos
D
Levend
Slide 15 - Quizvraag
Hout komt van bomen.
Is deze houten kast levend, dood of levenloos?
Is deze houten kast levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 16 - Quizvraag
Is dit standbeeld levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een levenskenmerk?
A
Praten
B
Verliefd zijn
C
Ademhalen
D
uit eten gaan
Slide 18 - Quizvraag
Welk levenskenmerk wordt hier vertoond?
A
De kuikens doen aan uitscheiding.
B
De kuikens worden gevoed.
C
De kuikens zingen.
Slide 19 - Quizvraag
Welk organisme of welke organismen in deze afbeelding vertoont/vertonen levenskenmerken?
A
Alleen de volwassen merel en de worm.
B
De volwassen merel, de merel jongen en de worm.
C
Alleen de volwassen merel en de merel jongen.
D
Alleen de volwassen merel en het nest.
Slide 20 - Quizvraag
Met welk nummer is de wortel aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quizvraag
Met welk nummer is het deel aangegeven waar het reservevoedsel zich bevindt?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quizvraag
Met welk nummer is de navel aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quizvraag
Waar staan de levensfasen in de juiste volgorde?
A
schoolkind – adolescent – puber
B
baby – kleuter – peuter
C
kleuter – schoolkind – puber
D
kleuter- moeder- oma- opa
Slide 24 - Quizvraag
Vanaf dat je pasgeboren bent tot je vierde jaar ga je naar het consultatiebureau. Hier kijken ze of je goed groeit, eet en of je je goed ontwikkelt. Ook krijg je daar prikjes om te zorgen dat je bepaalde ziektes niet krijgt. Om te kijken of je goed groeit en je goed ontwikkelt, meet en weegt de verpleegkundige je en doet zij een paar spelletjes met je.
Schrijf twee levenskenmerken uit de tekst op.
Schrijf twee levenskenmerken uit de tekst op.
Slide 25 - Open vraag
Als je een hond uitlaat, dan gaat hij op zoek naar de geur van andere honden. Als de hond die geur geroken heeft, dan plast hij ook op die plek.
Welke twee levenskenmerken horen hierbij?
Welke twee levenskenmerken horen hierbij?
A
Uitscheiden en voortplanten
B
Uitscheiden en waarnemen
C
Voortplanten en groeien
D
Groeien en waarnemen
Slide 26 - Quizvraag
De familie Klaassen heeft een volkstuin. Ze verbouwen daar allerlei groenten.
Vroeg in het voorjaar wordt er gezaaid en na twee weken staan er al heel wat plantjes boven de grond.
Hoe heten de eerste blaadjes die boven de grond uitkomen?
Vroeg in het voorjaar wordt er gezaaid en na twee weken staan er al heel wat plantjes boven de grond.
Hoe heten de eerste blaadjes die boven de grond uitkomen?
Slide 27 - Open vraag
Hoe ging de toets?
A
Heel goed
B
Moeilijk!
C
ging wel
D
geen idee
