Les 3: Hofkunstenaars en leven aan het hof

Les 3: Hofkunstenaars en leven aan het hof
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 3: Hofkunstenaars en leven aan het hof

Slide 1 - Tekstslide

Hofkunstenaars
In dienst van de hoven waren meerdere hofkunstenaars. Dit konden hofcomponisten zijn, kunstschilders, schrijvers, dichters, architecten, of toneelschrijvers. (ook wetenschappers waren verbonden aan hoven)

Iemand die een kunstenaar structureel geld of verblijf aanbiedt wordt ook wel een Mecenas genoemd. Veel mensen van adel waren dus mecenas. Dankzij dit mecenaat konden deze kunstenaars alle tijd besteden aan het maken van hun kunsten. Maar zij waren niet geheel vrij om te maken wat ze wilden: zij werkten in opdracht van de vorst. 

Op de afbeelding zie je Jean Baptiste Lully. Hij was een briljante componist, en hij was aangesteld door Lodewijk de XIVe

Slide 2 - Tekstslide

Geestelijke hoven: religieuze hoven
Wereldlijke hoven: (hier zie je het of van Lodewijk de XIVe. Let op hoe iedereen verplicht moet staan, op Lodewijk zelf en  1 hoge geestelijke na) 

Slide 3 - Tekstslide

Wereldlijke hoven
De adel bezat grond, dat zij lieten beheren door leenheren. Op de grond werkten boeren die een deel van de oogst moesten afstaan. Zo kon de adel leven zonder daadwerkelijk te hoeven werken.  

De verschillende vorsten hadden zo veel bezit en ook veel macht. De grootste hofculturen zijn er geweest in Italië en Frankrijk

(Afbeelding: Hof v.d. Medici in Florence)

Slide 4 - Tekstslide

Hiërarchie binnen de adelijke stand

Slide 5 - Tekstslide

Lodewijk de XIVe
Lodewijk de XIVe was een absoluut vorst in Frankrijk in de 16e eeuw. Absoluut wil zeggen dat hij alle macht had, hij stond boven alles en iedereen. De katholieke kerk, o.l.v. de paus had in theorie de macht, maar feitelijk neemt de koning alle beslissingen. De absolute koning legitimeert zich, door te zeggen dat hij door God is aangesteld. Hij beslist bijv. over de rechtspraak, de economie, onderwijs, 

Lodewijk XIVe werd ook de zonnekoning genoemd. Dit is omdat hij zichzelf graag vergeleek met Apollo, de Griekse zonnegod. 
Uit dit alles blijkt dat Lodewijk de XIVe zich telkens weer vergelijkt met de God van de Christenen of Goden uit de Klassieke oudheid. 

Slide 6 - Tekstslide

Kunstenaar in de renaissance
In de middeleeuwen werkte een kunstenaar alleen in dienst van God. Hij zag alles wat hij deed als ingegeven door God. Daarom zijn kunstwerken uit de middeleeuwen ook nooit ondertekend. De kunstenaar was meer een ambachtsman. Kunst kon je leren als een vak en je hoefde geen eigen stijl te hebben. 
De kunstenaar in de renaissance stond de mens meer centraal onderinvloed van het humanisme. Hij ontwikkelde een eigen stijl en wilde zichzelf door ontwikkelen. Ook zette hij zichzelf meer centraal, door zijn kunstwerken te ondertekenen. 

Slide 7 - Tekstslide

Hofschilder
Dit schilderij is van een hofschilder uit Oostenrijk, Jacob Seisenegger. 

Seisenegger schilderde hier Keizer Karel de Ve, zijn mecenas. 
Je ziet hier dat hij een meesterschilder was. Met veel detail, een goed kloppende anatomie en met een perfecte stofuitdrukking lijkt dit schilderij levensecht. Stofuitdrukking betekent dat een kunstschilder stoffen kan schilderen waarbij de textuur en plooien heel echt lijken. Dit vereist groot vakmanschap.

Om iemand ten voeten uit te schilderen (van top tot teen), dat kostte heel veel tijd en dus geld. Daarom werden vaak alleen vorsten ten voeten uit geschilderd. 

Slide 8 - Tekstslide

Versailles was een bijzonder hof. Lodewijk de XIVe merkte dat alle adel, verspreid over Frankrijk teveel eigen macht kregen. Om de hele franse adel in zijn macht te hebben, zorgde hij dat alle adel bij Parijs in Versailles kwam wonen. Versailles was een enorm paleis, met een grote hofhouding en er moest ook kunst en vermaak zijn, om de adel te vermaken en bezig te houden. Op deze manier was Lodewijk de XIVe kon hij de hele adel in zijn macht houden. 

