DNA quiz

DNA is een eiwit
A
Waar
B
Onwaar
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

DNA is een eiwit
A
Waar
B
Onwaar

Slide 1 - Quizvraag

Hoeveel nucleotides coderen voor 1 aminozuur?
A
1
B
3
C
6
D
9

Slide 2 - Quizvraag

DNA bevat 4 basen: adenine, guanine, cytosine, uracil
A
Waar
B
Onwaar

Slide 3 - Quizvraag

DNA heeft dubbele helix structuur
A
Waar
B
Onwaar

Slide 4 - Quizvraag

Transcriptie, het overschrijven van informatie op het RNA, gebeurt alleen als DNA verdubbelt
A
Waar
B
Onwaar

Slide 5 - Quizvraag

In het RNA zitten codons, ze bestaan uit 3 nucleotiden
A
Waar
B
Onwaar

Slide 6 - Quizvraag

Het proces waarbij RNA word afgeschreven van DNA heet:
A
Transcriptie
B
Translatie
C
Replicatie
D
Synthese

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het anti-codon voor 'AUG' ?
A
UAC
B
ATG
C
AUG
D
CGC

Slide 8 - Quizvraag

KLEIN
GROOT
Nucleotide
Stikstofbase
Gen
Genoom
Chromosoom

Slide 9 - Sleepvraag

Als 20% van het DNA molecuul thymine bevat, wat is het percentage Adenine?
A
50%
B
25%
C
20%
D
10%

Slide 10 - Quizvraag

Transcriptie vind plaats in de (1) translatie vind plaats in de (2)
A
cyotplasma/celkern
B
celkern/cytoplasma
C
ribosomen/nucleus
D
cytoplasma/ribosomen

Slide 11 - Quizvraag

Translatie is het proces van:
A
DNA -> RNA
B
RNA->Eiwit
C
RNA -> DNA
D
Eiwit->RNA

Slide 12 - Quizvraag

Het coderende DNA molecuul heeft de volgende code: TGCAAA
wat is de bijbehorende RNA sequentie?
A
UGCAAA
B
TGCAAA
C
ACGUUU
D
ACGTTT

Slide 13 - Quizvraag

Samenvatting doornemen
-Regeling Thema 5
-Moeilijke begrippen delen

Slide 14 - Tekstslide

Thema 5 Regeling
moeilijke begrippen

Slide 15 - Woordweb

HUISWERK voor DINSDAG:
  • Vraag 13 en 16 Basisstof 3 DNA
  • Examenvraag thema 5 regeling: ‘roken maakt slank maar stoppen met roken ook’
  • In je boek of op classroom!

Slide 16 - Tekstslide