1.8 Spelling les 3

  • Goedemorgen

  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel
  • Laptop niet nodig

  • Kauwgom weg
  • Flesjes in je tas
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • Goedemorgen

  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel
  • Laptop niet nodig

  • Kauwgom weg
  • Flesjes in je tas

Slide 1 - Tekstslide

  • Hoofdstuktoets op 3 oktober gaat over de paragrafen
- 1.3 Lezen                 
- 1.5 Woorden         
- 1.7 Grammatica   
- 1.8 Spelling           

Slide 2 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoel
In deze paragraaf leer je
  • hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt;
  • hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;
  • hoe je het begin en eind van zinnen maakt;
  • acht dicteewoorden.

Slide 3 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoelen vandaag oefenen
  • Dicteewoordjes
  • Leestekens aan het begin en het eind van een zin.
  • De PV vinden door de zin in een andere tijd te zetten (tijdproef)

Slide 4 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoelen vandaag
  • herhalen persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd
  • wanneer je leestekens gebruikt aan het begin en het eind van een zin.

Slide 5 - Tekstslide

1.8 Spelling
  • Oefenen dicteewoordjes op blz. 58
  • Schrijf de betekenis op
  • Zet een kruisje onder 'werkwoord' wanneer het woord een werkwoord is.

Slide 6 - Tekstslide

1.8 Spelling
  • Maken of nakijken opgave 6 blz. 56

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent?
applaudiseren

  • in je handen klappen
  • het is een werkwoord

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent?
de carrière 

  • de loopbaan

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent?
het compliment 

  • zeggen dat je iets goed kunt

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent?
noteren

  • opschrijven
  • het is een werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent?
origineel

  • apart

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent?
de paragraaf

  • een deel van een hoofdstuk

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent?
populair

  • geliefd

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent?
zelfverzekerd

  • met veel vertrouwen

Slide 15 - Tekstslide

de 8 dicteewoordjes
thuis oefenen
je krijgt op detoetst een dictee met 4 woordjes

Slide 16 - Tekstslide

1.8 Spelling
Je krijgt nu een werkblad met de 2 opdrachten.

  • Bij opdracht 1 ga je de hoofdletters en de leestekens op de goede plek zetten.
  • Bij opdracht 2 ga je oefenen met de pv via de tijdproef. Kijk naar het voorbeeld:
    - Mieke rijdt graag paard (tt)
    - Mieke reed graag paard (vt)
    - De pv is rijdt   (dit is het enige woord dat veranderd is)

  • Werk hier rustig aan


Slide 17 - Tekstslide

1.8 Spelling
Vandaag
  • geoefend met dicteewoordjes, hoofdletters en leestekens en pv vinden (tijdproef) 
  • Maandag maken we een oefentoets

Slide 18 - Tekstslide