02.03 - h3 - Taalverzorging, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en e(n)

Planning

  • Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden
  • sommige(n)/ andere(n)/ alle(n)/enkele(n)
Leerdoelen

- Ik kan een stoffelijk, bijvoeglijk naamwoord goed spellen.

- Ik weet wanneer ik een 'n' plak achter woorden als 'sommige', 'andere' en 'enkele'.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning

  • Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden
  • sommige(n)/ andere(n)/ alle(n)/enkele(n)
Leerdoelen

- Ik kan een stoffelijk, bijvoeglijk naamwoord goed spellen.

- Ik weet wanneer ik een 'n' plak achter woorden als 'sommige', 'andere' en 'enkele'.

Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoorden
De mooie jas.
Het lelijke schilderij.
De rode fiets.
De zilveren ketting.

Slide 2 - Tekstslide

Vul in: Welke bijvoeglijk naamwoorden zijn allemaal goed?
De .... jongen heeft een ..... jas aan en woont in een .... huis

A
aardig, rode, groot
B
aardige, rood, groot
C
aardige, rode, grote
D
aardige, rode, groot

Slide 3 - Quizvraag

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Welke bijvoeglijk naamwoorden kunnen we hier neer zetten?
stoel

Slide 5 - Woordweb

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 
  • Regel: de uitgang eindigt altijd op -en.
  • goud + en      (gouden)         zilver + en     (zilveren)
  • hout + en      (houten)           wol + len        (wollen)
  • riet + en         (rieten                koper + en    (koperen)

Slide 6 - Tekstslide

Juf Linda kocht een staal... pen.
A
stalen
B
stale
C
stallen
D
stalle

Slide 7 - Quizvraag

Later woon ik in een karton... doos.
A
kartonen
B
kartonnen
C
kartone
D
kartonne

Slide 8 - Quizvraag

In de klas ligt een ..... vloer
A
linoliume
B
linolium
C
linoleumen
D
linoleum

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide