Aflevering 4 - Vlieg mee naar het laboratorium

• Muziek
• Basisschool
• Groep 5-8

Introductie

In deze aflevering gaan Freek & Eric het laboratorium in. Ze experimenteren met de snelheid van de instrumenten en maken kennis met de houtblaasinstrumenten. De leerlingen leren het tweede couplet zingen en daarnaast leren ze de bewegingen uit het refrein. Er wordt geëxperimenteerd met flesjes, ze leren weetjes over de houtblaasinstrumenten en gaan zelf bewegen op muziek.

Instructies

Nieuwsgierig naar het hoe en waarom en de opbouw van onze serie? We verwijzen je graag door naar het lesplan. De uitleg van de bonusopdracht experimenteren met flesjes is hier ook in opgenomen.

Benodigdheden 

Glazen flesjes

Schot om flesjes achter te zetten

Water

Evt: liedtekst Vlieg mee met Phion 

Instructies

Liedtekst Vlieg mee met Phion.pdf

4

Afl. 

Vlieg mee naar het laboratorium

Op welk instrument kan je het snelst spelen? 

Tip!

Klik op het notitie icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.  

Toelichting

Hier vind je, indien nodig, meer informatie of uitleg over de bijbehorende slide.

Toelichting

Kijk samen naar aflevering 4

De ......... geeft je vleugels, zo kun je elke ....... bereiken. 

En wat net nog zo ....... leek gaat op een .................. lijken.

Met de .......... in je haar en de juiste ............. ben je ...........

Laat je horen dan ............ we samen aan elke ........... voorbij.

.......... miljard stemmen in een ongeremd ............ 

Couplet 2

Vul de tekst op de lege plekken in

Toelichting

• De leerlingen leren het tweede couplet zingen.
• Luister naar de opname en vul samen de woorden op de lege plekken in. Dit doe je met de pen rechts in beeld. Ben je klaar? Maak een screenshot. NB: de complete tekst vind je ook in de volgende slide.
• In de bijlage vind je de liedtekst.

De muziek geeft je vleugels, zo kun je elke top bereiken. 

En wat net nog zo groot leek gaat op een zandkorreltje lijken.

Met de wind in je haar en de juiste snaar ben je vogelvrij. 

Laat je horen dan vliegen we samen aan elke grens voorbij.

Zeven miljard stemmen in een ongeremd orkest.

Couplet 2

Vul de tekst op de lege plekken in

Toelichting

• Praat met de leerlingen over de tekst. Waar gaat het volgens hen over?
• Mogelijke vragen:

- wat bedoelen ze met de wind geeft je vleugels? 

- waar dient het zandkorreltje voor? 

- hoe kan jij je vogelvrij voelen? 

• Zing couplet 2 nu een aantal keren met de tekst als ondersteuning. 

De muziek geeft je vleugels, zo kun je elke top bereiken. 

En wat net nog zo groot leek gaat op een zandkorreltje lijken.

Met de wind in je haar en de juiste snaar ben je vogelvrij. 

Laat je horen dan vliegen we samen aan elke grens voorbij.

Zeven miljard stemmen in een ongeremd orkest.

Couplet 2

Wegstrepen maar!

Toelichting

• Nadat jullie de tekst een aantal keren hebben gezongen kan je gaan werken aan het uit het hoofd leren van de tekst.
• Gebruik de pen rechtsronder in beeld. Selecteer de 'dikke stip' en streep woorden of zinnen door waarvan je leerlingen denken dat ze dit uit hun hoofd kunnen.
• Daag je leerlingen uit: kunnen jullie meer woorden tegelijk doorstrepen?
• Lukt het toch niet?! Gebruik de gum om weer strepen uit te gummen.

Sleep de woorden in de juiste volgorde

verzonnen

1.

2.

8.

3.

5.

4.

6.

7.

Grenzen

Die

Zelf

Vliegen

Samen

Hoger

We

Toelichting

• Luister met de leerlingen naar het audiofragment.
• Laat ze de woorden in de juiste volgorde zetten door de woorden naar het juiste vakje te slepen. 
• Zing het audiofragment mee, zodra de zin in de goede volgorde staat. 

Hoe vaak wordt deze zin achter elkaar gezongen? 

1. 2 keer
2. 3 keer
3. 4 keer
4. 5 keer

Toelichting

• Luister het audiofragment nog een keer.
• Hoe vaak wordt de zin achter elkaar gezongen? Antwoord: 4 keer. 

Zing het lied!

De tekst

Door op deze link te klikken open je de liedtekst

Zijn jullie er klaar voor?

Tijd om het hele lied te zingen! Kunnen jullie het uit het hoofd denk je? 

Toelichting

Tijd om het hele lied te zingen! Wanneer je denkt dat je leerlingen het nog niet uit hun hoofd kunnen zingen kan je op de link in de hotspot klikken om de tekst te openen.

Je kan de komende weken de participatie-elementen en het lied blijven herhalen, zodat in les 6 (de laatste aflevering) het hele lied meegedaan kan worden. 

Toelichting

• Voer de bewegingen uit die horen bij het refrein. Herhaal zo nodig de moeilijke stukjes nog eens. Je kan ook een leerling voor de klas zetten die het snel oppakt.
• Voor de tweede helft van het refrein kunnen de leerlingen eigen bewegingen bedenken. Dit kan je klassikaal afspreken of je kan er een groepsopdracht van maken. 

00:07-00:13

Icoon dans

Vlieg je mee verder?

1: Experimenteren met flesjes

2: De houtblazers

3: Bewegen op muziek met Freek en Eric

Legenda

Luisteren

Kijken

Presenteren

Klik op component

Met devices

Meedoen

Opdracht 1: Experimenteren met flesjes

Duur: 25 min.

Experimenteren met flesjes

Luister goed! Kan jij horen welk flesje het hoogst klinkt? 

Onderzoeksvraag: klinkt een flesje met veel water erin hoger of lager? 

De volgende stap. Er staan nu drie flesjes. Weet jij op welke volgorde de flesjes van laag naar hoog moeten staan?

Toelichting

Nodig voor deze opdracht: glazen flesjes, bak met water, schot om flesjes achter te plaatsen.
Lees de volledige uitleg in het lesplan. 

De hotspots leggen de opdracht stap voor stap uit. Open het sterretje nadat je stap 1 hebt uitgevoerd enz. 

Opdracht 2: De houtblazers

Duur: 25 min.

De houtblazers zitten achterin het orkest. Hebben jullie goed opgelet tijdens de aflevering? Sleep de juiste naam naar het juiste instrument. 

Klarinet

Hobo

Fluit

Fagot

Toelichting

Open eerst de hotspot door op het oogje te klikken en maak vervolgens de vraag met de klas. 

Linksboven = klarinet

Rechtsboven = fagot

Linksonder = fluit

Rechtsonder = hobo

 Noem 2 verschillen en 1 overeenkomst tussen de dwarsfluit en de klarinet.

Toelichting

Maak gezamenlijk een woordweb of laat leerlingen op hun devices een verschil en een overeenkomst invullen. Bespreek vervolgens de antwoorden. Zitten er ook verschillen tussen die niet iedereen heeft? 

In de volgende slide staan de antwoorden. 

De verschillen

- Kleur: een klarinet is van zwart hout en heeft zilveren kleppen. De fluit is helemaal van zilver of goud. 

- De klarinet hou je recht vast en een dwarsfluit overdwars. Daarom wordt het ook wel een dwarsfluit genoemd! 

- Manier van blazen. Bij een klarinet krijg je geluid door op een mondstuk met een riet te blazen. Bij een dwarsfluit blaas je lucht over het kopstuk. Net zoals bij een glazen flesje.

- De klarinet en fluit klinken heel verschillend. Op de volgende slide laten we je dat horen!

De Overeenkomsten

- Beide instrumenten hebben kleppen die je indrukt om verschillende tonen te maken. 

- Ze zijn ongeveer even lang. 

Toelichting

Bespreek samen de overeenkomsten en verschillen. Hadden veel leerlingen goede antwoorden er tussen zitten? Waren er ook antwoorden die hier niet tussen staan? 

Wist je dat? 

Een klarinet ook heel goed swingende muziek kan spelen? Kijk maar eens naar het begin van het filmpje. Johan speelt daar solo met zijn klarinet. 

1.

De dwarsfluit werd vroeger gemaakt van hout en hoort daarom bij de houtblazers. Hoe vind jij de klankkleur van de dwarsfluit? 

2.

Als je de pijpen van de fagot helemaal uitklapt is deze 2,5 meter lang! De fagot is het langst en kan dus het laagst van de houtblazersgroep. 

3.

De hobo heeft een heel duidelijke klank en is goed hoorbaar. Daarom zorgt de hobo ervoor dat het orkest zuiver speelt. Voordat een concert begint speelt de hoboïst de stemnoot. Iedereen probeert deze noot precies hetzelfde te laten klinken. Steek je hand op als jij in het volgende fragment de hobo hoort spelen. 

4.

Toelichting

Deze slide is een kijkplaat met allemaal weetjes over en geluidsvoorbeelden van de verschillende instrumenten. 

Welk houtblaasinstrument zou jij het liefst willen spelen? Waarom?

Fluit

Hobo

Klarinet

Fagot

Anders..

Toelichting

Laat de leerlingen het antwoord invullen en bespreek vervolgens waarom ze voor dit antwoord hebben gekozen. Zijn er ook leerlingen die echt geen houtblaasinstrument willen spelen, maar wel een ander instrument uit het orkest?

Opdracht 3: Bewegen op muziek met Freek en Erik

Duur: 20 min.

Toelichting

kijk met je leerlingen naar de uitleg. In de volgende slide staan vier korte fragmenten mo op te bewegen. 

Eerst luisteren en nadenken

Nog een keer luisteren en bewegen 

1.

2.

3.

4.

Tijd om zelf te bewegen

Toelichting

Open eerst de hotspot met het oor en met het bewegen om de afspraken nog even helder te hebben. 

Luister vervolgens naar de fragmenten. Luister de fragmenten op volgorde. Daar is bewust over nagedacht. Bepaal zelf of je je leerlingen laat zitten tijdens het luisteren of de hele tijd laat staan. 

Welk muziekstuk raakte 

jou het meest? 

Op welke manier? 

En waarom?

Toelichting

Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag. Geef aan dat elke emotie hierbij goed is. Ook blijdschap. Leerlingen kunnen hun antwoord invullen via een device, maar een klassengesprek is natuurlijk ook gewoon mogelijk. 

Welk muziekstuk vond je het makkelijkst om op te dansen? 

En welk muziek stuk vond je het meest lastig? Waarom? 

Toelichting

Bespreek de vraag met de klas. Zijn er antwoorden die afwijken van de rest van de klas? 

01:05-01:15

[e-mail]

Noem 2 dingen die je vandaag geleerd hebt:

Noem 1 ding waar je nog meer over wil weten:

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Toelichting

Laat leerlingen een keuze maken door een emoticon aan te klikken op hun device of door zonder devices te stemmen in de klas.