Slide 9 - Tekstslide

Propaganda. Om de macht van een hof in het land zelf en heel Europa te versterken, gaven vorsten en keizers opdrachten voor propaganda. Om de vorst in een goed daglicht te stellen werden er geidealiseerde portretten geschilderd, maar ook schilderijen van politieke successen en gewonnen slagen. Pure propaganda zodat iedereen weet: dit is een machtige vorst, hij ziet er prachtig uit, hij bezit alle rijkdom, is zeer moedig en wint iedere oorlog. 

Slide 10 - Tekstslide

We gaan nu eens analyseren waarom dit schilderij geschikt is voor propaganda. Ken je de vormgevingsaspecten nog?

Slide 11 - Tekstslide

Welke aspecten van de vormgeving ken je nog?

Slide 12 - Woordweb

Noem 2 aspecten van de VORMGEVING, en geef vervolgens aan waarom die zorgen dat het goed is voor propagandakunst?

Slide 13 - Open vraag

Waar kijk je naar als je een vraag krijgt over de 'voorstelling' van een kunstwerk?
A
Naar de mening die de kunstenaar wil overbrengen
B
Naar het Wie, Wat en Waar. Dus het verhaal van het kunstwerk.
C
Naar de functie van het kunstwerk
D
Naar de vormgeving van het kunstwerk

Slide 14 - Quizvraag

Etiquette
Ook tegenwoordig kennen we etiquette. Dit zijn gedragsregels. Je leert manieren van je ouders, over hoe je je aan tafel hoort te gedragen. Daarom schenk jij misschien meestal eerst iets in voor je bezoek en daarna pas voor jezelf. Of wacht je netjes in de rij bij de bakker.  Ook hoe je iemand begroet als je iemand voor het eerst ontmoet is vaak aangeleerd gedrag. Welke nieuwe etiquette heb jij geleerd toen Corona kwam? 

Slide 15 - Tekstslide

Noem 2 aspecten van de VOORSTELLING, en geef vervolgens aan waarom die zorgen dat het goed is voor propagandakunst?

Slide 16 - Open vraag

Allegorie
Een allegorie is in de beeldende kunst een symbolische voorstelling waarbij een idee of abstract begrip (bijvoorbeeld deugden en ondeugden) wordt verbeeld door één of meer personificaties, personen en concrete zaken. 

In dit schilderij hiernaast zie je 'Schilderen' in de vorm van een jonge vrouw die schetst aan een compositie. Naast haar de engelbeeld met een passer, en Venus en Cupido,  die een mes en een modelbeeld vasthouden. Zij verbeelden de kunst van het 'Beeldhouwen'  Zo hebben de figuren dus een verwijzing naar een idee (Schilderen en beeldhouwen, de kunsten) die door deze figuren worden verbeeld. 

Slide 17 - Tekstslide

Etiquette aan het hof van Versailles
Er waren in Paleis Versailles een extreme hoeveelheid etiquette regels, voor begroeten, eten en zelfs waar je wel en niet mocht zitten.  Iedereen moest zich daaraan houden. Zo mocht niemand in het bijzijn van Lodewijk de XIVe zitten en begroette men hem met een buiging. 

Door de etiquette werd de adel die in Versailles woonde bezig gehouden. Ook gaf het natuurlijk status, als iedereen zich heel beschaafd gedraagt dan geeft dat een status aan de keizer of vorst. Ook hield Lodewijk de XIVe zijn adel zo 'onder de duim'. Ze werden zo getraind om braaf en volgzaam te zijn, zich nooit te vrij te voelen. Zo probeerde hij te voorkomen dat ze in opstand kwamen! 

Slide 18 - Tekstslide

Niemand mocht normaal gesproken in het bijzijn van Lodewijk de XIVe zitten. Bij uitzondering mocht een belangrijk persoon wel gaan zitten, om te kijken hoe Lodewijk aan het eten is. Hier mag Moliere lekker toekijken vanaf een stoel. Moliere was een beroemde toneelschrijver aan het Franse hof. 
Bij wie zou jij wel eens een avond aan tafel willen zitten, om alleen maar te kijken hoe ze eten? 

Slide 19 - Tekstslide