Cluster A Persoonlijkheidsstoornissen week 1

doelgroepen 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

doelgroepen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- Leerdoelen
- Planning met verschillende doelgroepen
- Persoonlijkheidsstoornissen cluster A
-  Werken in subgroepen
- Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
- Je kan vertellen welke persoonlijkheidsstoornissen er zijn
- Je kan vertellen in welke clusters ze worden ingedeeld.
- Je kan vertellen welke persoonlijkheidsstoornissen in cluster A vallen.
- Je weet welke kwaliteiten je kan inzetten om met deze doelgroep te kunnen werken.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen
Week 1: Persoonlijkheidsstoornissen cluster A
Week 2: Persoonlijkheidsstoornissen cluster B
Week 3: Persoonlijkheidsstoornissen cluster C
Week 4: Schizofrenie
Week 5: Dissociatieve persoonlijkheidsstoornis 



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelgroepen zouden jullie graag meer over willen weten?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Indeling
Cluster A: paranoïde, schizoïde, schizotypisch

Cluster B: antisociaal, narcistisch, theatraal, borderline

Cluster C: ontwijkend, afhankelijk, dwangmatig

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat GGZ voor?
A
Grote groep zorg
B
Geestelijke gehandicaptenzorg
C
Geestelijke gezondheidszorg
D
een bedrijf waar je coronatest afneemt

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DSM-5
De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) is een classificatiesysteem waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde psychische stoornis op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten.
(bron: Nederlandse vereniging voor psychiatrie)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose en DSM-V
Psychiatrische stoornis: ''Psychische aandoening waarbij psychologische functies, zoals voelen, denken of waarnemen, afwijkend functioneren.''

Voor diagnose is een goede anamnese heel belangrijk. Hiervoor zijn huisarts etc erg belangrijk.  
De diagnose zelf kan alleen gesteld worden door de psychiater of een gespecialiseerd GGZ psycholoog. 

Diagnose wordt gesteld aan de hand van DSM-V.
DSM-V is: Wereldwijd gebruikt classificatiesysteem voor het diagnosticeren van psychiatrische stoornissen.(groot boek)


Slide 10 - Tekstslide

Anamnese is de ziektegeschiedenis zoals dit onder andere uit de herinnering van de patiënt blijkt. Dit betreft een chronologisch verslag van de patiënt over zijn symptomen, eventueel door vragen geleid. Om de patiënt zijn ervaringen te laten vertellen zal een behandelaar bij voorkeur neutrale vragen stellen en meestal geen symptomen aanreiken.
Filmpje
Kijk goed naar de persoon in de film. Wat valt je op?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de Netflix serie bekeken?
ja
nee

Slide 13 - Poll

Bespreek dit met de studenten.
Aanleg?
Aanleg op zich is waarschijnlijk onvoldoende om een persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen. Vaak is er een combinatie van een bepaalde kwetsbaarheid met ervaringen van onveiligheid en onvoorspelbaarheid in de kindertijd.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepaalde kwetsbaarheid met ervaringen van onveiligheid en onvoorspelbaarheid in de kindertijd. Noem voorbeelden?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schizoïde persoonlijkheidstoornis

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster A: Schizoïde persoonlijkheidstoornis
  • Weinig behoefte aan contact;
  • Beleeft geen plezier aan hechte relaties (meestal geen relaties);
  •  Leeft terug getrokken, heeft het gevoel nergens bij te horen;
  • Vanaf de pubertijd weinig behoefte aan seksueel contact (ook geen knuffel) .

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paranoide perssonlijkheidstoornis
Een paranoïde persoonlijkheidstoornis wordt vaak gekenmerkt door:
- Een innerlijke overtuiging dat mensen niet te vertrouwen zijn;
-Het continue op je hoede zijn en het hebben van veel angst;
-Veel als bedreigend of beledigend interpreteren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

werken in subgroepen
- max 4 studenten
- casussen lezen en de kenmerken eruit halen.
- vragen beantwoorden in je groep.
Noteer de uitkomsten voor de nabespreking.

tijd: 10 minuten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
1. Welke specifieke symptomen of gedragingen in de casus kunnen wijzen op een mogelijke persoonlijkheidsstoornis? Welke? ( let op! Wij kunnen geen diagnose stellen!)
2.Hoe zouden deze persoonlijkheden de dagelijkse activiteiten en relaties van deze mensen kunnen beïnvloeden?
3. Hoe denk je dat deze personen zich voelen in hun dagelijks leven?
4. Welke uitdagingen zouden ze kunnen tegenkomen bij het omgaan met anderen?
5. Hoe denk je dat steun van vrienden en familie hun situatie zou kunnen beïnvloeden?
6. Welke kwaliteiten kan jij als begeleider inzetten?








Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nabespreken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
Zijn er vragen over de behandelde lesstof?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie:
Hoe tevreden ben je over deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies