Het delend lidwoord

Het delend lidwoord
Explication et exercices = 
uitleg en oefeningen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het delend lidwoord
Explication et exercices = 
uitleg en oefeningen.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Ik kan het delend lidwoord in het Frans gebruiken.
  • Ik weet welke lidwoorden ik gebruik na een ontkenning, na hoeveelheid en bij werkwoorden die voorkeur aangeven. 

Slide 2 - Tekstslide

Delend lidwoord in het Frans
Dat zijn: du - de la - de l' - des  
LET OP!
du - de la - de l' - des veranderen in de - d':

  • na een ONTKENNING (ne ... pas, ne ... jamais, ne ... plus enz)
  • na een WOORD VAN HOEVEELHEID (een kilo, een liter, veel, weinig, een fles, een pak enz)





Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden
  • un peu (een beetje)                        
  • beaucoup (veel)
  • une bouteille (een fles)
  • une boîte (een doos)
  • une tasse (een kopje)
  • Let op: na werkwoorden aimer, adorer, préférer, détester gebruik je: le, la, l' of les

  • un litre (een liter) 
  • un kilo 
  • une bouteille (een fles)
  • un paquet (een pakje)
  • un verre (een glas)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vul het goede delend lidwoord in:
Ma mère achète ____ lait (m).
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 6 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je prends un verre ___ eau.

A
de la
B
de l'
C
d'
D
du

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'

Slide 8 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'ai acheté une bouteille ______ Fanta.
A
de
B
de la
C
du
D
des

Slide 9 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je vais acheter _____ oranges.

A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père aime ______ crevettes.
A
des
B
les
C
de la
D
de l'

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai soif. J'ai bu un litre ____ eau.
A
des
B
de la
C
d'
D
de

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Elle boit une tasse ______ café.

A
de la
B
des
C
de l'
D
de

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai besoin d'un peu ____ lait.
A
du
B
de
C
de la
D
de l'

Slide 14 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je déteste _______ aubergine.

A
du
B
l'
C
de l'
D
de

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père n'aime pas la viande, il préfère _____ plats végétariens.
A
des
B
de l'
C
de la
D
les

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je mange toujours beaucoup ____ fromage.
A
du
B
de
C
de la
D
de l'

Slide 17 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'achète une bouteille _______ eau minérale.

A
du
B
d'
C
de l'
D
de

Slide 18 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu veux aussi _______ soupe (vr)?
A
des
B
de l'
C
de la
D
du

Slide 19 - Quizvraag

Aflsluiting!
We gaan deze quiz door middel van drie vragen afsluiten!

Slide 20 - Tekstslide

Afsluitingsvraag 1
- Welke 4 delende lidwoorden zijn er in het Frans?

Slide 21 - Open vraag

Afsluitingsvraag 2
Na ontkenning/hoeveelheid, verandert een delend lidwoord in....

Slide 22 - Open vraag

Afsluitingsvraag 3
Na werkwoorden aimer, adorer, détester & préférer, gebruik jij....

Slide 23 - Open vraag

Hoe goed snap ik het delend lidwoord
in het Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll