Par. 2.2 botten bewegen

Wat weet je nog
van de vorige les?
1 / 36
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog
van de vorige les?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

2.2 botten bewegen
  • Je kan 4 beenverbindingen opnoemen.
  • Je kan de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz. 83, 84 en 86



timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Vier beenverbindingen
Vergroeiing: aan elkaar gegroeide botten, kun je niet bewegen
Naadverbinding: platte botten met een naad ertussen, kunnen niet bewegen
Kraakbeen: tussen de botten zit flexibel kraakbeen, kunnen beetje bewegen
Gewricht: zorgt voor de meeste beweging
 

Slide 5 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Kraakbeenlaagje
  3. Gewrichtskapsel
  4. Gewrichtssmeer
  5. Gewrichtsbanden

Slide 6 - Tekstslide

De 3 gewrichten
  1. Kogelgewricht: kan alle kanten op bewegen (bijv. schouder)
  2. Scharniergewricht: kan maar in 1 richting heen en weer bewegen (zoals een deur; open en dicht) (bijv. elleboog of knie)
  3. Rolgewricht: rond draaien (bijv. pols)

Slide 7 - Tekstslide


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 8 - Quizvraag

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 9 - Sleepvraag

Zet in de goede volgorgde, van boven naar beneden (1 is boven)
1
2
3
4
borstwervel
heiligbeen
halswervel
lendenwervel

Slide 10 - Sleepvraag

Uit welke botten bestaat de borstkas?
A
borstbeen en ribben
B
ribben en wervels
C
borstbeen, ribben en wervels
D
borstbeen en ribben

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet de vorm van de rugwervel?
A
Dubbele z-vorm
B
s-vorm
C
slinger
D
Dubbele s-vorm

Slide 12 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Oudere mensen hebben meer kalkstof in hun botten dan jonge mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 15 - Quizvraag

Op welke manier zit de schedel vast?
A
vergroeiing
B
lijmverbinding
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 16 - Quizvraag

Welke beenverbindingen is 1
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 17 - Quizvraag

Je armen en benen bewegen door...
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing

Slide 18 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding. Hoe zitten de botten aan elkaar vast bij de pijl?
A
Door een naad
B
Door kraakbeen
C
Door een gewricht
D
Door een vergroeiing

Slide 19 - Quizvraag

Welke soort beenverbinding kan het meest bewegen?
A
vergroeiing
B
kraakbeen
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 20 - Quizvraag


Dit is een ..1.. gewricht.

Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. kogel 2. draaiende
B
1. scharnier 2. heen en weer
C
1. rol 2. draaiende
D
1. draai-rol 2. heen en weer

Slide 21 - Quizvraag


Welke gewricht zie je op het plaatje?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 22 - Quizvraag

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.2
Maken: opdracht 3 t/m 15

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Les 2

Slide 24 - Tekstslide

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst op blz. 88



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Welke soort beenverbinding kan al vanaf de geboorte niet bewegen?
A
vergroeiing
B
kraakbeen
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 27 - Quizvraag

Welke 3 soorten gewrichten ken jij?

Slide 28 - Open vraag

2.2 Botten bewegen
  • Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.

Slide 29 - Tekstslide

Een gewricht bevat laagjes kraakbeen. Wat is een functie van deze laagjes kraakbeen?
A
Ze zorgen ervoor dat de botten niet slijten
B
Ze houden botten van een gewricht op hun plaats
C
Ze maken de botten van een gewricht buigzamer
D
Ze zorgen ervoor dat een gewricht kan bewegen

Slide 30 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding. Hoe wordt nummer 4 genoemd?
A
gewrichtsknobbel
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskom
D
gewrichtsbanden

Slide 31 - Quizvraag

Je ziet hier een gewricht. Hoe heet onderdeel 3?
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 32 - Quizvraag

Maken
timer
10:00
Wat?
Opdracht 1 t/m 17 van Par. 2.2
Hoe?
In je werkboek
Hoelang?
Tot de docent zegt dat je mag opruimen
Hulp?
Niet tijdens 10 min. stilte
daarna 1. klasgenoot,  2. docent
Klaar?
Nakijken, Maken testjezelf of samenvatting 2.1 en 2.2 

Slide 33 - Tekstslide

Extra uitleg filmpjes

Slide 34 - Tekstslide

0

Slide 35 - Video

0

Slide 36 - Video