Het delend lidwoord

Het delend lidwoord
Explication & 
exercices
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het delend lidwoord
Explication & 
exercices

Slide 1 - Tekstslide

Delend lidwoord in het Frans
Dat zijn: du - de la - de l' - des  
LET OP!
du, de la, de l' & des veranderen in de of d' NA ONTKENNING & NA EEN WOORD VAN HOEVEELHEID zoals :





Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden
  • un peu (een beetje)                        
  • beaucoup (veel)
  • une bouteille (een fles)
  • une boîte (een doos)
  • une tasse (een kopje)
  • Attention! na wekwoorden aimer, adorer, préférer, détester, gebruik je : LE, LA, L' of LES

  • un litre (een liter) 
  • un kilo 
  • une bouteille (een fles)
  • un paquet (een pakje)
  • un verre (een glas)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vul het juiste delend lidwoord in: Ma mère achète____ lait (le)
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 5 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je prends un verre ___ eau.

A
de la
B
de l'
C
d'
D
du

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'

Slide 7 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'ai acheté une bouteille ______ fanta
A
de
B
de la
C
du
D
des

Slide 8 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je vais acheter _____ oranges

A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père aime ______ crevettes.
A
des
B
les
C
de la
D
de l'

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai soif. J'ai bu un litre ____ eau.
A
des
B
de la
C
d'
D
de

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Elle boit une tasse ______ café.

A
de la
B
des
C
de l'
D
de

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai besoin d'un peu ____ lait
A
du
B
de
C
de la
D
de l'

Slide 13 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je déteste _______ aubergine.

A
du
B
l'
C
de l'
D
de

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père n'aime pas la viande, il préfère _____ plats végétariens.
A
des
B
de l'
C
de la
D
les

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je mange toujours beaucoup ____ fromage.
A
du
B
de
C
de la
D
de l'

Slide 16 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'achète une bouteille _______ eau minérale.

A
du
B
d'
C
de l'
D
de

Slide 17 - Quizvraag